6 Chesjwan 5785 | 07 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Het scheiden van melkkost en vleeskost in de Joodse keuken
Publicatiedatum: dinsdag 21 maart 2023 Auteur: Opperrabbijn Evers | 2.973 keer gelezen
Halacha, Voedsel en Kasjroet, Opperrabbijn R. Evers »
Kook geen bokje in de melk van zijn moeder” (34:26). Dit verbod komt driemaal voor in de Tora.

Melk en vlees scheiden
Een van de meest ingrijpende voedingsvoorschriften in de Joodse wet is het scheiden van melk en vlees. Het braden van vlees in boter of het eten na de vleesmaaltijd van een lekker melkkost toetje zijn voor ons een onmogelijke combinatie. Ook op praktisch gebied zoals de inrich­ting van de keuken, oefent dit verbod vergaande invloed uit. Men heeft twee sets bestek en twee spoelbakken: kortom twee gescheiden keukens.

Achtergronden van dit verbod
Avraham ibn Ezra (1092-1167) ziet hierin een maatregel tegen wreedheid. Het zou barbaars zijn om een jong bokje in zijn eigen moedermelk gaar te koken. Een andere reden tot het verbod op het mengen van vlees en melk ziet Maimonides (1135-1204) in heidense gewoonten. Hij veronderstelt dat heidense volkeren in het oude Kena’an en omgeving een ritueel kenden waarbij men een bokje in de melk van zijn moeder kookte. Deze veronderstelling werd versterkt door kleitabletten die in Ras-Sjamra (Syrië) zijn gevonden. Deze lijken inderdaad een soort vruchtbaarheidsritueel te beschrijven waarbij men in moedermelk kookte. Doordat melk met nieuw leven werd geassocieerd, kende men deze vloeistof grote magische krachten toe.

Volgens Rabbi Sjemoe’eel ben Meir (1085-1174) was overal veel geitenmelk voorradig. Als je dat kookt in de melk van zijn moeder ben je ongevoelig.
Rabbi Aharon Halevi (14e eeuw), auteur van Sefer Hachinoech, ziet in het samen koken van het bokje en zijn moedermelk geen verboden heidens gebruik maar eerder een inbreuk op de natuurlijke gang van zaken. Het bokje en de moedermelk zijn twee aparte aspecten van de levenscyclus van het dier, die niet vermengd moeten worden. In dezelfde trant wijst Rabbi Efraim Luntshits (16e eeuw) op de gelijke bron van melk en het bokje. Beide worden geproduceerd uit het bloed van het moederdier.

Het bokje in de moedermelk
De Tora herhaalt drie keer het verbod om ‘een bokje in de melk van zijn moeder te koken’. Volgens de Talmoedische interpretatie van de Tora-tekst, gaat het hierbij om drie verschillende aspecten van het verbod: het is verboden om het mengsel te koken, te eten en er op welke manier dan ook profijt van te hebben. Het verbod gaat ook verder dan alleen maar een bokje. Ook koeien, schapen of geiten vallen onder dit verbod. De uitdrukking ‘in de melk van zijn moeder’ moet eveneens niet letterlijk worden opgevat: ook de melk van een willekeurig ander dier – koe, schaap of geit – zou onder het verbod vallen. Gevogelte (kippen, duiven en dergelijke) en wild – bijvoorbeeld een steenbok, hert of gnoe – vallen volgens sommige Talmoedgeleerden buiten dit verbod. Ook vissen vallen buiten het verbod en kunnen dus gewoon in boter worden gebakken. Sommige Oriëntaalse Joden eten echter ook geen vis samen met melk omdat dit ongezond zou zijn.

Rabbijnse toevoegingen aan het verbod
In de Rabbijnse leer wordt een onderscheid gemaakt tussen de interpretaties op tekst van de Tora, de Mondelinge Leer en Rabbijnse toevoegingen op de wetten van de Tora. Volgens de Rabbijnse visie zijn veel details van de wetten van de Tora mondeling overgeleverd van geslacht op geslacht en zijn deze uiteindelijk terug te voeren tot Mosjee. Ook deze details kreeg hij van G’d geopen­baard. Veel van de inhoud van deze Mondelinge Leer is via verschillende leermethodes terug te vinden in de Tora-tekst zelf.

