Commentaar op Bereesjiet/Genesis 49: Voor zijn dood zegende Ja’aqov zijn zonen door hun karaktereigenschappen te observeren en hen met verschillende dieren te vergelijken. In de Tur HaAroch vergelijkt Ja’aqov ben Asher de koningschappen van Sja’oel Hamelech (koning Saul) en Dawied Hamelech (koning David), waarbij hij verwijst naar de dieren die verbonden zijn met hun stamvoorvaderen: de wolf van Benjamin en de leeuw van Jehoeda.
"בִּנְיָמִין זְאֵב יִטְרָף" (Binyamin is een wolf die prooi rooft). Het koningschap van Sja’oel, de eerste koning van Israël en een afstammeling van Benjamin, wordt vergeleken met dat van een wolf. Een van de kenmerken van een wolf is dat hij vlucht van de plaats waar hij zijn prooi heeft gedood en niet blijft zoals een leeuw dat zou doen. Het koningschap van Sja’oel duurde slechts tweeënhalf jaar, terwijl dat van zijn opvolger, Dawied, veertig jaar standhield. Ja’aqov vergelijkt het koninkrijk van Jehoeda daarom met dat van een leeuw, die na het doden van zijn prooi niet vlucht uit angst voor achtervolging.
(Tur HaAroch, Bereesjiet/Gen. 49:27:1)
Rasjbam's commentaar beschrijft het gedrag van wolven, met verwijzingen naar Bijbelse passages. Rasjbam, een middeleeuwse Franse commentator, geeft een letterlijke interpretatie van de Torah en verbindt het gedrag van wolven met verzen uit Jermiajahoe/Jer. en Tsefanja.
"ולערב יחלק שלל" (En 's avonds verdeelt hij de buit). Het is gebruikelijk dat wolven (die in groepen jagen) wachten met het verdelen van hun buit tot de avond. Dit wordt bevestigd in Jermijahoe/Jem. 5:6“Daarom doodt een leeuw uit het woud hen, een wolf uit de woestijn rooft hen, een luipaard loert over hun steden; iedereen die daaruit naar buiten gaat, wordt verscheurd. Want hun overtredingen zijn talrijk, en hun afdwalingen zijn toegenomen” en Tsefanja 3:3: “Haar vorsten in haar midden zijn brullende leeuwen; haar rechters zijn wolven van de woestijn, zij laten geen bot over voor de volgende dag”. (Rasjbam op Bereesjiet/Gen. 49:27:2)
Deze zegen werd zo bepalend dat de wolf het stamteken van Benjamin werd. De wolf stond ook op de banier van de stam van Benjamin toen de stammen door de woestijn trokken. Benjamin, staat voor zijn militaire vaardigheden en turbulente (!) geschiedenis (Bereesjiet/Gen. 49; Dwariem/Deut 33). Keer op keer werden Benjaminieten naar voren geschoven als experts in het werpen van speren en boogschieten. Sjao’el Hamelech (koning Saul) en zijn zoon Jonathan werden beiden geprezen om hun uitzonderlijke vaardigheden binnen een stam die algemeen bekend stond om hun uitmuntendheid met de boog.