11 Niesan 5784 | 19 april 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Waarom de Torah het eten van vlees [nog] niet verbiedt
Publicatiedatum: maandag 28 januari 2019 Auteur: Redactie | 4.311 keer gelezen
Voedsel en Kasjroet, Sjechita [rit. Slacht], Redactie, Mosjiach [Messias], Dieren en natuur »
Fotocredits: Tripadvisor UK

"Er bestaat een belangrijk verband tussen vegetarisme en de Joodse traditie. Dit omdat vegetarisme het dieet van Gan Eden en de Messiaanse tijd voortzet."

- Rabbi David Sears –
[Bron: De vision of Eden van Rabbi David Sears hoofdstuk 6 "Judaism and Vegetarianism" blz 95]

Voor veel mensen, zelfs voor sommige charediem, is het een groot vraagteken waarom de Torah ons toestemming heeft gegeven vlees te eten. Sjchitah, 'rituele' slacht kan toch nooit pijnloos vergaan? *En is wreedheid tegen dieren niet een Torah-verbod?

Toen de mens geschapen werd, werd hij door G'd gekozen om een leidende spirituele rol in de wereld te hebben. Voor de chet - zonde - mocht hij geen dieren eten. Hasjem zei: "Zie, Ik heb je alle zaadzaaiende zaden gegeven die op de aarde zijn en alle bomen die vruchten hebben met zaden om planten - voor jou zal het tot voedsel zijn" [Bereesjiet/Gen.1:29]. Zoals we hier zien, is de mens dus vegetarisch geschapen.

Maar toen de mens door de chet zijn verheven spirituele niveau verloor naar het punt van diefstal, moord en men deed maar wat ze nodig achtten, mochten ze om twee redenen dierlijk vlees eten:
1.** Opdat de mens zowel zijn verheffing boven de natuur als zijn intrinsieke heiligheid zou realiseren. Hij mag inderdaad de rest van de dieren doden en opeten, zodat de mens zich zou realiseren dat ***dieren gedood mogen worden, maar dat mensen doden verboden is.
2. Het eten van dierlijk vlees voorkomt kannibalisme. De basisbehoefte om überhaupt vlees te eten kan gestild worden door het eten van dierlijk vlees.

Deze toestemming om vlees te eten begon pas na de Malboel, Zondvloed, zoals het vers zegt: "En G'd zegende Noach en zijn kinderen en Hij vertelde hen ... en de angst voor jou onder alle dieren van het land en de vogels in de lucht en alles wat op aarde kruipt en alle vissen in de zee, [zij] worden in jouw handen gegeven. Alle kruipende levende wezens die je mag eten, net als de groenten en grassen die Ik je allemaal heb gegeven" [Bereesjiet/Gen. 9:1-2].

Zolang de Mosjiach ben Dawied er nog niet is, zou het dus een vergissing zijn om de consumptie van vlees te verbieden. Zolang de mensheid haar voorbestemde doel [Mosjiach ben Dawied] nog niet heeft bereikt, bestaan de twee bovengenoemde gevaren nog steeds.

Toen wij, het Joodse volk, bij Matan Torah - ontvangst van de Torah - "een koninkrijk van priesters en een heilige natie" werden, werden de meeste dieren voor ons Joden als consumptie verboden. De lijst van verboden dieren omvat roofdieren [of zij nu jagen voor aas of kadavers eten], dieren die in vuil leven en dieren die zichzelf onderhouden middels besmetting. We mochten alleen dieren eten met zachte eigenschappen waarvan het lichaam én het innerlijke zachtaardig zijn. Dit zodat ons Joodse lichaam en onze Joodse ziel niet zouden beschadigen. Zelfs deze dieren zijn alleen toegestaan als zij ritueel worden geslacht, wat geen pijn voor het dier oplevert [zie Wetenschappelijk bewijs].

Het bloed van ongetemde vogels en ongetemde dieren die na sjchita voor ons geoorloofd worden, moeten bedekt worden. De reden is dat wij ons voor deze daad moeten schamen en dat is het doden van dieren. Het doden van dieren herinnert ons er aan dat we [nog steeds] niet de verheven staat hebben bereikt waar G'd ons wil hebben als de gehele mensheid [Jood en niet-Jood]. Het bloed van huisdieren - getemde dieren - hoeven niet bedekt te worden, omdat het doden van deze dieren niet zo 'schandelijk' is als het doden van dieren die uit het wild moeten worden gevangen.