Daarnaast zien de Rabbijnen het als hun taak om een soort ‘omheining om de wet van de Tora’ te maken. Dit houdt in dat de Rabbijnen bepaalde zaken verbieden die strikt gezien niet binnen het verbod van de Tora vallen. Door de grens al wat eerder te trekken hoopt men misstappen nog verder te voorkomen. Wanneer een persoon per ongeluk toch dit Rabbijnse verbod overtreedt, is er feitelijk gezien nog geen sprake van overtreding van een Tora-verbod.

In het geval van het Toraverbod om melk en vlees samen te koken, hebben de Geleerden het een en ander toegevoegd, als omheining of om vergissingen te voorkomen. Allereerst wordt er geen verschil gemaakt tussen rundvlees, gevogelte of wild. Daarnaast is het eveneens verboden om melk en vlees samen te eten, zelfs wanneer men dit niet eerst samen heeft gekookt. Met andere woorden: ook het drinken van een koud glas melk na een stukje koude worst is nu verboden. Het is eveneens verboden om melk en vlees in één maaltijd te nuttigen.

Wachttijd
Na een vleesmaaltijd moet men tot de volgende maaltijd wachten om melk te kunnen eten. Dit voorschrift uit de Talmoed heeft tot verschillende interpretaties geleid. Deze verklaringen zijn tot op de dag van vandaag de basis geworden van de verschillende gewoontes ten aanzien van dit Rabbijnse verbod.

Volgens sommige Middeleeuwse commentatoren betekent dit, dat men zes uur na vlees moet wachten voordat men melkproducten mag eten. De gedachte achter deze uitleg is dat het vlees behoorlijk verteerd moet zijn in de maag en geen smaak meer achterlaat. Anderen menen, dat vleesresten in de mond dusdanig aangetast moeten zijn door het speeksel, dat het niet echt meer vlees heet. Een andere verklaring let op de vraag hoeveel tijd er gewoonlijk tussen de maaltijden zit. Dit zou de wachttijd bepalen. Vaak zit er een tijdsspan van ongeveer zes uur tussen. Een laatste verklaring neemt de woorden van de Talmoed letterlijk: een andere maaltijd betekent de eerstvolgende maaltijd, ongeacht wanneer dat is. Nadat men de vleesmaaltijd met het dankge­bed of beracha heeft afgesloten, kan men meteen na een uur melk drinken; ongeveer de tijd die nodig is voor de belangrijkste spijsverte­ringsprocessen. Deze gewoonte was nog tot de 16-eeuw, onder andere in Polen, zeer wijdver­spreid.

Mede onder invloed van de Kabbala (mystiekleer), die eveneens een wachttijd van zes uur voor­schrijft, werd een wachttijd van zes uur bijna overal ter wereld alom geaccepteerd. Nederland behoort tot de weinige landen waar men nog steeds een wacht­tijd van een uur aanhoudt. In Duitsland was de gemiddelde wachttijd tussen twee maaltijden 3 uur, vandaar hun afwijkende gewoonte. Oriëntaalse Joden hielden al van oudsher de gewoonte aan om zes uur te wachten na vlees. Overigens is het niet verboden om na melk meteen vlees te eten (velen wachten tegenwoordig echter een half uur tussen melkkost en vleeskost). Voorwaarde is wel dat men iets tussendoor kauwt, de mond spoelt en van eventuele melkresten reinigt, terwijl de handen op kaasresten geïnspecteerd worden. Na bepaalde soorten kaas, die moeilijker verteerbaar zijn, wordt echter wel een wachttijd van een of zes uur voorge­schreven.

Dubbel bestek
Het verbod op het vermengen van melk en vlees heeft een ingrijpende invloed op de praktische indeling van keuken en keukengerei. Om de scheiding zo goed mogelijk vol te houden ontstond de gewoonte om van alles twee sets aan te schaffen. Dit betekent twee bestek­ken, een dubbele set borden, pannen, en alle andere keukenvoorwerpen in tweevoud. Maar ook de keuken zelf, vooral onder invloed van de toenemende ruimte en economische voorwaarden in de twintigste eeuw, wordt zo goed mogelijk ingericht op het houden van een gescheiden melk – en vleeshuishouding. Dit betekent dat men het liefst 2 aanrechten heeft of minimaal een aanrecht heeft met de spoelbak in het midden zodat het aanrecht netjes in twee gedeeltes, een melk- en een vleesgedeelte, valt in te delen. Indien mogelijk wil men het liefst ook twee spoelbakken zodat ook vieze borden en kopjes gescheiden worden. Men bergt pannen en bestek in aparte kasten op, zodat vergissingen zijn uitgesloten.

