19 Adar 5784 | 28 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Chanoeka, het Inwijdingsfeest: enkele nieuwe vragen, filosofieen en gedachten
Publicatiedatum: zaterdag 04 december 2021 Auteur: opperrabbijn Evers | 742 keer gelezen
Chanoeka, Opperrabbijn R. Evers »
Er staan nog vele vragen open:
1. Waar staat Chanoeka aangeduid in de Tora? Is een aanduiding in de Tora wel nodig voor Chanoeka?
2. Wat heeft de Chanoeka-geschiedenis te maken met de Parsja Mikeets en de geschiedenis van Joseef die altijd rond Chanoeka gelezen wordt?
3. Alle voorwerpen uit de Tempel waren door de Hellenisten ontwijd. Waarom is er alleen een herinnering aan de herinwijding van de Menora maar worden de andere Tempelvoorwerpen niet genoemd?
4. Wat heeft Chanoeka met het joodse huis te maken dat wij in de Talmoed zeggen neer iesj oebeto – iedereen steekt met zijn huis een kaars aan?

Inleiding
Chanoeka staat niet in de Tora, maar is het laatste Joodse feest dat de Chagamiem (Wijzen) hebben ingesteld. Dit geschiedde ter herinnering aan het Chanoeka-wonder bij de herinwijding van de Tweede Tempel, nadat heidenen uit de Griekse traditie daar afgodsbeelden hadden neergezet. Chanoeka betekent "inwijding", maar staat ook bekend als "het feest van het licht" en duurt acht dagen.

De eerste dag van dit feest begint na zonsondergang op de 25e dag van de joodse maand Kisleev (dit jaar 's avonds op 28 november). Het feest werd ingesteld ten tijde van de Griekse overheersing over Israël, in het midden van de tweede eeuw vóór de burgerlijke jaartelling. De lamp die wordt aangestoken, wordt de Menora of Chanoekia genoemd.

Het woord Chanoeka ‚inwijding‘ betekenen (zoals Chanoekat Habajit – inwijding van het woonhuis) maar het kan ook worden gesplitst in twee woorden: Chanoe en Ka. Chanoe betekent in het Hebreeuws: zij rustten, terwijl Ka in het Hebreeuws wordt geschreven als Chaf Hee, wat 25 betekent, dus: zij, de Makkabeeën, rustten op de 25e.

De 25e reis van het joodse volk in de woestijn
Chanoeka is een deel van de reis door de geschiedenis van het joodse volk. Alle zaken, die de Chagamiem (Wijzen) hebben ingesteld, staan ergens aangeduid in de Tora. De helden van Chanoeka waren de Chasjmona’iem (meestal Makkabiem genoemd). In Parasja Massa’ee (einde Bamidbar, vierde boek van de Tora) waar de 42 reizen door de woestijn beschreven worden staat bij de 25e reis als reisbestemming de rustplaats Chasjmona. Dat was verblijfplaats nummer vijfentwintig in deze reis (Bamidbar 33:29). Chanoe Chaf Hee: Zij rustten op de 25e. Dit is een hint uit de Tora dat de "rust" van de Chasjmona‘iem zal plaatsvinden op de vijfentwintigste van Kislev!

Historische achtergrond
Tijdens de Tweede Tempelperiode - ongeveer 2200 jaar geleden - vaardigde de Hellenistische Syrische regering allerlei verordeningen uit tegen het Joodse volk om hun godsdienst uit te roeien. Zo verboden zij de studie van de Tora en het verrichten van mitsvot (geboden). Ook stalen ze de eigendommen van de Joden en lieten hun dochters niet met rust. Hellenisten drongen de Jeruzalemse Tempel binnen, richtten er een afgodsbeeld van Zeus op, offerden zwijnen aan de griekse goden en verontreinigden er alles wat rein was.

De Joden leden zwaar onder de Grieken, totdat HaSjeem (G'd) hen bevrijdde. De Makkabeeën versloegen de Griekse overheersers en benoemden een koheen, een priester uit de stam Levi, tot koning. Aldus werd de soevereiniteit van Israël hersteld tot de verwoesting van de Tweede Tempel in 70 na.

Het wonder van het kruikje olie
Op de 25e van de joodse maand Kisleev 164 v.d.g.j. betraden de Makkabiem het heiligdom. Maar zij konden niets meer vinden dan een enkele kruik met zuivere olie met het hechsjeer, het ongeschonden zegel van de hogepriester erop. Deze kruik bevatte genoeg olie om de grote kandelaar, Menora in de Tempel, precies één dag te laten branden. Maar G'd beloonde hen met een wonder. Het lukte om de Menora acht dagen lang te laten branden. In die acht dagen had men genoeg tijd om nieuwe, zuivere olie te maken uit geperste olijven. Daarom besloten de Geleerden van die generatie, dat voortaan elk jaar gedurende acht dagen, elke avond een licht wordt aangestoken voor het raam of bij de voordeur, zodat het wonder voor iedereen zichtbaar is.

Het kruikje olie symboliseert de jiddisje Nesjomme, de joodse geest. Die zal – wonder boven wonder – blijven branden tot de tijd van de Masjieach. De joodse geest is gebaseerd op de Tora. De Tora vormt het fundament van de wereld. We lezen over de geschiedenis van Joseef in de tijd van Chanoeka. Dit is uiteraard geen toeval. Een tsaddiek (rechtvaardige, heilige) wordt eveneens het fundament van de wereld genoemd.

