Erets Jisrael "Iemand in het land Israël woont, is te vergelijken met iemand die een G'd heeft; iemand die buiten het land Israël woont, is te vergelijken met iemand die geen G'd heeft" (Ketoebot 110b).
De Baal Sjem Tov leert dat wij dit misschien moeten zien in het licht van de Misjnah (Avot 5:19) waarin de volgelingen van Avraham met die van de kwade Bilaam wordt vergeleken. De leerlingen van Avraham waren nederig en streefde constant er naar zichzelf te overtreffen. De volgelingen van Bilaam - echter - waren trots op hun inzichten en hun inzet was erg mager. Wanneer iemand een volgeling van Avraham is die de hele dag ijverig is in Torastudie en het dienen van Hasjem, wordt hij "iemand die Israël bewoont" genoemd. Maar wanneer hij er voor kiest om zich niet voor Torastudie en gebed in te zetten, wordt hij ‘iemand die buiten Israël woont"genoemd. Hij is iemand die geen G'd heeft (Ben Poras Yosef, Vayeishev Mikeitz; Sefer Baal Shem Tov, Lech Lecha, 36, footnote 50)
De heilige Baal Sjem Tov heeft drie keer om zijn eigen leed tranen gelaten:
- toen het Hemelse Gerecht zijn spirituele verworvenheden wegnam
- toen zijn dochter Adel - op haar reis naar Erets Jisrael - in zee viel
- toen zijn vrouw overleed
Hij zei: ‘Ik verlangde en verwachtte dat in Erets Jisrael begraven zou worden. Maar nu ben een "halve lichaam" in Diaspora. Ik zie dat deze helft ook hier moet blijven." (Ner Yisrael II, Eretz Yisrael, p. 134)
(Bron: David Sears "The Path of the Baal Shem Tov; early Chasidic teachings and customs")
©Jodendom-online 2007 |