Er staat geschreven: 'dit is het boek van de generaties van mensen' [Bereesjiet/Gen. 5:1]. G'd toonde alle toekomstige generaties aan Adam. Hij liet hem Dawied zien, die stond ingeschreven met voor een leven van 3 uur... Adam zei: 'Mogen 70 jaren van mijn jaren gegeven worden aan zijn ziel.'... Toen zei Adam: 'Koning van het Universum! Dit mooie mens - reik ik aan met soevereiniteit en loflied voor de 70 jaar, zodat hij voor Jouw moet zingen!” [Yalkut Shimoni Ber. 41].
In de donkere dagen van nood, is Tehilliem een licht voor onze zielen. Zij is een tegengif tegen ontmoediging en wanhoop. Tehilliem geeft troost en hoop. Ze verhoogt onze bezienswaardigheden. Door de eeuwen heen toen onze voorouders geconfronteerd werden met uitdagingen – of het nu relatief minder belangrijke of ernstige levensbedreigende problemen waren – zijn deze heilige verzen altijd wel een bron van aanmoediging en steun geweest. Tehilliem is een blijvende innerlijke kracht zowel in het verleden als in het heden.
Adam Adam werd geschapen op de 6e dag, op de vooravond van de Sjabbat. Deze dag bestond volgens Sanhedrin 38b uit 12 uur. Op het 9e uur informeerde Hasjem Adam wat zijn plichten en restricties waren, maar Hij droeg hem ook op Hem te gehoorzamen. Adam, die 'de dirigent' en beheerder was van de wereld, had deze functies slechts voor 3 uur vervuld: van het 9e tot het 12e uur. Als hij niet had gezondigd tijdens deze kritieke uurtjes voor Sjabbat, dan zou de wereld verheft worden tot perfectie. Maar Adam slaagde niet in zijn missie. In plaats de Sjabbat te verwelkomen in Gan Eden op het 12e uur, werd hij uit Gan Eden verjaagd [Sanhedrin idem]. De rest is wereldgeschiedenis.
“Qoem misjchehoe ki zeh hoe'... sta op, zalf hem, want hij is het!” Ongeveer 3,5 eeuwen na Matan Tora op Har Sinaj, ving de periode van Richter Sjmoe'el aan. Een jaar voor de geboorte van Sjmoe'el Hanavi - de profeet – kondigde een bat kol – hemelse stem – de geboorte van een grote ziel aan. Na het debacle van de eerste Israëlische koning, Sja'oel Hamelech [koning Saul] die door Sjmoe'el Hanavi was gezalfd tot koning, heeft Hasjem het Huis van Sja'oel Hamelech definitief afgewezen. Hij leidde Sjmoe'el Hanavi naar de familie van Jesse, de zoon van Oved, de zoon van Ruth.
Toen Sjmoe'el Hanavi Dawied uiteindelijk voor het eerst ontmoette om hem eventueel te zalven tot koning van Israël, was zijn rossige verschijning met zijn mooie ogen het eerste van de profeet opviel [“ehoe' 'admonie 'iem jafeh 'ejnajiem...” Sjmoe'el/Sam. I 16:12]. Sjmoe'el Hanavi schrok. Hij zei tegen Hasjem: “Deze rode kerel is een bloedige moordenaar zoals Esaw!” Maar de Kadosj Baroech Hoe wees de profeet op het feit dat Dawied anders was dan Esaw omdat hij mooie ogen had. Zijn mooie ogen zijn een verwijzing naar het feit dat hij zijn vijanden pas ombracht nadat hij zich liet adviseren en leiden door het Sanhedrin die “'ejnej ha'edah...de ogen van de gemeenschap...” was.
Op zich had Sjmoe'el Hanavi wèl gelijk. Van nature had Dawied een gewelddadige middah [karakter eigenschap] en was hij van nature dus wreed. Maar doordat hij goed geluisterd had naar de lessen van de Geleerden uit zijn tijd, had Dawied deze middah verfijnd naar iets goeds: “Wajisj'el dawied basjem...En Dawied deed navraagbij Hasjem...” [Sjmoe'el II 2:1]. Hij disciplineerde zichzelf door alleen hard toe te slaan wanneer het afgodendienaren en ketters betrof. Naar zijn naaste Joden, was Dawied Hamelech een en al chesed. Daarom zei de Kadosj Baroech Hoe tegen Sjmoe'el Hanavi: “Qoem misjchehoe ki zeh hoe'... sta op, zalf hem, want hij is het!” [Sjmoe'el I 16:12].
