De meerderheid van het Sanhedrien steunde Mordechai in zijn staatstaak. Kennelijk is het goed om te werken in het belang van het Joodse volk, ook al gaat dit ten koste van Tora-studie. De vraag is veeleer hoe de Talmoed dan nog kan verklaren kan dat het omgekeerde waar is: Tora-studie gaat boven inzet voor de gemeenschap. Een minderheid in het Sanhedrien distantieerde zich van Mordechai nadat hij zich in de politiek had gestort. Binnen het hoogste rechtscollege bestond kennelijk onenigheid over de vraag wat de taak is van een ware Joodse leider.
De conferentie in Riga Niet alleen in Medië en Perzië werd het leven van de Joden bedreigd maar vele malen in de Joodse geschiedenis werd de leiding van het Joodse volk geconfronteerd met penibele situaties. Toen de Lubawitscher Rebbe, Rabbi Josef Jitschak Schneersohn uit Rusland vertrokken was en in Riga was aangekomen, riep hij alle Rabbijnen uit de omgeving bijeen om het Russische Jodendom te versterken. Ook de Rogotsjower, een eminent geleerde uit het begin van deze eeuw, was uitgenodigd voor de grote rabbinale vergadering. De Rogotsjower weigerde te komen. Toen hem gevraagd werd waarom hij de uitnodiging niet wilde aanvaarden, legde hij uit dat zijn lidmaatschap van de rabbinale vergadering afhankelijk was van een meningsverschil tussen de Babylonische en Jeruzalemse Talmoed. De Babylonische Talmoed (Berachot 32b) verhaalt dat ‘chassidiem’ vroeger negen uur per dag dawwenden. Naar aanleiding hiervan vraagt de Talmoed hoe zij nog toekwamen aan leren en werken. De Babylonische Talmoed antwoordt dat de eerste chassidiem op zo’n hoog niveau stonden dat hun Tora-kennis behouden bleef en hun weinige werk gezegend werd. Door hun vrome levensinstelling vergden beide laatste activiteiten minder tijd.
Talmoedische verschillen Ook in de Jeruzalemse Talmoed wordt dezelfde vraag gesteld maar het antwoord is daar iets anders: door hun grote vroomheid rustte een extra zegen op hun Tora-studie en werk. Volgens de Babylonische Talmoed gingen de eerste chassidiem er niet op achteruit terwijl de Jeruzalemse Talmoed stelt dat er zelfs sprake was van vooruitgang in hun leren en werken vanwege de grote devotie bij het dawwenen hoewel ze weinig tijd overhielden voor leren en werken. Met andere woorden: Tora-geleerden die zich inzetten voor gemeenschapsbelangen gaan er volgens de Babylonische Talmoed niet op achteruit. Maar volgens de Jeruzalemse Talmoed gaan ze er zelfs op vóóruit. Zelfs hun kennis van Tora vertoont een stijgende lijn.
|