De meest begeerde dag onder de dagen “'Oevasjvie'ie ratsieta bo waqdasjto chemdat jamiem 'oto qara'ta... en in de 7e dag vond Jij genade en heiligde die! De meest begeerde dag onder de dagen. Jij noemt het een herinnering aan de Schepping” [Kiddoesj voor Erev Sjabbat].
Hasjem noemt de Sjabbat chemdat jamiem... de meest begeerde dag onder de dagen”, omdat een week oorspronkelijk uit 6 dagen van 28 uur bestond. De dagen verschenen voor de Troon van de Kadosj Baroech Hoe en vroegen Hem of zij een hoofd, een leider onder de dagen konden krijgen. De Kadosj Baroech Hoe ging ermee akkoord, maar zei wel: “Jullie moeten ieder 4 uur van jullie 28 uur inleveren.” En zo ontstond de Sjabbat uit de 24 uren van de 6 dagen [Gevul Binyamin].
De heiligste dag Sjabbat is voor Hasjem niet alleen de meest begeerde dag onder de dagen, maar ook de meest heilige dag. De Sjabbat is voor Hasjem zo heilig, dat op alle 6 dagen van de week de engelen zingen voor Hasjem een sjierah [lied], een Kedoesja [heiliging], voor Hasjem, maar op Sjabbat neemt Bnej Jisrael de plaats in van de engelen.
Deze wetenschap komt overeen met de 6 vleugels van de engelen. Maar op Sjabbat luistert Hasjem naar de lofprijzingen en de Kedoesja van Bnej Jisrael. Maar waarom hebben de engelen maar 6 vleugels? “Omdat op Sjabbat een 'andere vleugel' voor Mij zingt.”
Eitz Yosef leert daarnaast, aan de hand van de Zohar, dat de Sjabbat de heiligste dag is omdat de Sjabbat als een kanaal functioneert waardoor Hasjem alle zegeningen voor de week geeft.
Sjabbat gedenken en bewaken “Zachor 'et-jom hasjabbat leqadsjo... gedenk de dag van de Sjabbat om het te heiligen” [Sjmot/Ex. 20:8].
Deze pasoek [vers] uit de Asaret Hadribrot [Tien Geboden] is het fundament om kiddoesj te maken op Sjabbat. Het woordje zachor-gedenk betekent niet dat je Sjabbat moet herinneren, maar door actief de heiliging uit te spreken. Deze 'spraak' is de voordracht van het kiddoesj-maken, de Sjabbat heilig maken.
“Sjamor 'et-jom hasjabbat leqdasjo...bewaak de dag van de Sjabbat om het te heiligen” [Dwariem/Deut. 5:12].
Deze pasoek komt ook uit de Asaret Hadribot, maar dan die in Dwariem/Deut. Staan. Deze werden dus voor de tweede keer door Mosje verteld. Het bewaken van de Sjabbat is het onthouden [dus het niet doen] van activiteiten die de Sjabbat ontheiligen [ook wel 'melachah'. Er bestaan 39 melachot]. Dit is een passieve gebod. Het gedenken van de Sjabbat is een activiteit die je op Sjabbat twee maal moet doen om juist de Sjabbat te heiligen. Rasji leert daarbij dat het heiligen van de Sjabbat eigenlijk de hele week duurt. Vanaf zondag moeten we vooruitkijken naar de komende Sjabbat. Dit doe je actief door bijvoorbeeld, wanneer je de was opruimt, de mooiste kleren alvast apart te leggen voor Sjabbat. Maar ook alle voorbereidingen voor de Sjabbat, die in vele Joodse huishoudingen al op donderdag beginnen, is een heiliging van de Sjabbat. Uiteraard als je deze activiteiten maar doet met de Sjabbat in je gedachten [Beitzah 16a].
Rasji leert dat Hasjem bij matan Tora, het geven van de Tora, zowel gedenk als bewaak gelijktijdig heeft gezegd. Dit is een wonder die alleen Hasjem kan doen. Gur Aryeh legt uit dat de reden dat Hij deze woorden tegelijk uitsprak is omdat het bewaken van de Sjabbat formeel vooraf gegaan moet worden met het Kiddoesj-maken [gedenk]. Het is namelijk niet dat je zomaar een dag mag pakken om je even van de dagelijkse beslommeringen te onthouden zoals je dit op de Sjabbat doet.
Het gedenken van de Sjabbat ondersteunt dus het bewaken van de Sjabbat.