Ook bepaalde huishoudelijke apparaten kunnen problemen opleveren indien men een apparaat voor zowel melk als vlees wil gebruiken. Te denken valt aan alle soorten ovens en afwasmachines. Om deze apparaten geschikt te maken voor dubbel gebruik, indien toegestaan, moet men soms wel bepaalde accessoi­res extra aanschaffen, waarbij rabbinaal advies gewenst is.

Ongelukjes
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen is het natuurlijk mogelijk dat er toch iets misgaat. Dit hoeft niet altijd te betekenen dat men het gebruiksvoorwerp niet meer kan gebruiken, of een gerecht moet weggooien. Voor veel voorwerpen bestaat er de mogelijkheid om deze ritueel te reinigen. Dit moet meestal in kokend water gebeuren. Wanneer er bij het bereiden van een gerecht iets misgaat en melk en vlees toch met elkaar vermengd worden, is het in sommige gevallen mogelijk dat men het gerecht toch mag eten.

De Talmoed houdt meestal de stelregel aan dat de halachisch relevante aanwezigheid van een bepaalde stof door de concentratie ervan wordt bepaald. Wanneer nu een bepaalde stof in een concentratie van 1:60, of zelfs minder, met een ander ingrediënt is vermengd, dan wordt het beschouwd alsof die stof niet aanwezig is. Men mag hier echter alleen van gebruik maken in gevallen dat twee stoffen per ongeluk vermengd zijn. Wanneer dus in een pan met twee liter kippensoep per ongeluk enkele druppels melk vallen, dan is er nog geen verbod opgetreden. Op twee liter soep zou zelfs een concentratie van iets minder dan circa 33,333 milliliter melk nog geoorloofd zijn.

Gezondheid
Als reden van de spijswetten noemt Maimonides in zijn filosofische Gids voor de Dolenden zelfbeheersing: “Deze verordeningen proberen ons te trainen in de beheersing van onze eetlust. Ze trainen ons om zowel het verlangen naar eten in te dammen, alsook de houding tegen te gaan alsof het eetgenot het enige doel in het menselijke bestaan is”. De verboden in de Tora met betrekking tot voedsel hebben volgens hem ook gezondheidsredenen. Een mengsel van vlees en melk is te vet en zwaar verteerbaar. In moderne boeken over de spijswetten wordt nog wel eens verwezen naar het gezondheidsaspect. In Rabbijnse bronnen worden ook andere combinaties van etenswaren afgera­den: vis mag niet worden samen gegeten met vlees en het samen eten van melk en vis kan volgens sommige Rabbijnen aandoeningen veroorzaken.

Nep-vlees en fake-melk
Hoe zit het nu met producten die eruitzien als vlees of melk maar dit niet zijn? Mogen deze nu toch in combinatie met echte melkproducten of vlees gegeten worden? De Talmoed verbiedt namelijk zelfs de schijn van een overtreding. Mensen zouden wel eens tot verkeerde conclusies kunnen komen. Het eten van een soja-schnitzel onder het genot van een glaasje melk zou dus verboden kunnen zijn.

In de Rabbijnse literatuur van duizenden jaren geleden wordt een dergelijk probleem al behandeld. Het gaat bijvoorbeeld om de vraag of men amandelmelk mag drinken tijdens een vleesmaaltijd. Omdat men bang is dat de toeschouwer zou kunnen denken dat het echte melk is, moet men iets doen waaruit blijkt dat het niet om werkelijke melk gaat, bijvoorbeeld door enkele amandelen bij de witte vloeistof neer te leggen en zo te benadrukken dat het alleen maar om amandelmelk gaat. Tegenwoordig zijn er echter zoveel vlees- en melkvervangers in omloop, meestal op soja-basis, dat een toeschouwer niet meer op een verkeerd been wordt gezet. Men kan dus rustig een sojahamburger met echte melk drinken. Of een echte biefstuk met sojamelk en tofu-kaas.

©Opperrabbijn Evers 2023
Copyright © 2023 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.