Tehilliem, een dagboek van strijd en tegenspoed Hoewel Dawied Hamelech de Tehilliem midden in zijn turbulente leven componeerde, was het niet geschreven als memoires van de gebeurtenissen. Tehilliem is een beschrijving van het vurige slagveld tussen goed en kwaad die zowel binnen Dawied Hamelech als buiten hem om afspeelde.
Vaak is de schrijfstijl van de Tehilliem onregelmatig en abrupt. Ene moment is er spraken van hulpkreten en pleidooien voor redding en onverwachts zit je midden in een verhaal. Volgens Harav Gifter geeft dit ons een kijkje in het spoedeisende karakter van de situatie en de spanning van dat bepaalde moment. Het gaat dus eigenlijk niet alleen om wat Dawied Hamelech zei, maar ook wanneer hij het componeerde [De Kotzker].
In Tehilliem leren we dat jissoeriem [tegenspoed] chesed [liefdadigheid] van de Allerhoogste is Die als een vader zoveel van zijn kinderen houdt, dat hij hen wel eens een tik geeft om hen op het goede levensspoor te zetten. Niemand waardeerde die jissoeriem zoals Dawied Hamelech dit deed.
Vier mensen werden flink getroffen door jissoeriem: Ijov, die sloeg terug en klaagde. Avraham Avinoe lachte van blijdschap. Chizkijahoe Hamelech [koning Hizkia] smeekte dat de jissoeriem tot een einde zou komen, maar Dawied Hamelech zag de zweep aan de muur hangen en zei: “Waarom doet de zweep niet? Sla me ermee!” [Midrash Shocher Tov op Tehilliem 26:1]. Waarom zei hij dat?
Dawied Hamelech vroeg aan Hasjem: “Laat mij de open poort zien die direct leidt naar Olam Haba”. De Kadosj Baroech Hoe antwoordde: “Dawied, het eeuwige leven is jouw wens, dan moet jissoeriem ook jouw wens zijn” [Wajjiqra/Lev. Rabba 30]. Rabbi Jehoedah Hanasi zei: “Wat is het 'derech jesjarah' – rechte pad – die iemand zou moeten kiezen? Hij zal van berisping moeten houden! Want als er berisping in de wereld is, is G'd blij met de wereld. Goedheid en zegen zullen dan over de wereld komen en het kwaad zal wijken” [Tamid 28a].
Het geheim van de harp Het geheim van de ziel van Dawied Hamelech ligt in de werking van de harp [“'Oeah chevodie 'oerah hanevel wechinor... Ontwaak mijn ziel! Wek me oh lier en harp...” Tehilliem 57:9]. Hoe krachtiger je de snaren bespeeld, hoe luider het geluid, hoe meer resonantie je hoort. Op die manier bespeelt Hasjem op het hart van Dawied Hamelech gepaard met pijn en droefheid. Hoe luid en mooi waren zijn liederen. De ziel wordt dan op precies hetzelfde manier gewekt en gestimuleerd als de lier en de harp [Ya'aros Devash]. Dit is het geheim van Tehilliem. Zoals in de pasoekiem [verzen] 6:7,10 geschreven staat dat vele tranen en verhoring van Hasjem, hand in hand gaan. Dawied Hamelech begreep dit concept heel erg goed en begreep daarom dat zijn kwelling en acceptatie 1 waren [Tzidkas Hatzaddik 129]. Was Dawied Hamewlech daarom een droevig mens?
Juist niet. Dawied Hamelech was een heel positief en opgewekt mens. Hasjem geeft Zijn roeach hakodesj – heilige geest – niet aan mensen die verdrinken in verdriet. Het daalt alleen af op mensen die blij worden van het doen van een mitswa – gebod – [Shabbat 30b], zoals er staat geschreven: “Wahajah keneged hamnaged wathie 'alajw jad Hasjem... en het geschiedde, toen de minstreel speelde, dat de hand van Hasjem op hem was...” [Meclahiem/Kon. II 3:15]. Hierin is duidelijk dat Dawied Hamelech al zijn gebeden en liederen met muziek vergezelde om zijn hart te vullen met vreugde waardoor de liefde voor Hasjem uit zijn hart stroomde [Sefer Chassidim 18].
De harp van Dawied Hamelech hing altijd over zijn bed en rond middernacht, blies vanuit het noorden een wind waardoor het muziek begon te maken. Wanneer Dawied Hamelech de muziek hoorde, stond hij op en begon met zijn Torastudie. Zodra de mensen in Israël de stem van Dawied Hamelech hoorden lernen, zeiden zij: “Als Dawied, die het altijd erg druk heeft, Tora lernt, dan moeten wij het zeker ook doen.” Direct begonnen zij aan hun Torastudie [Eicha Rabbasi 2:27].
|