Rav Hirsch leert dat Tehilliem 9 betrekking heeft op de nationale geschiedenis van Bnej Jisrael waar zij te maken hebben met de dreigende volkeren om hen heen, maar Tehilliem 10 heeft betrekking op de dagelijkse persoonlijke sfeer van degene die het morele juk van zich af heeft gegooid en zelfs de weerlozen terroriseert.
Radak voegt daaraan toe dat deze Tehilliem van Dawied Hamelech een aansporing is om deze te reciteren in de momenten wanneer iemand zich bedreigd voelt door een vijand. Volgens de Asjkenazische minhag [gewoonte], wordt deze Tehilliem ook gereciteerd tijdens de Tien Dagen van Inkeer, ook wel de 'Aseret Jamei Tesjoeva'genoemd. Rosj Hasjana 18a leert namelijk dat Hasjem heel dichtbij degene staat die tijdens deze Tien Dagen tot inkeer komt, waardoor het een ideaal moment is om oprechte tesjoeva te doen. Want Hasjem laat Zich vinden wanneer je naar Hem zoekt [Jesjajahoe 55:6]. Dus degene die niet erin slaagt om om Hasjems nabijheid tijdens deze dagen te voelen zal dan ook uitroepen: “Lama Hasjem, ta'amor bedrachoq ta'liem l'imtot batsrah... waarom Hasjem blijf jij op een afstand staan, Jezelf verbergend in tijd van kwelling?”
Reden van vele zonden Hasjem zegt: “Ik zal gaan en terug te keren naar Mijn verblijfplaats, totdat zij zich bewust worden van hun schuld en op zoek gaan naar Mijn aanwezigheid”[Hose'a 5:15]. Wanneer zij dan in de klauwen van de heidenen vallen, die met beesten worden vergeleken, beginnen zij te roepen: “ “Lama Hasjem, ta'amor bedrachoq ta'liem l'imtot batsrah... waarom Hasjem blijf jij op een afstand staan, Jezelf verbergend in tijd van kwelling?”[pasoek 1]. De Kadosj Baroech Hoe antwoord hen dan: “Toen Ik jullie zocht, zochten jullie Mij niet. Nu jullie Mij uiteindelijk wel zijn gaan zoeken, luister Ik niet langer meer naar jullie. Middah knegged middah... maatregel voor maatregel.”
Zal deze situatie voor altijd blijven bestaan? Nee. Het duurt tot aan de tijd van de Mosjiach.
De reden van vele zonden is eigendunk en trots [Rabbeinu Yonah in Shaarei Teshuva]. Trots geeft de jetser hara – de kwade neiging – een boost om jou te overwinnen. Daarnaast is eigendunk niet alleen de oorzaak van vele zonden, eigendunk zelf is een awera- zonde op zichzelf! Hasjem gruwelt ervan [Misjle/Spr. 16:5] en zal de ingenomen mens ook niet helpen zijn jetser hara te overwinnen [pasoek 2].
Nu komen we op de klassieke vraag waarom de slechte mensen worden verheerlijk [pasoek 3; letterlijk staat erdat hij zichzelf prijst] boven de goede of zwakke mensen uit. Het antwoord wordt in het artikel “Het Principe van Beloning en Straf” uitgebreid gegeven. Maar Radak heeft daar ook een antwoord op: “zonder dat iemand hem belemmert, wordt het vermogen van de goddeloze om al zijn ongebreidelde verlangens van zijn geest te vullen, [door zichzelf; pasoek 3] verheerlijkt.” Malbim legt uit dat de meeste mensen niet in staat zijn om hun verlangens te beteugelen, ze hebben een diepe innerlijke drang om die verlangens te vervullen. Zo zegt de Chazal – de geleerden – dat wanneer iemand 100 euro verlangt en krijgt, dan worden zijn verlangens naar 200 euro, en dan naar 400 euro, en dan naar 800 euro, enz. Deze mensen zijn niet in staat om tevreden te zijn, waardoor hun onhaalbare verlangen hen alleen maar zullen frustreren.
Wat zijn wij dagelijks in onze huidige maatschappij?
Slechte mensen zijn erger dan het meest woeste dier Slechte mensen denken werkelijk dat Hasjem geen wraak zal nemen [pasoek 4], maar ze zullen bedrogen uitkomen. Rabbi Chaim Vital legt in Eitz Hadaas Tov uit dat de letters van rasja' – slecht mens – op het volgende concept zinspeelt. Rasj betekent verarmen. De letter ajin van de 'a' in het woordje rasja' staat voor 'ajin' wat oog betekent. De slechte mens, die beweert dat Hasjem niet ziet, bagatelliseert de kracht van de alomtegenwoordige 'oog' van Hasjem, die alles ziet [pasoek 4].
Er zijn inderdaad momenten in de geschiedenis dat Hasjem de slechte mensen van kracht voorziet waardoor zij enorm succesvol zijn [pasoek 5]. Berachot 7a adviseert ons hen juist in zulke tijden te vermijden. Want een kwaadaardig mens is veel gevaarlijker dan het meest woeste dier. Het dier valt alleen zijn prooi aan die in zijn directe nabijheid verkeert. Hij maakt geen plannen om een ander dier te doden. De mens daarentegen is begiftigd met een veel hogere intellect waardoor de mens naar perfectie streeft. Hoeveel mensen maken geen misbruik van dit door G'd gegeven talent door het te misbruiken als wapen om middels ingenieuze wegen en manieren om de ander te overvallen [Moreh Nevuchim 1:7]. Dawied Hamalech vergelijkt de rover met een strikkenzetter die zijn netten uitzet om onoplettende vogels te vangen. Zo dien deze kwaadaardige mensen het ook bij de onschuldige [Radak op pasoek 9].
