"En Ik zal gras in jouw velden geven voor jouw vee; en je zal eten en verzadigd zijn" [Dwariem/deut. 11:15].
Rav Abba Aricha, de gevierde geleerde uit de 3e eeuw, leert ons dat men niet moeten eten voordat zij eerst hun dieren hebben gevoerd. Hij vestigt zijn aandacht namelijk op de volgorde van de bovenstaande vers. Hasjem belooft namelijk eerst eten aan onze dieren in het veld en dan pas aan ons.
Maar zijn wij mensen dan niet de kroon van schepping? Sinds wanneer zijn dieren belangrijker dan mensen? Rav Kook [1865-1935] - de 1e Opperrabbijn van Israël en meester van de Halacha in de meest strikte zin van het woord - leert dat deze mitswa een aantal moessar - ethiek - lessen bevat.
Juist door het feit dat wij een centrale plaats in de schepping hebben gekregen, hebben wij de verantwoordelijkheid om om te kijken naar alle andere schepsels. Dat is les 1.
Les 2 is de realisatie dat ons eten [en in het geval van een boer, zo ook zijn levensonderhoud] wordt verstrekt door middel van koeien, kippen en andere [kosjere] dieren. Wij moeten deze dieren als eerste eten geven, als dankbaarheid en waardering dat zij aan onze basisbehoeften voorzien.
Wanneer wij voor een korte tijd gebrek hebben aan voedsel, dan kunnen we ons troosten met geestelijke en intellectuele bezigheden. Dit is een integraal aspect van de menselijke ziel die niet door 'brood alleen' wordt voort blijft bestaan. Dieren hebben dit alternatief niet en worden daardoor sneller gepijnigd met honger. Daarom is het logisch om eerst de honger van het dier te stillen.
Tot slot zijn dieren fysiek gezien wel degelijk superieur ten opzichte van de mens. Geen mens is sterker dan een beer, sneller dan een paard of wendbaarder dan een kat. Onze superioriteit ten opzichte van dieren ligt uitsluitend in de spirituele wereld: ons intellect en aspiraties. Daarom is het niet meer dan logisch dat wanneer het om fysieke voeding gaat, de dieren voorrang hebben op de mens en dus het recht hebben [wat uiteraard door gedragswetenschappers van dieren wordt tegengesproken, echter wie weet beter: de Schepper op wij?] dat zij als eerste worden bediend! Dus ook jouw huisdier!
Rav Kook, Ein Eyah vol. II, p. 180
©Jodendom-online 2014 |