Een heiden vroeg aan Rabbi Jochanan ben Zakkaj ( de voorzitter van het Hoge Gerechtshof in Jawne na de verwoesting van de Tweede Tempel in Jeruzalem):
wat hier in de Tora staat lijkt op tovenarij! Iemand brengt een rode koe, die wordt geslacht, verbrand en van de as wordt een mengseltje gemaakt. Als iemand van jullie onrein is geworden door aanraking met een dode dan besprenkelen jullie hem twee – drie keer met het mengseltje en degene die de handeling verricht wordt dan onrein en de onreine wordt weer rein!? Rabbi Jochanan Ben Zakkaj heeft toen aan de heiden gevraagd: Heb je nooit iemand gezien die bezeten was door een kwade geest waardoor hij zich gedroeg als een dwaas?
Jazeker, antwoordde de heiden.
Wat doen jullie dan met zo iemand?
Wel, antwoordde de heiden: wij nemen de wortels van een bepaald soort plant, malen die en vervolgens verbranden wij die poeder en houden de bezetene boven de rook totdat de boze geest uit hem wordt verdreven en hij weer normaal is.
Zo, sprak de Rabbi, doen wij ook. Een mens die in aanraking is geweest met een dode heeft een onreine geest in zich gekregen. Om die eruit te verdrijven nemen wij de as van een rode koe, maken er een papje van, zoals jullie dat doen met de wortels, en met die as verdrijven wij de onreine geest. De heiden was tevreden met het antwoord en vertrok vol begrip, het was hem volkomen duidelijk. Toen de heiden weg was vroegen de leerlingen: Rebbe, dit is toch geen antwoord! Hoe verklaart u aan ons deze passage uit de Tora? Hij antwoordde hen: ik bezweer jullie: de dode maakt niet onrein en het mengsel met as maakt niet rein! G’d heeft wetten uitgevaardigd en regels bepaald en wij dienen te beseffen dat wij niet alles kunnen vatten. G’ds wegen zijn vaak niet te doorgronden.
“Ogenschijnlijk” heeft dit niets te maken met het onderwerp “Wat is Geestelijke Verzorging?”. Ogenschijnlijk, want in feite is dit de essentie!
De ene mens is hoog begaafd, de ander niet. De een heeft nooit een probleem, de ander verdrinkt er bijna is. Waarom? G’ds wegen zijn niet te doorgronden, zo heeft het moeten zijn. Begrijpen we dat? Neen! Willen we het begrijpen? Misschien wel, maar het is onzinnig om het onbegrijpelijke te willen vatten. En als G’d het dus kennelijk zo heeft gewild en het dus zo heeft moeten zijn dat er een mens is met een handicap, dan weet ik niet waarom het een handicap is. Het heeft kennelijk een functie, een voor ons niet te vatten doel. Maar het is niet een fout van de Schepping die eigenlijk niet had mogen plaatsvinden, maar er helaas is.
Begrijpt u mij niet verkeerd: iedere mens wil graag gezond zijn en we moeten ook of juist van de Joodse wet, vanuit het Bijbels denken, alles in het werk stellen om te genezen, maar soms kan ook de dokter geen oplossing brengen, soms is er helaas geen oplossing, geen genezing. Dan komt het aan op aanvaarden, accepteren. En daar verschijnt de GV ten tonele.
Vader is zijn werk kwijt. Helaas wegbezuinigd na jarenlange trouwe dienst. Hij zit thuis te niksen, gedesillusioneerd. Zijn vrouw wordt gek van hem en de spanning wordt langzaam maar heel zeker groter. Het huwelijk staat op springen. De kinderen worden angstig, krijgen problemen op school……..het gezin dreigt gillend uiteen te vallen.
De psychiater komt op bezoek en geeft de vader kalmeringstablet, de psycholoog ziet een verband tussen de huidige ruzie met zijn vrouw en de gestoorde relatie met zijn moeder in het verleden en stelt een therapietje voor, de maatschappelijk werker geeft aan dat ledigheid des duivels oorkussen is en organiseert zinvol vrijwilligerswerk voor vader en de Geestelijk Verzorger probeert hem uit te leggen dat hij zijn lot moet aanvaarden.
