12 Ijar 5784 | 20 mei 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
De Naam Hasjem
Publicatiedatum: zondag 30 december 2007 Auteur: Erik Alberts en Devorah | 3.078 keer gelezen
Kabbalah, Redactie, Wetenschap »

De naam van de Here (10-5-6-5) zien wij dus tot uitdrukking komen in de geslachten vanaf de schepping tot aan Sinaj. Het principe is dat de tweede 10 is gedeeld in twee vijven. Zij vormen het mannelijk en vrouwelijk deel in deze wereld. Zij zijn dus wel afkomstig uit hetzelfde geheel, maar staan toch in tegenstelling tot elkaar, zoals dus lichaam-ziel, leven-dood, goed-slecht, etc. Wat is nu het nut van die tweedeling? Dat is eenwording en die kwam zeker tot stand doordat zij de naam van de Here droeg. Op Sinaj bij de openbaring kwam die eenwording tot stand en werd de zin van alles duidelijk.
De naam van de Here is dus in getalswaarde 10-5-6-5 en het eerste deel ervan is J-h dat ook als afzonderlijke naam wordt gebruikt. Denk aan ‘Halleloe-jah', looft de Here J-h is dus 10-5. Wanneer het 15e geslacht (dat is wanneer het deel 10-5 van de Naam is voltooid) er is, wordt de aarde verdeeld, letterlijk gespleten. Dat 15e geslacht is dan ook dat van Pelech dat verdelen of splijten betekent. Het tweede deel van de Naam vertoont affiniteit om zich te binden aan het ‘J-h', dus het eerste deel van de Naam.

De tweede 5 zal zich moeten verbinden met die eerste 5, zodat de tweede 10 ook komt. Dan zal er die eenheid komen. Zolang echter nog alleen die 10-5, J-h er is, zolang zullen de dood en het leven apart staan van elkaar. Gedurende die tijd zal de wereld lijden onder die scheiding totdat de Eenheid van

G-ds Naam er wil zal zijn. Zou het kunnen dat wij hierover lezen in Zacharjah 14:9? Daar staat: "En de Here zal koning worden over de hele aarde. Dan zal de Here de enige G-d zijn en zijn naam de enige naam." In het Hebreeuws staat er Bajom hahoe, jiehjeh Hasjem echad oesjemo echad. Dit laatste zegt dus dat Zijn Naam Eén zal zijn. Avraham en Jitschak ronden de verbinding af met de tweede vijf. Zij sluiten namelijk de groep van 6 geslachten af en de 6, in het Hebreeuws de letter waw, betekent ‘haak'. Deze haak verbindt dus symbolisch de eerste 5 aan de tweede 5. Ja'akov begint de tweede reeks van vijf geslachten en Mosje sluit deze af. Met Mosje komt dus de eenheid van de Naam in beeld, dan is de 10-5-6-5 rond. De Torah als geheel moet met het leven en de wereld worden verbonden. Ook die verbindingen heeft dezelfde structuur en ook zij doet de eenheid tot stand komen.
De Torah presenteert zich met al haar volheid en wonderbaarlijke pracht naar elke kant uitstrekkend om juist opgenomen en gebonden tot worden tot de mens, opdat deze er één mee wordt en hem niet beschouwd als maar een van de vele boeken.

De Torah is er om serieus genomen te worden in een bescheiden houding. Zij komt niet uit deze wereld, maar uit een andere wereld. De Torah is van een andere orde, van ‘gene zijde', een G-ddelijk Wonder.

Als wij zelf de jaren uit de Bijbel optellen, komen wij erop uit dat de zondvloed kwam toen Noach 600 jaar oud was. Het was toen 1656 jaar na de schepping. Wij kunnen gerust deze tijden optellen, zolang we ze maar niet met onze eigen tijdrekeningen en jaren willen toetsen en natrekken. In de Bijbel zijn er dus 1656 jaar verstreken als de zondvloed komt. Het tweede deel van de Naam begint met de ‘ele toledot' (‘dit zijn de geslachten') van Sjem, de derde reeks van 4. Deze begint in Beresjiet/Genesis 11:10 en dat is dan twee jaar na de vloed. We zitten dan dus in het jaar 1658. De tweede ‘ele toledot' geeft geen tijdrekening weer, maar een namenlijst van geslachten. Pas bij de derde ‘ele toledot' hebben wij te maken met een tijdrekening die voortgaat op die uit de eerste geboorte geschiedenis. De voorgaande ‘ele toledot' kan men als afgesloten beschouwen wanneer die derde begint. Daarmee is dan de naam J-h, 10-5 voltooid. Aan het einde van de Torah, in het begin van het verhaal over Jehosjoea en in het verhaal over de zondvloed zit een verbazingwekkende tijdsstructuur. De tijd waarop de eerste twee ‘geboorte-geschiedenissen' zijn gebaseerd (dus waarin de 10-5 tot uiting komt), staat in een zeer bepaalde verhouding tot de tijd die daarna is beschreven in de Pentateuch. De tijd van die eerste twee maal ‘ele toledot' omvat dus 1658 jaar en een aantal dagen en de tijd tot aan het einde van de Torah toe, bevat 829 dagen plus een aantal dagen. Dat is dus de helft van 1658. Zij staan dus tot elkaar in een 2:1 verhouding. Dit is dus de weg terug van tweeheid naar eenheid. Dit zagen wij eerder ook al terugkomen in de gang vanuit Mitsrajiem naar Kena'an, die in diezelfde verhouding tot elkaar staan. En ook in de schepping, welke bestond uit 2 (nl. 2x3 dagen): 1 (Sjabbat). De Sjabbat is de eenwording na die twee reeksen. De Torah lijkt ons te willen zeggen "daar waar het om gaat is deze ontwikkeling van ‘twee' naar ‘een'. En deze ontwikkeling komt er toch. De wereld is er mee gemaakt, wees niet ongeduldig en probeer het niet op eigen wegen te bereiken."
Hiermee zien wij dus duidelijk dat de stelling dat geslachtregisters in de Bijbel saai en droog zijn, de grootste onzin is. Wie immers deze diepe structuren en samenhangen ziet, weet dat de Eeuwige overal is! Er zit juist een wonderbaarlijk diepgang in die registers. Mensen die oppervlakkig lezen en bewust delen van de Bijbel overslaan, sluiten zichzelf buiten voor het ontvangen van Hemelse schatten en immense waarheden! Maar zelfs meer ‘aan de oppervlakte' ligt al iets van deze structuur.

