21 Chesjwan 5785 | 21 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Steel niet
Publicatiedatum: woensdag 29 oktober 2014 Auteur: Redactie | 2.469 keer gelezen
Parasja, Redactie, Geloof en vertrouwen in Hasjem, Arbeidsethos, Commercie en Rijkdom , Straf en Beloning, Moessar [ethiek], Aseret Hadibrot [Tien Geboden], Stelen »
De Tora leert ons 7 categorieën van stelen waar vele averot – zonden – onder vallen.
  1. lo tignov, steel niet

  2. lo togzol, roof niet

  3. lo ta'asoq, onderdruk niemand

  4. lo tchachasjoe, onjuiste ontkenning

  5. lo tasjaqroe iesj ba'amieto, lieg niet

  6. lo tonoe iesj 'et 'achijaw, bedrieg niet

  7. lo tasieg, verleg geen grens van je naaste

[Sjmot/Ex/ 20:13, Wajjikra/Lev. 19:13; 19:11; 25:14; Dwariem/Deut. 19:14].

Hoewel de meeste mensen niet erop uit gaan om te stelen, toch is het erg moeilijk om je handen schoon van diefstal te houden. Dit is omdat de ogen het hart beïnvloeden om wat plezierig en aantrekkelijk lijkt goed te praten. De waarheid in het hart – zoals we reciteren in de Sjema – moet namelijk over de ogen heersen. Dit om te voorkomen dat wat ze zien, aantrekkelijk bevinden wat ondertussen aan anderen toebehoort.

Iemand moet ook zijn ogen te beschermen tegen het zien van een verleidend object. Maar het feit is dat wij niet voorzichtig genoeg zijn in het bepalen wat van ons is en wat niet. Veel mensen denken dat zij het recht hebben om zichzelf te behelpen met voorwerpen die zij hebben gekregen voor een bepaald doel. Maar ondertussen gebruiken zij dat voorwerp niet voor dat beoogde doel. Dat is ook diefstal! Zie hoe een Gadol hiermee omging. R' Eliyahu Dushnitzer, de beroemde masjgiach – leidinggevende – van de Lomza Jesjive, stond op de loonlijst van de jesjive. Toch was hij uiterst voorzichtig met deze bovenstaande regel, waardoor hij 's nachts het licht in de jesjivah uitdeed en een kerosine lamp aandeed. Op de vraag waarom hij dit deed, was het antwoord. "Wie weet val ik tijdens Tora lernen in slaap, waardoor de elektriciteit zonder reden zal blijven lopen op kosten van de jesjive."

Ook alles dat leidt tot diefstal is verboden. Rabbi Yehuda stelt in Bava Metzia 60a dat een winkelier geen snoepjes aan kinderen mag uitdelen om klanten te binden. De geleerden zijn het hier mee eens, maar echter wanneer alle winkeliers het doen, dan is er wel sprake van eerlijke concurrentie.

Want "wie zichzelf voor een dag werk uitbesteedt, verkoopt zichzelf voor die dag [Bava Metzia56b]. Daarom is het stelen wanneer je momenten tijdens je werkuren pakt die niets met je werk te maken heeft. Zelfs als je tijdens je werk een mitswa doet, is dat geen rechtvaardige daad, maar een averah - zonde. Dit omdat een averah nooit een mitswa kan zijn. Dit fenomeen wordt mitswa be'averah genoemd. Dat is dus een mitswa doen die niet telt en tot een averah – zonde – [in dit geval stelen] leidt.
Een ander voorbeeld van een mitswa be'averah met betrekking tot stelen, is het volgende. Je koopt hele dure vis. Vervolgens wil je dat met je gezin opeten, maar jouw vrouw zegt:
“de vis is niet vers. Het is ongezond op het op te eten. Laten we het weggooien.” Jij protesteert, want de vis heeft een vermogen gekost. Jouw vrouw heeft dan het briljante idee om de vis weg te geven aan een dakloze. Hiermee zou je tsadeka – liefdadigheid – geven. De dakloze, die nooit vis kan permitteren, neemt de vis met beide handen aan en wordt daarna doodziek. Toen je dat te horen kreeg, ga je bij hem op ziekenbezoek, ook een Toragebod. Helaas komt de zwerver te overlijden. Je besluit hem de laatste eer te bewijzen door naar zijn lawaaje – het begeleiden van de dode naar de laatste rustplaats – te gaan. Een absolute mitswa die zelfs in Olam Haba beloond gaat worden. Alleen zijn deze 3 mitswot geen kosjere mitswot. Jij had nooit die bedorven vis aan de zwerver mogen geven. Je stal zijn gezondheid!
Zoals er staat geschreven in
Jesjajahoe 61:8Ik verafschuw brandoffers die zijn afgeleid van gestolen geld” en ook wat Bava Kamma 94a stelt: wanneer iemand een se'ah (een maat) tarwe steelt, maalt het, bakt het en spreekt een beracha over, maakt zich schuldig aan G'dslastering en geen beracha.

Betreft fraude. Zie hoe makkelijk iemand wordt verleid en toegeeft aan oplichting. Het lijkt lucratief om hetgeen je wilt verkopen op Marktplaats mooier en aantrekkelijker te maken dan het in werkelijkheid is. Je spreekt misleidend naar de potentiële koper en om deze praktijken goed te praten. Vervolgens zeg je tegen jezelf: "een krachtdadige persoon maakt winst"Pesachim 50b. Nu heb je toegegeven aan oplichting en ben je schuldig aan fraude, wat de Tora in Wajjiqra/Lev. 25:17 heeft verboden. Men mag dus oude gebruiksvoorwerpen niet verfraaien om ze als nieuw uit te laten zien [Bava Metzia 60a-b]. Ook een origineel product mag je niet een beetje mixen met iets anders. Zo mag je dus ook niet letterlijk water bij de wijn doen en deze als wijn verkopen. Wat ook niet mag is kraanwater verkopen als bronwater. Ook gebruik van valse gewichten en maten valt onder fraude. Zulke praktijken zijn pure oplichting [Dwariem/Deut. 25:16] en dus strengste verboden.

En zo zijn er veel meer kleine vergrijpen die klein en onbetekenend lijken, maar wat ordinair stelen is. Bava Kamma 119a waarschuwt ook niet voor niets: "wie van een ander steelt, ook al is het slechts een proetah waard, is het alsof hij zijn leven heeft genomen."Sifei ki-setze 165 zegt dat iemand die fraudeert, "wordt als volgt omschreven: onrechtvaardig, gehaat, afschuwelijk, geëxcommuniceerd en verachtelijk" Sifei ki-setze 165.


Pagina index:
Copyright © 2014 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.