Een geïrriteerde vrouw scheef in het Jiddisch naar haar man de volgende woorden.
“Mijn lieve echtgenoot – dat je wel 120 jaar wordt – jij verliet het huis zonder geld achter te laten om de huur te betalen en onze huisbaas, die gezond en sterk moet blijven, gaat al dagen heftig tegen mij te keer, moge Hasjem genade voor hem hebben...”.  

Deze notitie is een geweeklaag gepeperd met brachot – zegeningen – waar Hasjem zelfs gesmeekt wordt degene die haar leven moeilijk maakt met gezondheid te zegenen. Dit zie je tegenwoordig nog maar weinig. De communicatie van tegenwoordig bevat merendeels lasjon hara [roddel], motsie sjem ra [laster], onaat dwariem [pijnlijke woorden], rechiloet [praatjes] en veel niet-tsnioet [bevuilde] woorden om rillingen van te krijgen. Woorden zijn tegenwoordig met name door de multimedia zo krachtig en gevaarlijk. Een verkeerd woord en het kost je baan, huwelijk of zelfs je leven!  

Zodra er boosheid of ongeduldigheid in iemand opkomt, dan is het erg moeilijk om de woorden die in gedachten schiet- alvorens het over de tong gaat – te redigeren. Maar ondertussen, zoals we al veel eerder aangaven, hebben woorden een enorme, enorme impact. Vervloekingen zijn realiteit! Dat is ook de reden waarom de Tora iedere vorm van vervloeking verbiedt [Wajjiqra/Lev. 19:14], zelfs wanneer Hasjem’s Naam niet wordt gebruikt!    

De woorden waarmee het slachtoffer vervloekt wordt [onaat dwariem, hoeft geen letterlijke ‘vervloekingen’ zijn, maar obscene woorden en woorden die pijn doen], zijn krachtig en pijnlijk. Zij kunnen zelfs heel shockerend zijn. Voor geliefden en bekenden kunnen zulke woorden een flinke deuk in vertrouwen veroorzaken. Voor vreemden zijn zulke woorden een onverwachtse klap in het gezicht. Woorden beschadigen niet alleen het slachtoffer, maar ook het gefrustreerd persoon die niet instaat is een rem te zetten tussen zijn gedachten en tong.