8 Niesan 5784 | 16 april 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Hair!... Chalakke of upshernish
Publicatiedatum: maandag 04 juli 2011 Auteur: Dayan mr. Drs. R. Evers | 2.485 keer gelezen
Opperrabbijn R. Evers, Hoofdbedekking, Oepsjernisj [eerste knipbeurt] »

Vader Awi Tabi, Evjatar Tabib en Dayan Evers©Fam. Tabib en Dayan Evers

een nieuw fenomeen in Joods Nederland

Wat gebeurt er bij een chalakke of upshernish?
1. TSIETSIET. Eerst doet men het kind van drie jaar nieuwe tsietsiet, schouwdraden aan met twee berachot: over de tsietsiet en sjehechianoe over de eerste keer dat het kind deze mitsve doet.
2. BERACHA. Daarna geeft men het kind een beracha, zegen, dat hij als G’dvrezende talmied chagam, geleerde zal opgroeien.
3. KNIPPEN. Vervolgens eert men Wijzen, Chagamiem en alle aanwezigen met het knippen van een lok haar maar uiteraard niet de pejes, de lokken links en rechts bij de slaap. Die wil de Tora juist laten staan. Men zegt hierbij een psalm.
4. KEPPEL. Daarna zet men het kind een keppel op, zegt men een gebed over de opvoeding van de kinderen en krijgt hij veel cadeautjes en aandacht.

Bij de Sefardiem heet het chalakke en bij de Asjekenazische chassidiem upshernish, afschering. In Nederland had het tot voor kort geen naam. Nog nooit had iemand hier van gehoord. Maar zelfs bij ons veranderen de tijden en ontstaan minhagiem, nieuwe gebruiken die men niet voor mogelijk had gehouden…

Oi, haar?
En toch heeft dit alles een diepe symboliek met Kabbalistische zweem. Laten we beginnen bij het haar. Mannen knippen hun haar erg kort en bedekken het hoofd met keppel of hoed. Vrouwen dragen een tiechel, doek of sjeitel, een pruik. Vanwaar de preoccupatie met het haar? Haar wordt gezien als symbool van de aardse neiging, de jeetser hara, die zijn levenskracht aan G’d ontleent maar zich gerust tegen G’d kan keren. De hersenen zijn de zetel van de nesjomme, de G’ddelijke ziel. Daar zit dus de hoogste kedoesja, heiligheid. Precies daar groeit het hoofdhaar, dat maar weinig leven uitstraalt. Het kan zonder pijn afgeknipt worden. We kunnen er zelfs helemaal zonder. Haar zit op de Bron van het leven maar stelt zelf weinig leven voor. Het symboliseert het ontgoddelijkte deel van onszelf. Daarom wordt het bij beide sexen weggemoffeld.

Waarom pas met 3 jaar?
De mens wordt vergeleken met een boom. De eerste drie jaar produceert de boom of mens weinig nuttigs of verheffends. Wij willen een nieuwe, productieve levensfase starten. We verwijderen het onproductieve van het lichaam en laten de pejes staan.

©Fam. Tabib en Dayan Evers

De pejes
De pejes, haarlokken bij de oren zijn gebaseerd op Leviticus 19:27: “Je zult de hoeken van je hoofd niet rondom afscheren”. Volgens de negentiende-eeuwse Rabbiner Hirsch uit Frankfort vormen de pejes een afscheiding tussen het cerebrum en het cerebellum, de grote en kleine hersenen. In het cerebrum liggen de hogere mensfuncties geconcentreerd, terwijl het cerebellum de gewone lichaamsfuncties, zoals lopen en grijpen, coördineert.
Pejes zijn een uiting van het besef, dat een mens in drie opzichten op een dier lijkt: hij eet en drinkt, scheidt het onbruikbare uit en plant zich voort als een dier. Zelfs bij deze animale mensfuncties moeten we ons proberen te verheffen. Chassidische joden laten de pejes, die meestal worden opgerold achter de oren of worden samengebonden onder de keppel, loshangen tijdens het gebed omdat wij ons tijdens het davvenen volledig op het hogere moeten concentreren. Dezelfde gedachte van scheiding van hoger en lager komt tot uitdrukking in de gartel, de gebedsriem, die in Nederland overigens nooit werd gedragen.