Als Geestelijk Verzorger moet je durven uitkomen voor het Hogere in het leven, je moet het geloof in G’d ten tonele brengen en aanvaarding kunnen verkondigen. Te vaak zien we Geestelijk Verzorgers die eigenlijk geen plaats meer toekennen aan de Allerhoogste, bij wie G’d niet meer aanwezig is. Waarmee zijn ze dan nog Geestelijk Verzorger? In feite is de Geestelijk Verzorger dan een maatschappelijk werker, in een andere salarisschaal. Geestelijke verzorging moet geestelijk zijn. Hij moet putten uit de bronnen van zijn G’dsdienst, zijn instrumentarium. Onderwerpen behandelen die te maken hebben met zingeving en aanvaarding en dan de vertaling kunnen maken naar de specifieke situatie van de zieke. Hij moet wijsheid uitstralen, voelbaar openstaan voor ieder, geen wachtlijst hebben en een nagenoeg 24-uurs bereikbaarheid. Maar ook bescheiden, nederig, respect afdwingend en bovenal G’dvrezendheid tonen.
Als jonge frisse Geestelijk Verzorger begon ik 40 jaar geleden mijn prachtige taak als Geestelijk Verzorger in de psychiatrie en in de zorg voor de verstandelijk gehandicapten. Ik voelde me onnozel, niet medisch, niet echt aanvaard. En dus leerde ik de namen van de pilletjes uit m’n hoofd en kende hun bijwerkingen. Termen als manisch depressief, schizofreen, paranoia werden een deel van mijn dagelijkse taalgebruik. Ik deed het zo goed dat mij werd aangeboden om een studie klinische psychologie te gaan volgen. En toen schrok ik wakker! Wie ben ik dan dadelijk? De psycholoog of de rabbijn? Ik was voorgoed genezen van mijn medische façade. Natuurlijk weet en ken ik ook de wereld van de psychiatrie en ben ik er heel goed van doordrongen dat ik werkzaam ben ik een psychiatrische setting en niet in een synagoge, maar ik ben heel alert om toch vooral mezelf te blijven, Geestelijk Verzorger die put uit zijn eigen religieuze bronnen, opdat de geestelijke dimensie geestelijk blijft.
Samenvatting:
Het is goed dat wij, GV’s, zijn vandaag bijeen. Om te kijken naar Wat hebben wij gemeen.
Waar kunnen wij samen vanuit de eigen plaats en de daaraan gekoppelde cultuur. Strijden voor acceptatie van ieder medemens voor nu en voor op den duur.
Want de behoeftige medemens is nog steeds een last. Hij wordt wel meer aanvaard maar te vaak nog als een onwelkome gast.
De Geestelijk Verzorger wil helpen en steunen brengt een universeel verhaal. Religie is een deel van ieder mens is van ons allemaal.
En ook voor de medemens met een ziek lichaam of een beschadigde geest. Zijn riten en symbolen tot steun bij treur en bij feest.
De Geestelijk Verzorger heeft tot taak om de religie te vertalen. Voor de zieke mens in nood, opdat ook hij of zij zijn of haar voordeel ermee kan behalen.
Laten wij vragen aan de Allerhoogste dat Hij ons kracht en wijsheid zal schenken. In onze strijd voor een samenleving die stopt de zwakkeren te krenken.
Dat spoedig moge verdwijnen ziekte, kwelling, kommer en pijn. En er eindelijk de ultieme vrede, sjalom voor ieder medemens zal zijn.
Opperrabbijn Jacobs is rabbijn en Emeritus Geestelijk Verzorger van het Sinai Centrum
Rabbijn en Emeritus Geestelijk Verzorger van het Sinai Centrum
29 oktober 2015 lezing bij symposium voor Geestelijke Verzorgers in het Sinai Centrum
|