“De draagbomen zullen in de ringen van de Arke blijven, zij mogen daar niet uit verwijderd worden” (Sjemot 25:15)
De onderdelen van de Tabernakel werden – gedurende de reizen door de woestijn – gedragen met draagbalken. Maar zodra de Joden arriveerden op de plaats van bestemming waren die draagbalken niet meer nodig en werden zij verwijderd. De Arke van het Verbond vormde hier de enige uitzondering op, zoals uit de geciteerde vers blijkt. Het verbod om de draagbalken van de Arke te verwijderen, wordt als één van de 613 ge- en verboden beschouwd. Wat is de idee achter dit verbod?
Respect en voorzorg Rabbi Aharon uit Barcelona, auteur van het Sefer Hachinoeg stelt: “De Arke is de opbergplaats van de Tora en vormt dus onze nationale trots. Daarom moet het met het meeste respect worden behandeld. De draagbalken moeten in de ringen blijven, omdat wanneer de Joden in haast zouden optrekken, de Heilige Arke uit hun handen zou vallen.” Het verbod om de draagbalken te verwijderen, is dus gebaseerd op respect en voorzorg.
Jalkoet Jehoeda schetst een andere betekenis: “De Arke bevat de Tora, de essentie van ons geloof, en daarom moet het altijd reisvaardig zijn, waar het Joodse volk zich ook bevindt. De andere onderdelen van de Tabernakel kunnen wij missen, zoals wij vele eeuwen hebben geleefd zonder Tempel of land. Maar de Tora is de basis van het Joodse volk. Die moet ons overal begeleiden.”
Tijdens het beleg van Jeruzalem (70 n.d.g.j.) werd Rabbi Jochanan Ben Zakkai uit Jeruzalem gesmokkeld. De Romeinse consul vroeg hem wat hij wilde behouden. Rabbi Jochanan begreep dat de Tempel niet het allerbelangrijkste was: “Geef mij Jawne en zijn geleerden” was zijn enige verzoek. De Klie Jakar (16e eeuw) ziet in de permanente draagbalken de belofte dat G’d ons volk nooit zal verlaten. Overal waar wij gaan, zal de Tora met ons meegaan.
Rabbi Ja’akov Emden (18e eeuw) werkt dit uit: “Hoeveel zijn onze vijanden niet geweest in de loop van de geschiedenis? Van al die machtige volken bestaan alleen wij nog, omdat wij ons gehecht hebben aan G’d. Gedurende onze lange ballingschap hebben wij geen letter van onze Tora verloren en zijn alle woorden van onze Wijzen intact gebleven.”
Ondersteuning van de Tora Rabbi Meir Simcha uit Dwinsk (20ste eeuw) stelt dat de Arke de Torageleerden symboliseert. De draagbalken staan symbool voor de individuen, die de Torageleerden ondersteunen en financieel helpen bij hun Torastudie. Studie en support zijn een continue partnership. Wil men dat de Torastudie bloeit, dan moet er in de fysieke behoeften van de Torageleerden worden voorzien. Een andere verklaring luidt dat de draagbomen ook in rustpositie bij de Arke bleven; ook in rustpositie omdat men er symbolisch aan moest worden herinnerd dat ook tijdens de reis de draagbomen niet echt nodig waren, zoals tijdens de rust. De Talmoed zegt hierover: “De Arke droeg degenen die Haar droegen” (B.T. Sota 35a). Dit betekent dat zonder de Tora er geen Joods volk zou hebben bestaan.
|