De IDF reageert op een Palestijnse vrouw in nood
Als jij een keer per jaar een groot som geld zou krijgen om iets extra's te kunnen doen, ben je hartstikke dankbaar, hoewel je het na een paar maanden nog best weet dat je het geld hebt gekregen, zakt die dankbaarheid en enthousiasme weg. Maar stel dat het iedere dag zou krijgen, dan blijf je dankbaar.
Aangezien het feit dat de mens snel zijn enthousiasme verliest wanneer iets nieuw is voor hem, gaf Hasjem Bnej Jisrael – behalve op Sjabbat – iedere dag manna. Hierdoor werd Bnej Jisrael iedere dag getest of hun dankbaarheid zou toenemen waardoor zij ook op hogere niveau zouden komen in Avodah Hasjem, het dienen van Hasjem.
Tegenwoordig zijn we meer niet gezegend met dagelijkse inspiraties door zichtbare wonderen. Vaak is het heel erg moeilijk om de nodige enthousiasme weer op te wekken om Hasjem op een fatsoenlijke wijze te dienen. R'Shlomo Wolbe leert in Maamarei Haratzon dat het in de mens zit om constant geprikkeld te moeten worden met iets nieuws. Een persoon die niets ziet wat hem natuurlijk inspireert om Hasjem te dienen, zal snel ongeïnteresseerd raken en naar iets anders omkijken wat hem in zijn ogen een uitdaging in zijn leven geeft.
Wat kunnen we doen om onze inspiratie te behouden bij het uitvoeren van de mitswot? Maar ook dat wij ons leven niet doorbrengen met slechts 'het dienen van' Hasjem uit automatisme waardoor we ons zouden laten afleiden met andere dingen die ons wel zouden prikkelen?
R'Wolbe haalt de Gemara aan met Chagigah 27a. Daarin staat dat zelfs Joodse zondaren “gevuld zijn met mitswes zoals een granaatappel gevuld is met zaden.” Zo zijn er Joden die helaas ver zijn van de juiste mate van naleving van de mitswes en toch heel veel mitswes uitvoeren. Ook zijn er rechtvaardige Joden die ook gevuld zijn met mistwes, maar deze mitswes met kavanah [dawnen of een mitswa uitvoeren met de goede intentie] uitvoeren.
Wat is dan het verschil tussen twee groepen?
Het zit volgens R'Wolbe niet in het aantal, maar in de kwaliteit hoe iemand zijn mitswa uitvoeren. De mitswes van een Joodse zondaar, ook al doet hij er vele, zijn de mitswes die hij erg makkelijk vindt om ze uit te voeren. Ieder persoon heeft namelijk zijn eigen middot [eigenschappen] op gebied van talent en aanleg. De mitswes waarin jij goed in bent, die doe je namelijk op een natuurlijke wijze, haast automatisch. Voorbeeld.
Iemand die van nature heel gul is, vindt het heel gemakkelijk om tsadekah [liefdadigheid] te geven en iemand die veel empathie kent, zal sneller iemand met problemen helpen. Het kost hem allemaal geen moeite. Hoewel het absoluut waar is dat je voor ieder mitswe wordt beloond, is werkelijke Avodah Hasjem wanneer je iets moet doen, maar eigenlijk niet wilt doen. Hij negeert zijn jetser hara' [slechte neiging] en doet die mitswe omdat Hasjem dit wilt. Het zit hem dus in de kwaliteit van Avodah Hasjem en niet in de kwantiteit.
Om je Avodah Hasjem, dus dat zijn mitswes doen en dawnen, te stimuleren en je aandacht te prikkelen, kun je jetser hara overwinnen door die mitswes te doen waar je gewoonweg hekel aan hebt. Dat is de enige manier hoe je kan groeien en hoe je rechtvaardig worden. Het is het doen van mitswes die door jouw middot voor jou een uitdagingen zijn om ze te doen. R'Wolbe leert verder dat wanneer je mitswes doet die erg moeilijk voor je zijn en je slaagt er ook nog in om die mitswe te doen omdat dit eigenlijk tegen je eigen middot - je natuurlijke eigenschappen - ingaan, zal hij continue uitdagingen vinden in zijn Avodah Hasjem. Dus als je het bijvoorbeeld moeilijk vindt om niet meer te roddelen, begin dan iedere dag een uur niet te roddelen. Vindt je het moeilijk om iedere dag te lernen, begin dan iedere dag 15 minuten onafgebroken te leren. Breidt dit langzaam, heel langzaam uit op een tempo die je goed kan bijhouden, anders gaat het je tegenstaat en dat werkt geheid averechts. Zo hou je de uitdaging in Avodah Hasjem, maar zo groei je ook naar een hogere niveau van rechtvaardigheid en kavanah!
Bron: Limud Yomi Kleinman Edities I
©Jodendom-online 2014 |