Wanneer een vrouw bevalt of menstrueert moet ze het mikve bezoeken. Ze wordt `nida’ hetgeen ‘verwijderd, afgescheiden’ betekent. Man en vrouw mogen geen seksueel contact hebben gedurende de menstruatieperiode.
Hoewel dit een chok (een onbegrijpelijke wet) heet, heeft de maandelijkse onthouding toch enige logica. Minimaal twaalf dagen per maand geen seksueel contact voorkomt sleur en verveling. Iedere keer wanneer de vrouw uit het mikve komt, is het een herbeleving van de wittebroodsweken.
Het mikve moet ook bezocht worden bij bekering tot het Jodendom. In feite wordt de ontstaansgeschiedenis van het Joodse volk herhaald. Vlak voor de uittocht uit Egypte moesten de Joden zich besnijden, zich onderdompelen in reinigingswater, en een offer brengen. Wanneer nieuw bestek, pannen en borden in een Joodse gezin worden binnengebracht, moeten deze ‘getouweld’ worden. Dit is een soort bekering van het eetgerei want onze tafel is als een altaar. Alle vaatwerk moet geheiligd worden als de vaten uit de Tempel.
De mens leeft in een fundamenteel conflict met natuur en milieu: “In het zweet uws aanschijns zult u brood eten”. Gebruik van (metalen) instrumenten is de eerste stap op weg naar beschaving. Rabbiner Hirsch (1808-1888) zegt dat het gebruik van instrumenten – zelfs bestek bij het eten – een uiting is van onze heerschappij over het aardse. Eten is een functie uit de dierlijke sfeer. Wanneer wij eetgerei gebruiken om onze dierlijke behoeften te bevredigen, wenden wij onze hoogste geestelijke vermogens aan om onze animale natuur te dienen. Door onderdompeling in het mikve ontstaat een verheffing van het aardse. Zelfs eten en voortplanting krijgen wijding.
Seksualiteit heet bij ons ‘heilig’. Er bestaan vele menstruatietaboes in primitieve maatschappijen. Maar wat is dat eigenlijk menstruatie? Biologisch gezien is dit oneconomisch en onesthetisch. Waarom kan de vrouw niet net zoals de man constant gereed zijn voor het voortplantingsproces? Biologen noemen dit een onbegrijpelijke inefficiëntie van de natuur. Voor primitieve volkeren was dit afschrikwekkend en onlogisch. Het werd toegeschreven aan een kwade macht.
Maar bij ons past dit in het patroon van menselijke onvolmaaktheid na Adams zondeval. We kunnen ons zowel in lichamelijk als geestelijk opzicht niet makkelijk perfectioneren en vervolmaken. De grootste menselijke onvolmaaktheid is zijn sterfelijkheid. Potentieel zouden mensen zichzelf constant kunnen vernieuwen en eeuwig leven. Een ander gevolg van de zondeval was dat een vrouw tijdens de baring als in doodsnood verkeert. Ook onze houding tegenover ons eigen lichaam en tegenover seksualiteit werd totaal anders. Kinderen krijgen zou een normale, biologische functie moeten zijn maar tegenwoordig is het een bron van neurotische dwangmatigheden, frustraties en taboes.
De menstruatiecyclus staat in verband met onze ontaarde toestand, onze breuk met de natuur, onze degradatie en herinnert ons constant aan onze Zondeval. Was een vrouw of man onrein dan mocht men niet in de Tempel, want de Tempel is het Paradijs in miniatuurvorm.
Het Joodse huwelijk heet ‘kieddoesjien’ – heiligheid. Het vermogen om kinderen te scheppen is heilig. De besnijdenis vindt plaats aan het voortplantingsorgaan. Pas na de besnijdenis van Awraham werd Jitschak geboren. Na de besnijdenis kunnen er nesjommes (zielen) naar beneden afdalen met een groter kedoesjagehalte. De Briet-mila is de eerste stap op weg naar de verheffing van de mensheid uit zijn gevallen toestand. Door de Briet-mila wordt de band met Gan Eden - ook Adam werd besneden geschapen – hersteld. Voor de vrouw geschiedt het herstel van de band met het Paradijs via het mikve.
Het mikve bestaat uit regenwater en is spiritueel verbonden met de rivier, die uit Eden voortkwam (zoals in het Scheppingsverhaal wordt verteld nadat Adam en Eva uit het Paradijs waren verdreven). Al het stoffelijke heeft een spirituele tegenhanger. Het lichamelijke aspect van de mens gaat in het fysieke mikve maar onze nesjomme gaat in het spirituele mikve. Water symboliseert de vloeibare toestand. Het verschil tussen vloeistof en vaste stof is verandering.
Het mikve is aarde en water. Leven is een doorlopende combinatie van verandering en bestendigheid. Bestendigheid en behoud van identiteit tegenover doorlopende groei. De mens is stof en water: vaste vorm en verandering. Wanneer iemand het mikve ingaat, dompelt hij zich onder in het basisidee van verandering. Hij / zij maakt zijn / haar ego kapot: onder water kan men niet leven. Dat is geestelijke reiniging en wedergeboorte. Elke keer opnieuw weer is het mikve een microbekering.
©Dayan mr. drs. R. Evers 2013
|