Een uitzondering op dit idee zijn echter kippen die opgroeien in een kippenren. Hun bloed hoeft niet bedekt te worden. Hoewel we het vlees na sjchita en het bedekken van het bloed kunnen eten, is het nog steeds verboden om het bloed van het dier te eten. Bloed is de essentie van de levenskracht van het dier en het consumeren van hun levenskracht leidt tot wreedheid. Daarom wordt ons bevolen om het bloed uit het vlees te verwijderen. Dit doen we middels het vlees te zouten of het vlees in het vuur te roosteren om zo al het bloed te kunnen verwijderen.

"Laat het volgende tot je doordringen: de dieren die bestonden tijdens de zes dagen van de schepping waren spiritueel verhevener dan de mensheid van vandaag, van na de zonde van Adam”

Rabbi David Sears - 
[Bron: De vision of Eden van Rabbi David Sears hoofdstuk 4 "Additional Source Texts" Sources Chapter 2 blz. 156

Wanneer de wereld ten tijde van Mosjiach ben Dawied echter voltooid is, zullen zowel mens als dier terugkeren naar hun oorspronkelijke sublieme staat. Dit wordt in door Rabbi Chaim Vital besproken in de Shaar Mitzvot. Daar spreekt hij over Adam's verheven niveau voor de chet. En bij het verlies van zijn hoge spirituele niveau, werd de gehele beria – schepping – , inclusief het dierenrijk, naar het lage huidige niveau getrokken. ****Zodra Mosjiach ben Dawied verschijnt, zal eten van vlees weer verboden worden [wellicht is dat de reden waarom er nu – einde van de Einde der Tijden – een enorme opkomst bestaat van vegetarisch voedsel die als uitstekende vleesvervangers dienen!].

Maar hedentendagen moeten we nog ons gebrek aan het bereiken van dit niveau erkennen en het eten van vlees niet verbieden. Als we doorgaan met het verbieden van vleesconsumptie op dit punt, zal dit leiden tot nog meer wreedheid onder de mensheid.

Als we doorgaan met het verbieden van vleesconsumptie op dit punt, zal dit leiden tot wreedheid in de mensheid tegenover elkaar.

Het is bekend dat er mensen zijn die erg medelevend zijn ten opzichte van dieren, maar meedogenloos naar hun naaste. De nazi's waren hiervan een goed voorbeeld. Hose'a 13:2 zegt: "Degene die een mens slacht, kust kalveren". De psychologische reden hiervoor is dat er twee tegengestelde krachten in de psyche van de mens bestaan:
1. De neiging om iets of iemand te vernietigen of te schaden toe te brengen omdat zijn naaste niet met hem eens is of het ding hem niet bevalt,
2. Het geweten dat wil dat we goedhartig zijn, mededogen hebben en vriendelijk onderling zijn.

Daarom zal iemand de neiging heeft tot vernietiging van zijn medemens, zijn geweten kalmeren door overdreven medeleven met dieren tonen. Want het konijn en de kat vormen geen bedreiging voor hem zoals een medemens misschien is. Ze zijn dus de waardige ontvangers van zijn misplaatst mededogen terwijl zijn medemens tegelijkertijd de dupe is van zijn woede. Iemand die zich te veel bezighoudt met het welzijn van dieren boven wat de Torah vereist, kan ontdekken dat hij wreed is tegen zijn medemens.

*Footnote: een paar voorbeelden:
• Onder de regels van Ahavat Haberiot, liefde voor alle schepsels van G'd, is tsa'ar ba'alei chajjiem - wreedheid naar dieren - ten strengste verboden. Barmhartigheid en het goed behandelen van dieren wordt juist gestimuleerd [Talmoed Shabbat 117b; Dwariem/Deut. 22:9].
• Daarnaast zegt onze beroemde Geleerde en Commentator op de Torah RaSJi op de vers Wajjiqra/Leviticus 25:7 dat wanneer de wilde dieren op jouw veld geen eten meer kunnen vinden, dan ben je verplicht deze wilde dieren bij te voeren vanuit jouw privémiddelen!
• De kracht van G'dvrezendheid vereist óók dat je geen aanleiding mag geven waardoor enig schepsel lijdt, dit geldt zelfs voor de dieren. Je moet barmhartigheid en mededogen tonen jegens hen
[Messilat Yesharim van Rabbi Mosje Chaim Luzzatto, 18e eeuw, hoofdstuk 19].


