RaMbaN beantwoord zijn vraag naar aanleiding van de Gemara [Sanhedrin 198b] waarin staat dat de generatie van de Malboel veel overtredingen hebben begaan. Echter werd het oordeel specifiek verzegeld door chamas, diefstal en fraude. Diefstal en fraude zijn zonden die te rationaliseren zijn. Dit in tegenstelling tot immoraliteit losbandigheid. Bovendien is onrecht een kwaad, zowel in de richting naar G'd als naar de mensen, terwijl ontucht niet altijd schadelijk hoeft te zijn voor de andere persoon. Vandaar dat de straf voor diefstal en oplichting dus zwaar gestraft kan worden.

Iedere dag worden wij blootgesteld aan uitdagingen die beroep doen op onze eerlijkheid en integriteit. R'Yisrael Salanter leert in Iggeret Hamussar dat het complete acceptie van issoer w'cheter – verboden en toegestane activiteiten – in onze religieus leven helpt om niet te zondigen zoals voor Joden bijvoorbeeld aan de kasjroet te houden. Voor een vrome Jood is dat een 2e natuur. Hij griezelt al bij het idee om vlees met een kaassausje te eten. Voor ons is het onbegrijpelijk dat mensen dit lekker vinden. Echter in de zakenwereld of wanneer we dagelijks met geldzaken te maken krijgen, is juist het tegenovergestelde het geval. Meeste mensen hebben helemaal niet in de gaten dat zij zich schuldig maken aan diefstal en oplichting. Sterker, de meeste mensen zullen zich niet eens bezighouden met de mogelijkheid dat ze betrokken kunnen zijn bij een frauduleuze praktijk, totdat iemand ze be[aan]klaagt.
En zelfs dan zullen ze iedere vorm van de regeling benutten en gedurfde argument aanwenden om zich te vrij te spreken.