De grootheid van Sja'oel Hamelech Tehilliem 7 is toegewijd aan Sja'oel Hamalech. Hoewel hij als koning werd afgezet en Dawied hem als zijn moeilijkste vijand beschouwde [Mo'ed Katan 16b], was Sja'oel Hamalech – dit ten opzichte van al zijn andere vijanden – een werkelijk groot en rechtvaardig man. In vele opzichten overtrof zijn uitmuntendheid Dawied Hamelech! Na zijn dood is hij op een gelijkwaardige plaats in Olam Haba terecht gekomen waar een van de grootste profeten van ons volk ook zit: Sjmoe'el Hanavi.
Ondanks dat vervolgde Sja'oel Hamelech Dawied voor zijn koningschap, omdat Sja'oel Hamalech hem zag als vijand van de troon. Alleen Dawied wilde de koning geen kwaad doen, omdat Sja'oel Hamelech 'de gezalfde van Hasjem' was. Daar blijf je gewoon van af. Sja'oel Hamelech kwaad doen zou volgens Dawied betekenen dat hij G'd Zelf zou tarten, want Hasjem Zelf heeft Sja'oel Hamelech als de 1e koning over Israël aangesteld.
Meerdere malen had Dawied zijn koning kunnen doden. Zo had hij in de grot waar Sja'oel Hamelech sliep – niet bewust van het feit dat Dawied zich achter in de grot had verstopt – de koning kunnen vermoorden. In plaats daarvan, als bewijs dat het leven van de koning in handen lag van Dawied, heeft Dawied de hoek van de koningsmantel afgesneden [Sjmoe'el I 24].
Een andere keer nam Dawied de speer Sja'oel Hamelech mee, toen de koning eveneens lag te slapen [Sjmoe'el I 26]. In beide gevallen was de koning Dawied diep dankbaar en beloofde hem nooit meer te vervolgen. Maar hij hield niet zijn woord, waardoor Hasjem hem strafte met een mentale ziekte [Sjmoe'el I 18:10]. Toch gaf Sja'oel Hamelech grif toe dat hij niet betrouwbaar was in zijn omgang met Dawied: “Ik heb gezondigd...zie, ik heb me als een dwaas gedragen en heb vreselijk gezondigd” [Sjmoe'el I 26:21].
In deze Tehilliem vertelt Dawied Hamelech dat hij vanuit zijn kant volledig eerlijk met Sja'oel Hamelech is omgegaan. Toch heeft hij naar zijn zeggen een 'sjiĝajon'– een kleine fout – gemaakt: toen Sja'oel Hamelech met twee zonen sneuvelde en Dawied hierom gerouwd heeft, zong hij ook met een blij hart over zijn persoonlijke redding met de dood van zijn achtervolger. Nu is Dawied Hamelech bang geworden voor zijn fout en dat was het gebrek van het totale verdriet over de teloorgang van een grote koning.
De heiligheid en zelfopoffering van Sja'oel Hamelech en de leidinggevende eigenschappen van Dawied Hamelech De Tehilliem begint met “sjiĝajon ledawied...een sjiĝajon van Dawied.” Een sjiĝajon kent meerdere betekenissen. Enerzijds is het een muziekinstrument die door het orkest van de levi'iem werd bespeeld [Habbakoek 3:1]. Maar het betekent volgens Mo'ed Katan 16b 'een fout' of een 'verkeerde keuze' [Rasji]. Talmoed Sanhedrin 95a leert dat door toedoen van Dawied Hamelech veel mensen de dood vonden middels een domino-reactie. Dawied Hamelech was de aanleiding voor Do'eg om de hele priesterstad Nov af te slachten. Hiervoor doodde Sja'oel Hamalech Do'eg en Sja'oel Hamelech sneuvelde weer met twee zonen. Rasji wijst ook op het feit dat Dawied een stuk van het koninklijke mantel van Sja'oel Hamelech heeft afgesneden, wat een ontering van de koning betekende. Dit werd niet ongestraft gelaten [Koningen I 1:1]. “ Asjer sjar lah... waarmee hij zong tot Hasjem...” De Kadosj Baroech Hoe zei tegen Dawied: “Jij zingt liederen over de dood van Sja'oel? Indien jij Sja'oel zou zijn en hij zou Dawied zijn, dan zou Ik omwille van hem menig Dawieds hebben vernietigd” [Mo'ed Katan 16b].
In gevallen van persoonlijke heiligheid en zelfopoffering, spant Sja'oel Hamalech naar de kroon van Dawied Hamelech. Echter op gebied van openbaar beheer en koninklijke aangelegenheden faalde Sja'oel Hamelech als een adequate leider. Dawied Hamalech was juist hierin weer erg succesvol. Als Sja'oel Hamelech in staat geweest zou zijn om zijn persoonlijke heiligheid te koppelen aan de leidinggevende eigenschappen van Dawied Hamelech, dan zou Sja'oel Hamelech zó groot zijn, dat Dawied Hamelech bij hem zou verbleken [Anaf Yosef en Vayikra Rabba 26:7 op 7:1-2].
Dawied Hamelech vergeleek Sja'oel Hamelech als koning van Israël met een leeuw, de koning van de dierenwereld [Radak]. “Pen jitrof k'arjeh nafsjie... scheur als een leeuw mijn ziel in stukken.” Als Jij mij niet redt van de vijand, dan zal de vijand [Do'eg en Architofel volgens Midrash Shocher Tov] mij overmeesteren en in stukken verscheuren [Metzudas David op 7:3].
