Wanneer je over je naaste geroddeld hebt, maar de mensen om je heen geloofden jouw verhaal sowieso niet, moet je dan toch vergiffenis vragen bij het slachtoffer?
De Chofets Chaïm [1] schrijft dat wanneer de ander op geen enkele wijze schade heeft geleden, dus dat zijn reputatie niet was aangetast, en als hij ook zakelijk niets heeft geleden ten gevolge van de laster, dan blijft het een overtreding tussen de mens en Hasjem. Er is dus geen noodzaak om de ander te vertellen dat hij belasterd was en men moet alleen Hasjem om vergiffenis vragen wegens het het overtreden van het verbod op Lasjon Hara.
Hoe zit dat als de lasterpraat wel effect had op de luisteraars en de belasterde persoon daardoor geleden heeft. Moet je dan wel aan het slachtoffer vertellen dat jij het bent geweest en moet je dan wel vergiffenis vragen?
Het probleem in dit geval is dat de persoon in kwestie ernstig gekwetst zal zijn wanneer hij hoort dat jij het was die hem belasterd heeft en naar alle waarschijnlijkheid zal hij een wrok tegen je gaan koesteren voor lange tijd. Niettemin zegt de Chofets Chaïm dat, omdat de ander fysiek of financiëel was geschaad ten gevolge van je laster, dit hetzelfde is als iedere andere zonde die mensen tegen elkaar begaan en men moet het slachtoffer om vergeving vragen, voordat men in staat is tesjoewa te doen. Echter HaGaon Rav Jisraël Salanter zts”l heeft gezegd [2] dat men niet het recht heeft om een mede-Jood op stang te jagen ten einde voor zichzelf mechila (vergiffenis) te verkrijgen en daarom moet men hem voor Jom Kippoer benaderen en zeggen: „Wanneer ik je op een of andere manier geschaad heb, dan smeek ik je om vergiffenis” en aangezien dit algemeen gebruikelijk is om te doen voor Jom Kippoer, zal men daarmee zijn gevoelens niet kwetsen.[3]
[1] Sefer Chafeets Chaïm, klal 4:2. [2] HaRav Sternbuch shlita heeft dit gehoord van HaRav Dessler zts”l, zie Moadiem Oezmaniem1ste deel, hoofdstuk 54. [3] Rav Sternbuch voegt daaraan toe dat als het mogelijk is, moet men zeggen dat men tegen hem gezondigd heeft en dan vraagt men om vergiffenis, want anders mankeert er iets aan de verzoening. Het moet echter op een zodanige manier gedaan worden dat de ander er niet door gekwetst wordt.
©Joods Leven |