Direct na de Tien Geboden zegt de Tora “En het hele volk zag de geluiden” (20:15). Rasjie legt uit dat de Joden het G’ddelijk geluid konden zien, wat normaliter onmogelijk is. Religie is iets dat onderwezen en gehoord wordt. Onze aardse werkelijkheid is daarentegen zichtbaar.
Bij de Sinai werd de religie een onomstotelijke waarheid terwijl de zekerheid van de materiele werkelijkheid veel minder `hard’ werd.
Waarom was het noodzakelijk om ook de geluidsgolven te kunnen zien? Omdat er bij de verboden nogal eens het woord ‘lo’ (‘niet’) verschijnt, moest men G’ds geluidsgolven ook kunnen zien. Want ‘lo’ kan zowel ‘niet’ als iets positiefs (`voor hem’) betekenen. Als men ‘Gij zult niet stelen’ leest als ‘voor Hem zul je stelen’ staat er het omgekeerde. Daarom moesten de Joden het ook zien.
Staan alsof we het gezien hebben Bij de voorlezing van de Tien Geboden heeft men in sommige gemeenten de gewoonte om op te staan. Men luistert met meer respect naar de Tien Geboden. Maimonides stelt dat dit verboden is: “Hoewel de Joden van Babylonië – het tegenwoordige Irak – staan bij de Tien Geboden, is dit verboden als men gedurende de rest van het jaar zit”. Wij mogen geen onderscheid maken tussen de Tien Geboden en de rest van de Tora. Alles is even belangrijk en heilig.
Staan bij de wekelijkse Toravoorlezing geeft echter aan, dat men de Openbaring bij de berg Sinai als het ware herbeleeft, toen de Joden aan de voet van de berg Sinai stonden en “op afstand sidderden”. Als wij de Toralezing zo beschouwen, kunnen wij alleen maar staan bij zo’n plechtig moment.
©Dayan mr. drs. R. Evers 2013 |