19 Adar 5784 | 29 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Kinderverhalen
Publicatiedatum: zondag 30 oktober 2011 Auteur: Naverteld door Nechamah Mayer-Hirsch | 2.701 keer gelezen
Nechamah Mayer-Hirsch, Met Wat Joodse Inkt »

De schepping van de wereld

Vele, vele jaren geleden was er niets in de wereld. Geen mensen, geen vogels, geen dieren. Ook planten groeiden er niet. Bloemen waren er ook niet. De hele wereld was vol water, heel veel water. En er was duisternis. Een zeer diepe duisternis. Toen zei G'd:

 "Er zal licht zijn".

En er was licht. Een zeer groot licht. De duisternis schrok ervan en vluchtte weg. Maar de duisternis keerde ook weer terug en overviel het licht.

"Ga weg van hier", kommandeerde de duisternis.

Daar schrok het licht van en zij vluchtte weg. Maar onmiddellijk keerde het licht weer terug en overviel de duisternis.

"Ga weg van hier", commandeerde het licht.

Als er duisternis was, kwam ook het licht. En als er licht was, kwam ook de duisternis.

Toen maakte G'd een scheiding tussen het licht en de duisternis en Hij zei:

"Overdag zal er licht zijn en 's nachts zal er duisternis zijn".

En zo gebeurde het.

Het werd avond en het werd ochtend. Dag Een.

 

Op de tweede dag zei G'd: "Er zal een hemel komen tussen de wateren." De hemel werd gespannen tussen de wateren. Er was water van boven en er was water van onderen en de hemel was er tussenin. De hemel was zuiver en lichtblauw van kleur. Toen ging de aarde zich beklagen bij G'd en zei: "Alles wat ogen heeft kan de hemel zien, maar ik ben bedekt door water". Toen zei G'd:

Majiem, majiem
Oetsoe, roetsoe
Water, water,
haast je, ren hard weg
en verzamel je op één plaats
dan kan iedereen de aarde zien.

En zo gebeurde het. Het water begon te rennen, omhoog over de bergen, omlaag in de dalen en het verzamelde zich op één plaats. Die plaats werd een grote zee. Nu kon iedereen de aarde zien. 

Het werd avond en het werd ochtend. De tweede dag.

Op de derde dag zag G'd dat de aarde bedroefd was. Toen vroeg G'd aan de aarde:

"Aarde, aarde, waarom ben je zo bedroefd?"

Toen antwoordde de aarde: "Zou ik niet bedroefd zijn? Kijk eens naar de hemel. Die is zo mooi, zo zuiver, zo helemaal lichtblauw en ik? Ik ben donker en duister". Toen antwoordde G'd: "Wees toch niet bedroefd, goede aarde. Ik zal jou een hele mooie jurk geven. Een gekleurde jurk".

Onmiddellijk kwam er zacht, groen gras op en bedekte de hele aarde als een jurk van zijde. En tussen het gras begonnen prachtige bloemen te bloeien in allerlei kleuren. En tussen de bloemen verhieven zich hoge bomen, die heel mooi waren om naar te kijken en waarvan je heerlijk kon eten.

Het werd avond en het werd ochtend. De derde dag.

Op de vierde dag zei G'd: "Kijk eens, de aarde is heel mooi; kom, laat Ik ook de hemel maken, zodat die ook mooi zal zijn".

G'd maakte de grote zon die zo rood als vuur was en aan haar vast maakte Hij stralen van goud.  Hij maakte de maan, wit en rond en gaf haar stralen van zilver. Hij maakte de prachtige sterren met ogen van goud.

G'd plaatste de zon, de maan en de sterren aan de hemel en zei tegen hen:

Zon, zon, jij zult schijnen overdag.
Maan, maan, jij zult tot licht zijn in de nacht.
En jullie, sterren, ook jullie zullen schijnen in de nacht.

En zo was het.

Het werd avond en het werd ochtend. De vierde dag

Op de vijfde dag zei G'd: "Alles wat Ik geschapen heb in de wereld is zonder leven; het groeit wel, maar het is niet echt levendig. Kom, Ik zal dieren gaan scheppen".

Dat hoorde de hemel en die zei: "Dieren horen in de hemel te zijn". Toen werd de aarde boos en zei: "Dieren horen op de aarde rond te lopen". Ook het water maakte lawaai en zei: "Dieren horen in het water thuis".

Wat deed G'd? Hij schiep de vissen en het kruipend gedierte dat in het water thuishoort. Hij schiep vogels en kruipend gedierte dat op de aarde rondfladderde en hupte. 

Het werd avond en het werd ochtend. De vijfde dag.

Op de zesde dag gebeurde er iets vreemds. De vogels die eerst op de aarde rond­fladder­den, vlogen ineens naar de hemel. Toen begon de aarde te huilen.

"Helaas, helaas. Arme ik. Al mijn takken zijn nu leeg. De vogels zijn van mij weggevlo­gen".

Toen schiep G'd alle wilde dieren en al het vee en het kruipend gedierte dat alleen maar op de aarde kon leven en er niet van af kon vliegen.

Daarna zei G'd: "Nu ga Ik de mens scheppen. Die zal beter zijn dan de wilde dieren en beter dan het vee en beter dan de vogels. Hij, die mens zal ook de wijste zijn van alles wat Ik geschapen heb. Met zijn mond zal hij kunnen spreken en zingen en met zijn handen zal hij al het werk kunnen doen".

En G'd schiep de mens en gaf hem de naam Adam, wat gewoon Mens betekent. 

Het werd avond en het werd ochtend. De zesde dag.

Op de zevende dag zei G'd: "Een grote wereld heb Ik geschapen; een mooie wereld heb Ik gemaakt.

Aarde en hemel
Zon, maan en sterren
Bomen die groeien en bloemen die bloeien
Wilde dieren en vee
Vissen die zwemmen in het water
vogels die vliegen in de lucht.
En ook de mens heb Ik geschapen.
Nu is de tijd aangebroken om te rusten,
want vandaag is het sjabbat.

G'd zat op Zijn troon van licht die in de hemel stond. Er omheen stonden engelen die liedjes zongen ter ere van sjabbat.

Pagina index:
Copyright © 2011 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.