Het jaar van de zondvloed, dat precies op tweederde ligt van de hele tijdsduur binnen de Torah, ligt op een punt dat de 2:1 verhouding laat zien. Eerder zagen we dat de Sjabbat als 1 tegenover de 2(x3) staat. Deze 1 is een aardse 1 die wacht op hereniging met een 1 van de Hemel. In de Sefirot-structuur wordt dit uitgedrukt in de malchoet (de onderste Sefira) wacht op hereniging met de bovenste Sefira, de Kether (kroon). De benedenste 1 is dus eigenlijk een bereid worden van de mens beneden om één te worden met de oorsprong, met de 1 boven. Dit zien wij weerspiegeld in de letter Alef, welke bestaat uit tweemaal een letter ‘jod' (getalswaarde 10 (de 1 op een niveau hoger) aan elkaar verbonden met een letter waw (de verbindende ‘haak' met getalswaarde 6). Zij spiegelen aan elkaar net als beide Keroeviem (cherubs) op de Ark van het Verbond. In de Naam betekent dit dus dat de eerste 5 niet meer los staat van de tweede 5. Zij zijn verbonden en vormen de tweede 10. De beide tienen (bovenste en benedenste) zijn dus in harmonie. De hereniging van de twee 5-en is het een-worden van deze wereld, in alle tegenstellingen, tegendelen en tegenspraken. Als het Bijbelse Israël in Kena'an komt en bevrijd is van de tweeheid van Mitsrajiem, is het in eenheid, maar nog niet in complete eenheid. Daarvoor is de verbinding nodig met de eerste 1. Wij zagen al eens dat dit leidt tot de structuur 1-2-1, in het Hebreeuws gesproken Ab(b)a dat vader betekent. Er komt dus eenheid, bescherming en geborgenheid wanneer die verbinding met G-d (de eerste eenheid) er is.

Ook de Naam geeft dit weer in 10-5-6-5. Voor de schepping was de toestand ‘alef', dus die twee spiegelende ‘jods'. De schepping zelf was het creëren van de tweemaal 5 (nl. uit een van de jods). Het einde van de schepping is het herenigen van die twee 5-en, waardoor de harmonie weer terugkeert ook bij die eerste ‘jod' dus 10. Het spiegelbeeld daarvan is dan namelijk ook weer terug. Zij kwam terug uit de ballingschap waarin zij meeging bij het uiteengaan van de tweede ‘tien' in twee 5-en.
Die ballingschap van de oorspronkelijke 1 die zich in tweeën deelt, zien we eveneens in het bezet zijn van Kena'an (van de aartsvaders) door de zeven volkeren. Het gaan vanuit Egypte en het bezetten van Kena'an betekent het einde van die zeven volkeren en daarmee het bereiken van de 1. Dat is wanneer de zevende dag voltooid is, de veertig dagen in de woestijn zijn voltooid en de achtste dag breekt aan waar dan het uitdrijven van de zeven volkeren is en de hereniging met de 1. Het is dus hier Kena'an-Egypte-Kena'an. Eenheid-tweeheid-eenheid, 1-2-1. Terug naar de oorsprong, naar de aartsvaders. Het patroon van de schepping laat zich dus ook hier zien.

In het plaatje zien we de aartsvaders, zij zijn in feite op een lijn met het begin van de schepping, met de 1 van G-d. Egypte (2-heid) staat dan symbool voor de veelheid die alleen de mens kan opheffen door zich te verbinden met G-d, de oorsprong. Tenslotte staat dan Jehosjoea dan symbool voor de 1 van de mens als einddoel van de schepping. De weg 2-1 is dus steeds pas voltooid wanneer daartegenover de 1-2 zichtbaar wordt, dus de oorsprong, G-d.

Pagina index:
Copyright © 2007 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.