22 Chesjwan 5785 | 21 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
De gouden voorhoofdsplaat en Achasjwerosj
Publicatiedatum: woensdag 20 februari 2013 Auteur: Dayan mr. drs. R. Evers | 1.891 keer gelezen
Opperrabbijn R. Evers, Poeriem, Kleding van de priesters »

‘En maak een zuiver gouden Tsiets, voorhoofdsplaat’ (Ex. 28:36).
Volgens de Chagamiem, de Wijzen geeft de voorhoofdsplaat Kappara (verzoening) voor onbeschoftheid en onbeschaamdheid. Dit is moeilijk te begrijpen want in de Tora staat zeer duidelijk dat de voorhoofdsplaat Kappara geeft voor de offers.
Volgens onze Wijzen (Menachot 25a) slaat dit laatste op de offers die in onreinheid gebracht werden.

Spirituele onreinheid is ontucht
Hoe kan de Talmoed (Erechien 15b) dan stellen dat de voorhoofdsplaat Kappara geeft voor brutaliteit? Het antwoord is dat onreinheid bij de offers, in menselijke termen vertaald, onreinheid in de geest betekent. Eén van de duidelijkste vormen hiervan is ontucht. Ontucht beheerst het denken, vertroebelt de geest en verlaagt `s mensens Kedoesja, heiligheid.
Daarom stond ook op de voorhoofdsplaat:‘Kodesj Lasjeem’ – heilig voor Hasjeem. Beide zaken liggen aangeduid in de Tsiets. De zuiver gouden plaat zelf gaf Kappara voor de onreinheid van de offers maar het feit dat het op het voorhoofd geplaatst moest worden was om ook voor brutaliteit en ontucht verzoening te doen.
Daarom staat dat er ook dat op de voorhoofdsplaat een hemelsblauwe draad bevestigd moest worden, te vergelijken met het hemelsblauw van de Tsietsiet, kijkdraden op de hoeken van onze kleren.

Ook de Tsietsiet waren bedoeld tegen ontuchtige gedachten. In de voorhoofdsplaat zaten dus drie aspecten die allemaal ontucht moesten tegengaan:
1. Op de voorhoofdsplaat zelf stond ‘Kodesj Lasjeem’.
2. Ten tweede is er de hemelsblauwe draad die net zoals de Tsietsiet ontuchtige gedachten moest tegengaan en
3. bovendien droegen de Kohaniem een tulband die Kappara gaf voor hoogmoed en zelfwaan. Hoogmoed is de voorbode van ontucht. Alleen een verwaand en trots mens meent, dat zijn passies belangrijker zijn dan de heiligheid van het huwelijksleven.
 
 ‘En je moet het hemd met linnen vakjes maken en ook de muts moet je van linnen maken en de riem moet je van borduurwerk maken’ (28:39). De Chagamiem stellen (Erechien 16a) dat het hemd Kappara geeft voor moord. Het moest helemaal van linnen zijn, want vlas was het offer van Kaïn. Kaïn was de eerste moordenaar in de geschiedenis en zijn woede werd opgewekt door het feit dat zijn vlasoffer niet door G’d geaccepteerd werd. Het offer van zijn broer Hewel (Abel) werd wel geaccepteerd. Daarom doodde Kaïn Hewel.

De mitsnefet, tulband moest van linnen zijn omdat het Kappara gaf voor hoogmoed. Deze leek op een kroon, die heerschappij en macht symboliseert.

De awneet, riem geeft Kappara voor de gedachte van het hart. Daarom was de riem ook 32 el lang (de getallenwaarde van het woord ‘hart’ in het Hebreeuws is 32).

Slechte gedachten tellen soms zwaarder dan werkelijke overtredingen. Wanneer men werkelijk een Awera (overtreding) heeft begaan, heeft men er verder geen behoefte meer aan.
Maar een foute gedachte blijft zeer lang door ons hoofd malen, gelijk een riem om de lendenen gewikkeld is. Daarom geeft de riem Kappara voor verkeerde gedachten.

1   |   2      »      
Copyright © 2013 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.