Wanneer de Sjabbat met de kiddoesj wordt geopend op vrijdagavond, dan wordt Hasjems scheppingswerk in 6 dagen en Zijn rust op de 7e dag herdacht. De kiddoesj moet over de wijn uitgesproken worden om 2 redenen: we gedenken de Sjabbat en wijn wordt geassocieerd met gedenken [zie Sjier Hasjieriem/Hoogied 1:4]. De druif wordt vaak gezien als de verboden vrucht van de boom van Kennis van Goed en Kwaad en door iedere vrijdagavond met wijn de kiddoesj te doen, doen wij tikkoen [correctie/herstel] over de zondeval. Na de zegen over de wijn, wordt de rest van de kiddoesj gereciteerd waarin de Sjabbat als herinnering van de Scheppinsdagen – als getuigenis van Hasjems creatie van de wereld – wordt geïdentificeerd [zechor lma'aseh bre'sjiet].
Er wordt gesproken dat de Sjabbat de proloog is van de dagen [zie Wajjiqra/Lev. 23]die als 'heilig' ontworpen is. Deze dagen zijn de jamiem toviem, de feestdagen. Deze heilige status is het resultaat van de vaststelling door het Bejt Din [Joodse Rechtbank] van de Rosj Chodesj [nieuwe maand].
Ook de herinnering van de jetsiat Mitsrajiem – uittocht uit Egypte – wordt tijdens de kiddoesj genoemd. De RaMBaN leert dat de Sjabbat een getuigenis is van ons geloof in Hasjem. Ook is het een getuigenis dat Hij de wereld heeft geschapen. De jetsiat Mitsrajiem is niet alleen een verwijzing naar Zijn directe betrokkenheid in de menselijke aangelegenheden, maar dat Hij ook alles bestuurt. Dus zijn de Sjabbat en de jetsiat Mitsrajiem onderling aan elkaar verbonden. Beide getuigen van Hasjems meesterschap over de wereld. Daarom is het niet meer dan plausibel dat de jetsriat Mitsrajiem tijdens kiddoesj wordt herinnerd.
Ook is dit de reden waarom tosefet Sjabbat [Sjabbat iets vroeger te laten beginnen] een mooie mitswe is om de heilige Sjabbat tot een echte chemat jamiem te kronen.
Een masjal, een parabel De Dubno Maggid vroeg eens: “Michah hanavi [de profeet] vertelt ons dat Hasjem de Joden een keer uitdaagde met de vraag: “heb Ik ooit Mijn mitwes aan jullie opgedrongen?” De Commentatoren vroegen zich af wat deze vraag betekent:“Zijn de mitswes zo benauwend en moeilijk om ze te houden?” Nu kan er gedacht worden dat de melachot [verboden werkzaamheden tijdens Sjabbat] moeilijk te houden zijn, omdat deze restricties een last zouden zijn. Joden zijn immers verboden een melachah te doen of zelfs aan melach te denken. Is dit niet een hele zware verbod?”
De Maggid geeft hierop een antwoord en stelt dat de Sjabbat alleen een last is voor degene de geen emoenah, G'dsvertrouwen heeft. Degene die emoenah heeft, geldt de Sjabbat precies andersom. Zij ervaren de Sjabbat als een bevrijding. In het volgende masjal een voorbeeld.
Er liep eens een arme man op straat met een enorme last op zijn schouders en ging hierdoor zowat door zijn benen heen. Een rijk man met een koest passeerde hem en bood hem een lift aan. De arme man nam dankbaar het aanbod aan en klom in de koets met zijn last en al. Alleen het vreemde was, hij nam de last niet van zijn schouders en zat in de koets met al die soesa op zijn nek. De rijke man zei: “Waarom draag je nog steeds al die last op jouw schouders? Leg ze af en zet ze naast je op de grond en relax!” De arme man reageerde: “U heeft me al zo gemazzeld om mij deze lift te geven. Ik mag niet vanuit gaan dat u ook mijn last draagt.” De rijke man moest lachen en zei: “Doe niet zo gek. Het maakt niet uit of jij de last op jouw schouders laat of naast jouw bank legt, het is mijn koets die het draagt.
De Maggid legt uit dat dit ook zo gaat in het echte leven. Hasjem draagt ons allemaal en zorgt voor ons onderhoud. Door de weeks zijn wij wel verantwoordelijk om voor dat onderhoud te werken. Maar op Sjabbat neemt Hij ons in Zijn koets en vertelt ons dat we ons geen zorgen moeten maken. Wanneer wij onze dagelijkse soesa meenemen tijdens Sjabbat, dan zijn wij niet anders dan de arme man die niet de ware essentie van zijn hulp realiseerde.
Bron: Limud Yomi Kleinman Edities I en II
©Jodendom-online 2014
|