Fundament van de wereld
Een tsaddiek is het fundament van de wereld. In de traditionele joodse literatuur worden twee mensen een tsaddiek genoemd, Noach in de Tora (Bereesjiet/Gen. 6:9) en Joseef in de Talmoed (B.T. Joma 35b). In ons joodse spraakgebruik hebben we het alleen over Joseef, de tsaddiek. Niemand anders draagt deze eretitel. Noach redde de wereld in de dagen van de zondvloed. In de tijd van de hongersnood redde Joseef de hele toenmalige wereld. In het Jodendom is een tsaddiek iemand die door zijn religieuze oprechtheid en zijn intense rechtschapenheid de wereld redt. Alleen iemand die alle leven ondersteunt, verdient deze eretitel. Hij heeft een van de belangrijkste eigenschappen van het Opperwezen in zijn persoonlijkheid geincorporeerd.

Waarom alleen de Menora? Alles was onrein geworden!
Alle keliem, Tempelvoorwerpen waren onrein geworden. Het altaar, mizbeach, moest begraven worden. Nu krijgt de openingsvraag ‚waarom werd en wordt alleen de reiniging van de Menora gevierd?‘ veel meer relief. In het verlengde hiervan moet men zich ook afvragen waarom juist de Chasjmonaiem (Makkabiem) de grote helden waren bij de reiniging van de Menora? De Chasjmonaiem waren inderdaad de mensen, die de opstand begonnen en uiteindelijk wonnen. Maar zij hadden een probleem. Zij lieten zich later tot koningen over Israel kronen hoewel ze kohaniem (priesters uit de stam Levi) waren, die geen recht op de troon hadden. Alleen de afstammelingen van de stam Jehoeda hadden hier recht op. Volgens verschillende verklaarders hebben de Chasjmonaiem daarom later hun hele koningshuis verloren, als straf voor deze grensoverschrijding. Waarom heeft G’d de Chasjmonaiem de overwinning dan gegund hoewel ze zouden zondigen in het koningschap? Goede dingen, stellen onze Wijzen, worden door goede mensen teweeggebracht!

Strijd ging voornamelijk om de Tora
Waar het om ging in de Chanoeka-geschiedenis was dat de Hellenisten probeerden de Joden "de Tora te laten vergeten en hen G’ds wetten te doen overtreden." Met Chanoeka voerden we voornamelijk een spirituele oorlog. De Hellenisten beseften dat de basis van het joodse volk de Tora was. Zij wilden ons deze G’ddelijke Tora afnemen en ons de Griekse filosofie opdringen. Daarom werd met name Toraleren verboden.

De Menora is het symbool van de Tora
Daarom wordt ook het wonder van de Menora zo benadrukt. De Menora was het symbool van de uitstraling van de Tora. Het mizbeach, het altaar symboliseerde opefferingsgezindheid, de Sjoelchan de parnassa, het fysieke levensonderhoud. Daarom kwam de overwinning door de Chasjmonaiem. De Chasjmonaiem, de kohaniem (priesters) uit de stam Levi, zijn de beschermheren van Tora en traditie. De hoeders van Tora en traditie moesten deze strijd voeren en winnen. Juist in de periode na de overwinning van de Chasjmonaiem groeide en bloeide met name de Tora weer binnen Am Jisraeel. De glorie van de Tora, zijn rijkdom en zijn schoonheid kwamen pas weer duidelijk naar voren na de Chasjmoneische zelfopoffering (mesiroet nefesj) voor Tora en traditie. Als een phoenix uit de as herrees de Tora tot ongekende hoogten in de tijd van de Tannaiem en Amoraiem, de tradenten (overdragers) van de Mondelinge Leer, de Misjna en de Talmoed, direct na de Chanoeka-geschiedenis.

Wat heeft Chanoeka met het joodse huis te maken?
In de Talmoed staat ‚neer iesj oebeto‘ – iedereen steekt met zijn huis een kaars aan? Een van de dingen die de Hellenisten wilden wegvagen was de heilgheid van het joodse huwelijk. Laten we deze vraag behandelen als een halachische vraag, die ik onlangs kreeg: „Mijn vrouw werkt ver weg en komt laat thuis. Moet ik de Chanoeka-kaarsen direct met nacht aansteken, of moet ik wachten tot zij thuiskomt?“. Het antwoord is, dat alhoewel het aansteken van Chanoeka-kaarsen een mitzva is die buitengewoon geliefd is, mag dit toch niet ten koste van de harmonie in het gezin gaan. Als men op vrijdag maar één kaars heeft, en geen andere kan kopen, moet die gebruikt worden voor Sjabbat-kaarsen en niet voor Chanoeka-kaarsen, want Sjabbat-kaarsen werden ingesteld om sjalom bajiet te bevorderen, d.w.z. vrede en harmonie in huis, tussen man en vrouw. Zonder licht zouden de mensen niet in staat zijn om te zien, en sjalom bajiet zou negatief beïnvloed worden (B.T. Sjabbat 23b). De Chafetz Chaim vertelde over zijn leraar en Rabbi Chaim Kanievsky vertelde hetzelfde over Rabbi Joseef Chaim Sonnenfeld dat zij altijd zeer precies waren om Chanoeka-kaarsen exact op tijd aan te steken. Maar wanneer hun vrouwen te laat thuis kwamen, stelden zij het aansteken van Chanoeka-kaarsen uit totdat de dames thuis waren. Sjalom bajiet heeft voorrang boven Chanoeka-kaarsen.

Waarom is het joodse huis zo belangrijk, ook op Chanoeka? Omdat ook de heiligheid van het joodse huwelijksleven niet veilig was voor de Hellenistische soldaten. Het Hellenisme hield er een heel andere huwelijksmoraal op na. Maar uiteindelijk kwam het Jodendom weer met volle kracht en nieuwe energie terug. Het Jodendom kwam als herboren terug op het wereldtoneel en is sindsdien niet meer weg te denken.

Chanoeka sameach!
Een gelukkig Chanukah voor iedereen!



Copyright © 2021 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.