Deze mensen denken in hun harten: “sjachach 'el...G'd is het vergeten” [pasoek 11]. Hij heeft dus eigenlijk toe dat er wel degelijk een G'd is, maar dat Hij Zich niet bemoeit met de menselijke aangelegenheden [Ibn Ezra], laat staan op individueel niveau. Deze levenshouding is het resultaat van alle slechte daden die in deze Tehilliem wordt besproken [Metzudas David].
Het probleem is eenvoudig. Wanneer de slechte mensen onder Bnej Jisrael het succes zien van de niet-Joodse slechteriken, worden ze aangemoedigd om hun kwaad in stand te houden. Maar wanneer je het kwaad van de slechte mens kapot maakt, dan stoppen de Joodse na-apers vanzelf. Daarom zal Hasjem bij de slechte Jood geen kwaad vinden: 'wara' tidrosj risj'o val timtsa'... bij de slechterik – Jij zult naar zijn kwaad zoeken en niet vinden [Rasji op pasoek 15].
Hasjem is er voor de nederige Hasjem richt Zich niet op de mensen die een groot eigendunk hebben, maar richt Zijn oor op de bescheiden mensen. Hij haalt hun preoccupatie met problemen van deze wereld uit hun harten die invloed hebben op hun concentratie op tefillot, gebeden. Hierdoor zullen hun tefillot gereciteerd worden met de juiste intenties die Hij zeker naar zal luisteren en beantwoorden! [Radak op pasoek 17].
Overdenking Tehilliem 10 “Ta'awat 'anawiem sjma'ta hasjem tavien libam taqsjiev 'aznecha... het verlangen van de nederige heb Jij gehoord, Hasjem, leidt hun hart, laat Jouw oor aandachtig zijn...”
In zijn klassieke brief naar zijn zoon, citeert de RaMBaN de bovenstaande pasoek. Hij haalt het aan wanneer hij kavanah,dawnen – bidden – met volledige concentratie, aanhaalt. Hij legt uit dat je voor het dawnen eerst je hoofd moet legen alvorens je begint. Een deel van de voorbereiding van tefillah, gebed, is zorgvuldig te zijn met ieder woord die je uitspreekt. Hierdoor zul je gespaard worden dat je overtredingen maakt met woorden. Dit verhoogt jouw gedachte en jouw tefillot. Je zult dan het waard zijn dat Hasjem je tefillot beantwoordt en jouw verzoeken inwilligt.
Het legen van je hoofd is een van de belangrijkste vaardigheden die we kunnen onder de knie kunnen krijgen. Onze gedachte; geest is waardevol. De gedachten die wij denken, creëren ons. Jij bent wat jouw gedachten door de dag heen beheersen, zij maken jou. Wanneer je je gedachten leegt, dan kan je je gedachten richten op hetgeen Hasjem van je verlangt.
We moeten er voor dawnen en vragen aan Hasjem ons te helpen in deze moeilijke taak. We moeten Hasjem ragen onze harten te leiden, maar ook onze gedachten. Iedere keer dat we dawenen, is dat weer een training in de vaardigheid van het opruimen onze geest.
Het is heel normaal dat onze gedachten dwalen, waardoor we vaak onze gedachten weer terug moeten brengen naar de woorden van onze siddoer, gebedsboek of naar onze hitbodedoet, dawnen vanuit het hart [lett. jezelf afzonderen]. Blijf tijdens het dawnen altijd kalm en wanneer je je gedachten weer een loopje met je nemen, breng je gedachten dan voorzichtig en kalm terug naar de plaats waar je was [woorden van je siddoer of hitbodedoet].
Je kunt het vergelijken met het trainen om uit te blinken in een sport. Om een sport volledig onder de knie te krijgen, moet je gefocused en geconcentreerd zijn. Zo zijn topsporters in staat om hun gedachten volledig te legen en hun volledige aandacht te focussen op hetgeen wat ze doen, waardoor ze steeds beter worden in hun sport.
Wanneer deze mensen instaat zijn hun gedachten goed te kunnen legen voor hun persoonlijke ego's en financieel voordelen die daaruit voortvloeien, dan zouden wij dit ook zeker moeten kunnen. En wel op zijn minst zo goed al zij! Dit moet een grote motivatie voor ons zijn om te leren onze gedachten te legen om zo ons met onze tefillot te binden aan de Kadosj Baroech Hoe. Onze gebeden zullen dan voor zeker verbeteren!
Bronnen: Sefer Tehillim met commentaren vanuit de Talmoed, Midrash en Rabbinale bronnen van Artscroll Tenach Series en Growth Through Tehillim van Rabbi Zelig Pliskin
De volgende sjioer geeft Rabbi Mizrachi uitleg over zowel Tehilliem 9 als Tehilliem 10. Vanaf 0:48:00 geeft hij uitleg over Tehilliem 10. Hij weet de Tehilliem altijd in onze huidige tijd te plaatsen.