Rabbi Yaakov Yizchak Ruderman legt uit dat de impact van woorden die in deze wereld hebben schromelijk wordt onderschat. Dit geldt zowel in het doen van mitswes als het doen van zonden [awerot]. Iemands woorden – dat wordt in later in dit artikel wel duidelijk- heeft de kracht om de aandoening te veranderen die inderdaad toemah [onreinheid] veroorzaakt. De kracht van woorden wordt bevestigd in de Gemara, om precies te zijn in Moed Katan 18a. Daar wordt gesteld dat het “briet keroetah lasfatajiem... verbond is geschied door de lippen...” .
Een ander voorbeeld die R'Ruderman geeft is “hadan 'et chavero lechaf zechoet danien 'oto lechaf zechoet” [Shabbat 127b]. Daarin staat degene die de ander gunstig beoordeelt, zelf door Hasjem gunstig wordt geoordeeld [She'iltos 40].
Ri Migash gaat een stap verder en zegt dat deze gemara ook van toepassing is op hoe wij zelf worden geoordeeld. Daarom, als andere mensen iemand positief beoordelen en spreken dienovereenkomstig over hem, dan hebben hun woorden eigenlijk de macht dat die persoon over wie ze spraken, ook in de Hemel gunstig wordt beoordeeld.
Het tegenovergesteld is ook waar. Wanneer iemand over de ander kwaad spreekt, wordt hij ongunstig door de Hemel beoordeeld [Zohar Pekoedei, Chelek Beit 264]. Er is dus een tweeledig kwaad dat men veroorzaakt door te spreken lasjon hara. Afgezien van de zeer reële fysieke schade waardoor de persoon is beschadigd, is er ook sprake van een geestelijke schade die hem is aangedaan, omdat hij ook door de Hemel ongunstig beoordeeld kan worden en dienovereenkomstig worden bestraft.
Waar komt die kracht van spraak vandaan?
R'Ruderman haalt Onkelos aan die aan de hand van Bereesjiet/Gen. 2:7 leert het volgende ons van dieren onderscheid: wij zijn 'roach mmalla' zijn, een schepsel die kan spreken. Hasjem gaf ons een uniek talent en dat is praten. De gehele schepping bestaat uit woorden: “wajomer 'eloqiem...en G'd zei” [Bereesjiet 1]. Daarom heeft spraak een enorme impact op de wereld, als Hasjem de wereld door woorden geschapen heeft en in stand houdt.
“Has qategor weqach sanegor meqomo... doe de aanklager zwijgen en plaatst de verdedigende engel in zijn plaats...” dawnen wij tijdens Jom Kippoer. Veel mensen beseffen niet dat de harde realiteit is dat zij zelf de aanklagers creëren die de macht en kracht hebben om hen te vervolgen! Dezelfde pasoek in de Zohar die wij eerder aanhaalden, leert dat wanneer iemand lasjon hara spreekt, hij een kwade geest creëert dat omhoog stijgt en de satan toelaat om Klal Jisrael aan te klagen. Dit zorgt ervoor dat Hasjem de wereld straft. De Chofets Chaim leert, naar aanleiding van deze Zohar, dat het te begrijpen is waarom Zohar in Sjelach [Chelek Gimmel, pag. 161] leert dat Hasjem iedereen kan vergeven, behalve degene die lasjon hara spreekt. De roddelaar is de veroorzaker dat Hasjem Zijn geliefde kinderen straft en om die feit kan Hasjem de roddelaar dit niet vergeven. Hoe werkt dit?
Een vader is heel vergevingsgezind wanneer het om zijn kind gaat. Uiteraard stuurt Hij zijn kind bij waar het nodig is, maar echt hard straffen was niet nodig. Totdat iemand uit de buurt naar de vader toe komt en vertelt dat zijn zoon eigenlijk helemaal niet zo lief is en een en ander op zijn kerfstof heeft wat echt niet door de beugel kan. De vader kan niet anders dan zijn zoon zwaar te straffen. Maar ondertussen zal de vader die persoon uit de buurt, die bij hem zijn zoon kwam verlinken, nimmer vergeven. Voor veel zonden, vergeeft Hasjem Zijn kinderen [Bamidbar/Num. 23:21], maar wanneer het om lasjon hara gaat – en let wel: lasjon hara is roddelen dat op waarheid is gebaseerd! – en satan daardoor de toestemming krijgt om te vervolgen, dan wordt Hasjems hand – bij wijze van spreken – gedwongen om Zijn kinderen te straffen. Zo heeft Hasjem de wereld geschapen. De mensen die op geestelijk gebied hiervoor verantwoordelijk zijn, zijn in de ogen van Hasjem verwerpelijk. Dit betekent concreet: wie kwaad spreekt over een andere Jood, die spreekt ook slecht over Klal Jisrael en met de gevolgen voor Bnej Jisrael van dien! En het feit is: er zijn zoveel goede dingen over een Jood, Joden en Klal Jisrael te zeggen!
Baal Haturim leert dat de Schrift het woord 'Tora' in 5 verzen gebruikt dat betrekking heeft op de wetten van metsora' [voorschriften voor tsara'at]. Hij relateert deze 5 pasoekiem – verzen – aan de 5 boeken van de Tora en dat de Tora ons de grote ernst van lasjon hara leert. Zo leert de Tora ons dat iemand die lasjon hara spreekt, wordt beschouwd alsof hij ALLE 5 boeken van de Tora heeft overtreden. Hij merkt ook op dat er 10 parasjot de verschillende wetten van tsara'at onderwijzen. Deze 10 parasjot verwijzen naar het feit wanneer je je strikt aan de 10 Geboden houdt, de straf van tsara'at je bespaard wordt.
Rabbi Zamir Cohen sjlita leert in een kort, krachtig stukje dat de kracht van woorden inmiddels wetenschappelijk is bewezen.