Waarom kan een niet-Jood alleen Joods worden door middel van het gioer-proces [toetreding tot het Jodendom] en niet – in tegenstelling tot het christendom, islam en Ben Noachitische geloof – door middel van een enkele mondelinge verklaring?
De Tora is een verbond tussen Hasjem en Bnej Jisrael, waardoor Joden op een hoger spiritueel niveau kunnen komen waar de niet-Joden en de rest van de wereld van kunnen profiteren. Hierdoor wordt de gehele Schepping dichter tot Hasjem gebracht. Dit verbond is tot stand gekomen toen de Joden voor de Tora hebben gekozen nadat zij volmondig 'na'aseh wenisjma... we zullen doen en we zullen horen' zeiden. Dit getuigde van een ware emoenah [geloven in Hasjem] en bitachon [vertrouwen in Hasjem].
Bij het geven van de Aseret Hadribot, de Tien Geboden, werden 3 van de 7 Noachitische Geboden herhaald. Deze zijn de verboden op stelen, moorden en afgoderij. Deze herhaling met de Aseret Hadribot, hebben deze mitswes een nieuwe dimensie gegeven. Dat is de reden waarom niet-Joden die christen, moslim of belijdend Ben Noach willen worden, geen gioer-procedure hoeven te doen zoals het Jodendom dit kent. Doordat Joden na'aseh wenisjma' verklaarden, hebben zij als het waren een kedoesjat hagoef' – fysieke reiniging - ondergaan. Joden hebben namelijk hun lichaam nodig om alle geboden te kunnen uit kunnen. Een voorbeeld zijn de mitswes van kasjroet, tefillien leggen, hoofd bedekken, kiddoesj maken en in de mikwe gaan, etc. Vandaar dat de Joodse ziel na de lichamelijke dood ook geen mitswes meer kan doen en afhankelijk is van het kaddisj zeggen van zijn nabestaanden.
Sinds de Matan Tora – het geven van de Tora – kunnen Joden niet meer 'verkocht' worden als slaven, want Joden zijn vanaf dat moment letterlijk eigendom van Hasjem. Dit wordt vergeleken met de dieren die gewijd waren voor de karbonot of de gewijde schalen – kli sjareit – voor Tempeldienst. Daarnaast hebben Joden ook de status van kedoesjat damiem. Kedoesjat damiem zijn de bezittingen die gebruikt werden voor hekdesj doeleinden; ten behoeven van de Bejt Hamiqdasj]. Dit is een monetaire heiligheid niet van intrinsieke waarde is. Kedoesjat hagoef geeft Joden de status van klei sjareit.
Vanuit deze gedachte bestaat de halachische vertakking van het idee dat Joden een buitenstaander kan inwijden – zoals Joden zelf gewijd zijn – door de niet-Jood in hun midden te brengen. Dit heet gioer.Yavamot 46b leert dat dit uitsluitend kan ten overstaande van 3 Joden. Een simpel persoonlijke belofte is zonder het gioerproces waardeloos. De gioer-kandidaat moet namelijk zich klingen aan Joden, zodat zij hem in hun midden zullen accepteren. Zoals kli sjareit alles heiligt wat in haar gestopt wordt, zal deze gioerkandiaat ook geheiligd worden en Joods zijn.
De na'aseh wenisjma' maakt Bnej Jisrael dus 'am sgoelah' – een uniek volk – die een kedoesjat hagoef heeft indergaan, waar door zij op haar beurt de capaciteit als klei sjareit heeft om niet-Joden middels de gioer te heiligen.
Dat is de reden waarom een gioer-proces ook via de officiële, halachische [Joodse Wet] kanalen moet geschieden, zodat de niet-Jood ook werkelijk geheiligd wordt en daardoor uitverkoren is, zoals Hasjem Zijn volk zorgvuldig heeft uitgekozen!
Bron: Limud Yomi Kleinman Edities III
©Jodendom-online 2014
|