**Footnote: niet Joden mogen geen vlees eten dat van een levend dier komt. Joden moeten zich aan sjchitah houden. Zowel Joden als Bnej Noach dienen een berecha [zegenspreuk] over eten en dus over vlees te doen. Anders is het een vorm van diefstal, want “Lasjem ha'arets oemlo'ah teveel wejsjvej vah.... de aarde en haar volheid, het bewoonde land en degene die daar in wonen is van Hasjem…" [Tehilliem 24:1]. Dus zonder zegenspreuk is alles nog steeds van Hasjem en neemt men dit ongevraagd.

***Footnote: dieren mag je niet zomaar doden. Vaak worden dieren voor de sport en/of plezier gedood. In vele gevallen valt het doden van dieren onder bloedvergieten. Dit is voor zowel Bnej Noach als Joden is verboden. 'Or Hachaim leert dat het moorden van een dier dat geen goede menselijke doeleinden heeft, moet net zo serieus genomen worden als moord op een mens [bron].

En

Alle zielen die voorbestemt waren om tot het einde van alle kosmische cyclussen [sjmitot] de wereld binnen te gaan, waren aanwezig bij de Berg Sinaj [samen met Mosje Rabbenoe herwonnen alle zielen van Jisrael het spirituele niveau van Adam Harisjon van voor de zonde].
Zodoende dat bij de samenkomst bij Berg Sinaj zij [maar ook de zielen van alle dieren die daarbij waren] uit hun lichamen [wegvlogen] en opstegen naar de Wereld van de Zielen. Daarom moet je voorzichtig zijn om zomaar het leven te nemen van ieder schepsel, want ook zij hebben de Tien Geboden gehoord bij de berg Sinaj die 68 *alefs bevat.
En er is daarom geen twijfel mogelijk dat het vee en schapen aanwezig waren bij Matan Tora [het geven van de Tora] en ook zij proefden de Dauw van Techiat Hametiem, Opstanding der Doden.

*De letter alef is de eerste letter van het alfabet. Deze staat symbool voor de gemeenschappelijke oorsprong van alle schepsels. De gematria, letterwaarde, van het woord chaim - leven - is eveneens 68. Daarom omvatten de Tien Geboden - die het hart van de Tora vormen - een spirituele kanaal waardoor alle schepsels [red.dus ook dieren] direct of indirect het eeuwige leven zullen ontvangen [Bron: De vision of Eden van Rabbi David Sears hoofdstuk 4 "Additional Source Texts" Sources Chapter 5 blz. 209].

****Footnote: "Sefer Hakanah zegt naar aanleiding van Sjchitah - Joods 'rituele' slacht - en wel in Sod Hashechitah Chayot U'Behamot pag. 279-289 het volgende. De controverse binnen het Jodendom over de rol van de dieren in het menselijk leven zal tot de tijd van de Mosjiach doorgaan ['blijven wij tot in de einde der tijden vlees eten?', 'zullen de dierenoffers straks weer ingesteld worden in de 3e Tempel?', enz.].

Toch zijn er duidelijke teksten vanuit zowel de TeNaCH, Torah als de Kabbalah waar de rol van de dieren in de tijd van de Mosjiach prominenter en belangrijker lijken dan er over het algemeen wordt aangenomen. We kunnen zelfs stellen dat de toekomst van de dieren, die Hasjem voor hen opzij heeft gelegd, ronduit verbluffend waardoor de dierenliefhebber die al Hasjem dankt en prijst voor Zijn schepping van de dieren, nog meer van Hem gaat houden.

In de Kabbalistische geschriften vinden wij namelijk een opmerkelijke beschrijving van hoe het heelal in de toekomst uit zal zien. De wereld zal ten aan zien van de huidige realiteit enorm veranderen. Alle aspecten van het universum zullen verhoogd worden. Zelfs de dieren in de toekomstige tijdperk zullen anders zijn. Zij zullen volgens de heilige Ari Z”L – een van de grootste Kabbalist in de Joodse geschiedenis – naar een niveau stijgen van de huidige mensheid [Sha’ar Hamitzvot van de Ari Z”L].

Het is daarom volkomen dat er geen offers worden aangeboden van zulke 'mensachtige' dieren. Op het moment zullen er volgens de Ari Z”L geen strijd en conflicten zijn tussen de soorten. De mens zal het doden van dieren voor hun fysieke, morele en spirituele behoeften niet meer nodig hebben, want ook de mens zelf stijgt naar een hoger niveau!

Bron: Why Doesn’t the Torah Command Me to be a Vegetarian? van Rabbi Zamir Cohen sjlita
Copyright © 2019 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.