“U zult een wasbekken van koper maken…en Aharon en zijn zonen zullen daaruit hun handen en hun voeten wassen” (30:18-19). Volgens Ramban (13e eeuw) vormt deze pasoek de basis voor het verplichte handen wassen ’s ochtends. Waarom hebben de Chagamiem niet ingesteld dat men ook de voeten moet wassen? Mesjech Chogma (19e eeuw) stelt dat voor het eten van offers alleen maar handenwassen nodig was en niet het wassen van de voeten. Dit betekent dan dat alleen de echte dienst in de Tempel ook het wassen van de voeten vereiste. Toch is Maimonides (12e eeuw) van mening, dat men voor het ochtendgebed zowel het gezicht, als de handen als de voeten moet wassen. De Ra’awad stelt echter dat we de voeten niet hoeven wassen voor het dawwenen. Het kan zijn dat Maimonides zijn bron hier uit de Tora heeft. Net zoals de Kohaniem handen en voeten moesten wassen voor de Tempeldienst moeten wij dat ook nog doen voor de tefilla (het gebed) omdat tefilla tegenwoordig in plaats van de offers is gekomen. Maar het kan net zo goed zijn dat men alleen de voeten hoeft te wassen voor tefilla in landen waar men blootsvoets loopt zodat de voeten vies zijn. Dit past niet tegenover HaSjeem.
Opheffen van de handen Inmiddels is handenwassen voor dawwenen (en eten) gewoon geworden. Wat is de idee hierachter? We zeggen de beracha `al netilat jadajiem’ over het handenwassen maar letterlijk betekent dit `over het opheffen van de handen’. Wat wij met handenwassen in religieuze zin willen aantonen is, dat wij er op uit zijn onze dagelijkse arbeid te verheffen. De gewoonste zaken worden tot een hoger plan van gewijde dienstbaarheid verheven doordat wij vastbesloten zijn ook de meest normale lichamelijke functies, zoals eten, drinken, `arbeiten und lieben’ in dienst van G’d te stellen. Dat is eigenlijk de essentie van het Jodendom: het aardse, fysieke verheffen.
Regels In de Sjoelchan Aroech staan over het handenwassen een aantal regels. Het is het beste, dat men bij het overgieten van de handen 's morgens een beker, water en ko’ach gavra - menselijke kracht gebruikt, zoals bij het handen overgieten voor een maaltijd. Wat zou de diepere achtergrond hiervan zijn?
Ko’ach gavra is nodig omdat wij ons bij het opheffen van onze dagelijkse inspanningen boven het niveau van routinematige sleur moeten inspannen. Luiheid past niet bij het Jodendom. Het kost inderdaad moeite om al die fysieke verleidingen te weerstaan en onze aardse gemakken te ontstijgen. Ergens voor gaan, dat is de eerste les van het handenwassen. Waarom is een beker nodig? Water is oertoestand. Wij willen ons constant verbinden met het Oerbeginsel van de wereld. Maar water is vloeibaar en grillig.
Willen wij iets bereiken op die ladder van stijgende godsdienstigheid dan moeten we bereid zijn een religieuze structuur te aanvaarden, die ons begeleidt op weg naar steeds inniger verbondenheid met het Opperwezen. Vloeibaarheid symboliseert spontaniteit, de beker met zijn vaste vorm weerspiegelt de vaste regels van het Jodendom. Beide zijn nodig, een eigen van binnen gevoelde opwelling maar ook die dirigerende hand, die opborrelend initiatief in goede banen leidt.
In de ochtend: handenwassen Er zijn verscheidene redenen waarom wij in de ochtend onze handen moeten wassen. Wij zijn gereed een nieuwe dag in dienst van G'd te beginnen. Wij zijn een "koninkrijk van priesters en een heilige natie". Het wassen van onze handen herinnert ons daaraan. Kabbalisten stellen dat als onze G'ddelijke ziel ons lichaam verlaat, een `onreine' geest bezit van ons neemt (die soms tot onreine gedachten of dromen brengt). Wij wassen onze handen direct na het wakker worden om daarmee onze lichamelijke en spirituele reinheid te herstellen. Zindelijkheid van lichaam en geest is ons devies.
De juiste manier om `s morgens onze handen te wassen is door in de rechterhand een kan of glas met water te nemen, die vervolgens naar de linkerhand te brengen en dan het water afwisselend driemaal over de rechterhand en de linkerhand te gieten. De rechterhand haalt het goede naderbij, de linkerhand stoot het verwerpelijke af. Het dagelijkse leven is één continue test. Zaken, die slecht zijn voor onze geestelijke gezondheid moeten we afstoten. Dingen, die onze spirituele groei bevorderen, moeten we aantrekken.
©Dayan mr. drs. R. Evers 2013 |