Tsietsiet, kijkdraden
De tsietsiet zijn in de eerste plaats voor de drager bedoeld. Deze trekt dit Hemelse gewaad aan om zich zo te verbinden met het geheel van de Tora. In normale situaties is men gericht op de dagelijkse verplichtingen. Juist in situaties waar de bovenkleding wordt verwijderd, dienen de schouwdraden als herinnering. Mocht men in een hartstochtelijke situatie terechtkomen, dan dienen de tsietsiet als laatste barrière. Dit wordt geïllustreerd in de volgende episode uit de Talmoed (B.T. Menachot 44a):

©Fam. Tabib en Dayan Evers

“Er was eens een man die de mitsva van tsietsiet zeer punctueel naleefde. Op een keer hoorde hij dat er in een havenstad een prostituee was, die 400 goudstukken voor haar diensten vroeg. Hij regelde een ontmoeting. De prostituee had zeven bedden klaar gezet, zes waren van zilver en de zevende van goud. Tegen de bedden stonden zeven ladders, zes van zilver en de bovenste van goud. Zij kleedde zich uit en ging op het hoogste bed zitten. De man begon zich ook uit te kleden maar plotseling sloegen zijn vier tsietsiet hem in zijn gezicht. Hij klom naar beneden en ging op de grond zitten.
De vrouw kwam naast hem zitten: “Ik laat je niet gaan tot je me vertelt wat er mis is met mij.” De man antwoordde: “Ik zweer je dat ik nog nooit zo een mooie vrouw als jij heb gezien. Maar onze G’d heeft ons de tsietsiet gegeven en in de afdeling van de tsietsiet staat: ‘Ik ben Hasjeem, uw G’d’. Er staat zelfs twee keer: ‘Ik ben Hasjeem, uw G’d’. Dat betekent dat G’d zegt: ‘Ik ben degene die u uiteindelijk zal belonen, en Ik ben degene die u uiteindelijk zal straffen.’ De tsietsiet verschijnen mij als vier getuigen, die tegen mij zouden getuigen over mijn zonde.”
De vrouw liet de man zijn naam, stad en Toraschool opschrijven. Ze verkocht al haar bezittingen, gaf eenderde aan de overheid om het land te mogen verlaten, eenderde gaf ze aan de armen en eenderde hield ze voor zichzelf. Het enige wat ze niet verkocht waren haar bedden. Ze kwam aan bij de school van rabbi Chia en zei: “Rabbi, laat mij overgaan tot het Jodendom”. De rabbijn zei: “Ben je misschien verliefd geworden op een van mijn studenten?” Ze toonde het briefje met de naam van de leerling en vertelde het hele verhaal. Rabbi Chia bekeerde haar tot het Jodendom en zei: “Ga, mijn dochter, neem alles wat van jou is mee. Dezelfde bedden die jij hebt gebruikt voor de zonde zal je nu op een positieve manier kunnen gebruiken”.

Het verhaal toont hoe de tsietsiet ons kunnen helpen bij het beheersen van onze driften. Een promiscue maatschappij zal vijandig staan tegenover Joodse waarden. Ieder mens en ieder kind moet hiermee leren omgaan.

De keppel
Als laatste voeden we het kind op in de keppel. Het geeft ons het gevoel, dat ‘er iets boven ons is’. Toch is er meer. De keppel is een kledingstuk en volgt de kledingsideologie. Volgens sociologen kleden wij ons om ons te beschermen tegen de natuurelementen, om onszelf te verfraaien of het gewicht van onze maatschappelijke functie te benadrukken.
De kledingstheorie uit de Tora luidt, dat wij ons naakt schamen: “Adam en zijn vrouw waren beide naakt maar zij schaamden zich niet” (Gen. 2:25). Na de zondeval schaamden Adam en Eva zich. Zij naaiden zich vijgenbladeren schorten (Gen. 3:7). Volgens de Tora kleden wij ons dus omdat wij ons schamen. De keppel is kleding. Wij bedekken onze hersenen. Wij schamen ons voor ons verstand. G’d heeft ons met zeer veel intelligentie begiftigd. Maar als wij onze resultaten analyseren, komen wij al gauw tot de conclusie dat wij er niet veel van gebrouwen hebben.

Kort maar krachtig: meteen op zijn derde wordt het kind al overladen met een hoop diepgang. Nu moet hij het alleen nog zelf waarmaken…

©Dayan mr. drs. R. Evers 2011

Copyright © 2011 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.