18 Adar 5784 | 28 maart 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Toe Bisjwat: Aardse en spirituele groei
Publicatiedatum: donderdag 24 januari 2013 Auteur: Dayan mr. drs. R. Evers | 1.562 keer gelezen
Toe Bisjewat, Opperrabbijn R. Evers »

Met Toe Bisjwat – het nieuwjaarsfeest der bomen – staat onze liefde voor het land Israël centraal. In Israël is Toe Bisjwat het begin van de lente. De bomen komen weer tot leven. Kleine bladknopjes verschijnen. Donkere kleuren maken plaats voor het lichte, heldere groen van het voorjaar. Toe Bisjwat is geen feestdag in de normale zin van het woord: we werken en gaan naar school. In huiselijke kring wordt de overgang van winter naar lente gevierd door zo veel mogelijk soorten vruchten te eten, waarbij vruchten uit Israël de voorkeur verdienen. In Israël, maar ook in de diaspora, gaan schoolkinderen de boer op om stekjes te planten.

Toe Bisjwat uitroepen tot een Joods milieufeest is wat al te modieus, maar iedereen is bezig met de ontluikende natuur. Vele mensen dawwenen op Toe Bisjwat dat G’d de etrogiem (citrusvruchten) mooi zal laten groeien met het oog op de arba’at miniem (plantenbundel) voor Soekot, het Loofhuttenfeest. Op Toe Bisjwat wordt de flora door G’d voor het komend jaar ‘berecht’. Zoals de mensheid op Rosj Hasjana wordt gescreend, wordt nu de toekomst van de flora beoordeeld en bepaald.

De mens is als een boom
In de Kabbalistische literatuur worden veel parallellen getrokken tussen de mens en het bomenrijk. De Tora geeft hiertoe aanleiding (Dewariem 20:19): “Want de mens is als het geboomte op het veld.” Wellicht leidde dit vers tot de oude Joodse gewoonte om bij de geboorte van een jongen een cederstekje te planten en bij de geboorte van een meisje een cipres. In hun jeugd waren de kinderen verantwoordelijk voor het wel en wee van ‘hun’ boom.

Als zij trouwden, werden de ceder en cipres omgehakt en dienden zij als palen waarop de choepa, huwelijksbaldakijn rustte. “Want de mens is als het geboomte van het veld.” Het woord ‘adam’ (mens) komt van ‘adama’ (aarde), maar wordt ook in verband gebracht met ‘lijken op’. In één woord liggen oorsprong en bestemming van de mens besloten. Van aards schepsel moet hij proberen op G’d te gaan lijken. Dit is het doel van het leven. Zoals een boom wordt geprezen om zijn natuurproducten, zo wordt de waarde van de mens door zijn religieuze producten en daden bepaald.

Spirituele verlossing
Rabbijn Ja’akov Charlop werkt deze gedachte nader uit: Tora-gedachten en menslievende daden planten het zaad voor de openbaring van het G’ddelijke in de wereld en leggen het fundament voor spirituele verlossing. Zoals het zaadje van een boom het begin vormt van zich voortplantend nieuw leven, is een goede daad het begin van een kettingreactie, die weer volgende stadia van religiositeit oproept.

En zoals een boomgaard voortdurend moet worden bewerkt en verzorgd om de aarde nieuwe groei te ontlokken, moet de mens voortdurend aan de verfijning van zijn karakter werken voor de ontplooiing van het G’ddelijke in hemzelf.

Rav Eliëzer Steinman gaat nog een stapje verder: het lichamelijke aspect van de mens ontwikkelt zich als een boom, die langzamerhand oprijst vanuit de aarde en zijn takken hemelwaarts richt. De nesjomme (ziel) ontwikkelt zich in omgekeerde richting: gehouwen uit G’ds Majesteit verbinden haar takken zich met de ledematen van de mens.

De Mageen David (Davidsster) brengt beide bewegingen symbolisch samen: vanuit het beginpunt onder spreidt de materie van de mens zich naar boven uit; vanuit de eenheid boven beweegt het G’ddelijke zich naar beneden, verbindt zich met de materie en geeft dit vorm en nesjomme (ziel).

1   |   2      »      
Copyright © 2013 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.