Hoe lang duurt de boosheid van Hasjem? Dawied Hamalech werd op een gegeven moment door de volkeren omsingeld. Kush was zijn tegenstander en ook nog eens Joods. Hij verwierf heidense vazallen om Dawied Hamelech gevangen te nemen [Ibn Ezra]. Dit was alsof “wa'adat l'oemiem tesovvecha … de gemeenschappen van de volkeren Jou omsingelen...Rasji leert dat Dawied Hamelech bij Hasjem pleit de verzoekingen van de volkeren dat Hasjem hen zouden helpen, te negeren [pasoek7:8]. Hoewel Dawied om een strenge maatregel tegen de gojiem vroeg, bad hij dat hij en heel Israël geoordeeld zouden worden naar hun verdiensten en niet naar hun zonden [Rasji]: “Sjaftenie ketsidqie oevtoemie 'alaj...maar oordeel mij, Hasjem, volgens mijn rechtvaardigheid en mijn integriteit...” Ook bad hij dat “jiĝmar na' ra' resja'iem...de slechtheid van de slechte mensen zou verdwijnen. Dus niet dat de slechte mensen zouden verdwijnen, maar hun slechtheid. Net als in Tehilliem 104:35 staat:“jitamoe chata'iem min ha'artez... laat de zonden verdwijnen van de aarde...” [pasoek7:9-10].
Hasjem oordeelt over de rechtvaardigen en Hij oordeelt ook over de slechte mensen die Hem iedere dag toornig maken [pasoek 7:12]. Hoe lang duurt die boosheid van Hasjem? Een fractie van een minuut: 1/58,888 op 1 uur. Dit is een 'reĝa'', een moment. Want er staat geschreven in Tehilliem 30:6: “kie reĝa' b'apo... Zijn woede duurt maar een momentBrachot 7a].
Wie een kuil graaft voor de ander
Ondertussen brengt de slechte mens bedrog voort: 'wejalad sjaqer...brengt bedrog voort”... [pasoek 7:15]. Toen Noach de Ark had gebouwd, mochten zelfs de geesten en demonen de Ark binnengaan. Ook 'Sjieqra', Bedrog, probeerde naar binnen te gaan, maar omdat hij geen partner had, mocht hij niet binnenkomen. Hij ontmoette Uitputting, die is belast met de verslechterende menselijk potentieel en het verarmen van de mensheid, en stelde voor om samen een koppel te vormen. “Wat vangt het?” vroeg Uitputting. “Alles wat ik verdien,” stelde Bedrog voor. Hierdoor overleefden zij de Maboel, de Zondvloed. Dat is waarom men zegt: “ Alles wat Bedrog verdient, haalt Uitputting weg” Midrash Shocher Tov. Zie ook Da'at Zekeinim Beresjiet/Gen. 6:19
Bor karah wajachprehoe... hij [de slechte mens] graaft een kuil en graaft het diep en valt er zelf in [pasoek 7:16]. Malbiem leert dat strikkenzetter een val graven en deze camoufleren door de bovenkant af te dekken. Dieren vallen erin en worden gedood, waardoor zij 'sjachat' - vernietigd materie – worden. Echter wordt de slechte mens, die een val op zijn gemak uitgraaft totdat het klaar is, zoals een zwangerschap gecompleteerd wordt met een kind. Alleen broeden slechte mensen alleen maar mislukkingen uit. Deze vers kan naar 2 dingen verwijzen: naar Sja'oel Hamalech die met het zwaard jaren lang Dawied opjoeg, maar zelf in het zwaard viel tijdens zijn laatste oorlog. Echter, Sja'oel Hamelech was, zoals we uit de gemara mochten leren, geen slecht mens. De geleerden leren dat de slechte mens die dus een val uitgraaft, maar er zelf in tuimelt, verwijst naar Haman. Haman bouwde een galg voor Mordechai. Mordechai is een directe nakomeling van Sja'oel Hamelech. Echter werd Haman zelf aan dezelfde galg opgehangen die hij voor Mordechai had opgezet.
Dank Hasjem voor de brachot [zegeningen] en de jissoeriem [tegenspoed] Dawied Hamelech besluit: “'Odeh Hasjem ketsidqo...ik wil Hasjem bedanken naar Zijn rechtvaardigheid. Chozeh Zion leert dat we Hasjem voor alles moeten danken, ook voor alle omstandigheden waarin wij terecht komen. Want zoals Dawied Hamelech zegt: alles gaat volgens Zijn rechtvaardigheid, ook al lijkt het in onze ogen onrechtvaardig. Gam zoe latovah [alles is ten goede] is hier de stelling. “Wa'azamrah sjem Hasjem 'Eljon...en ik wil lofprijzingen zingen voor Hasjem's Naam...de Allerhoogste”. Geen lofprijzing kan Hem recht doen want Hij staat ver boven alle lof [Metzudat David pasoek 7:18].
De volgende sjioer geeft Rabbi Mizrachi uitleg over zowel Tehilliem 7 als Tehilliem 8. Tot 01:09:00 geeft hij uitleg over Tehilliem 7. Hij weet de Tehilliem altijd in onze huidige tijd te plaatsen.