20 Chesjwan 5785 | 21 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Herdenken? A continuing story
Publicatiedatum: donderdag 17 november 2016 Auteur: Opperrabbijn Jacobs | 1.879 keer gelezen
Terrorisme, Opperrabbijn Jacobs, Antisemitisme binnenland, Antisemitisme buitenland, Sjoa (Holocaust) »

Symposium t.g.v. 25 jaar Yad Vashem Nederland [tevens fotocredits]

Herdenken? A continuing story. Over deze vraagstelling zal ik, op verzoek van het bestuur van Yad Vashem Nederland, enige gedachten met u delen.

Het aantal herdenkingsmonumenten dat ik in de afgelopen eenenveertig jaar heb onthuld loopt in de tientallen. Als ik grafmonumenten meereken, kom ik zeker boven de honderd uit. Het aantal herdenkingen dat ik heb bijgewoond, zonder zelf te onthullen, loopt zondermeer ook in de tientallen. Als ik dan ook nog meetel mijn toespraken en/of bijwoning van uitreikingen van Yad Vashem onderscheidingen, de jaarlijkse herdenking van de Kindertransporten Kamp Vught, jaarlijkse herdenking Apeldoornsche Bosch, in Enschede de Mauthausenherdenking, Kamp Westerbork, de 4 mei herdenkingen, de uren ‘twee minuten stilte’ die ik in de loop der jaren heb opgebouwd en recentelijk mijn participatie aan monumenten die onthuld worden bij massagraven in Oekraïne, dan durf ik mijzelf te rekenen tot een van de meest ervaren, professionele en bijna verslaafde herdenkers van ons land. Er waren perioden, speciaal vijftig jaar na de Oorlog, dat ik, als in een reflexbeweging, ieder laken, zelfs een onschuldig tafelkleed dat ik ergens op een willekeurige plaats zag liggen, bijna automatisch wegtrok.

Geachte bestuurders van Yad Vashem Nederland, rabbijnen, excellentie de ambassadeur van Israël, vrijwilligers van Yad Vashem, dames en heren,

Ondanks deze laconieke opsomming van mijn activiteiten op herdenkingsgebied, is de waarheid dat herdenken voor mij een erg beladen en deprimerend gebeuren is. De confrontatie, iedere keer weer, raakt mij diep. Ik kan er niet goed tegen. Regelmatig, als namen worden voorgelezen, herken ik familie: broers en zusters van mijn opa’s en oma’s, neven en nichten van mijn ouders. Ik zie hun namen op de herdenkingsplaquette. Ik herken ze en probeer mij even hun onbekende gezichten voor de geest te halen. Ik probeer ze mens te maken, meer dan een naam, een nummer alléén. Maar hoeveel namen worden gelezen waarbij niemand zich probeert iets voor te stellen? Als een namenwand is onthuld zien we steevast mensen naar voren komen om hun hand even te leggen op de namen van hun ouders, hun broer, hun zus, neef, nicht, tante, hun kinderen. Maar de trieste realiteit is dat naar de meeste namen niemand omkijkt, omdat er geen nazaten of bekenden zijn overgebleven, hele families zijn weggeveegd, geen spoor meer overgebleven. Vergast, met al hun familieleden die nu nog misschien een beetje aan hen hadden kunnen denken.

Als ik een monument onthul in een ver-weg-plaats word ik er soms op aangesproken dat dit verkwisting van tijd zou zijn. In de vele uren reistijd die soms nodig zijn, had ik een paar pastorale bezoeken kunnen afleggen of een inspirerende toespraak kunnen houden in een plaats waar meer Joden wonen en een veel breder gehoor aanwezig is. En überhaupt: hoeveel Joden zal ik ontmoeten in de ver-weg-plaats? Komen er honderden belangstellenden? Wat is het nuttig rendement?

Geachte aanwezigen,

Herdenken is geen business die op winst uit is. Ieder die beweert dat een herdenking rendement moet opleveren is, to my humble opinion, erg verkeerd bezig. 

En los daarvan: die ene Jood die ik nergens ontmoet, die geen enkel contact heeft met de Joodse Gemeenschap waaruit hij is voortgekomen, die als baby werd losgerukt van zijn nimmer weergekeerde echte ouders, die alleen weet, vaak zonder het te beseffen, dat zijn echte ouders Joods waren…….als ik hem of haar in die ver-weg-plaats ontmoet, inspireer, tot steun mag zijn, al is het maar voor een paar minuten! Wie heeft het recht te oordelen dat honderd andere Joden belangrijker zijn en dat de gereden kilometers onder de noemer verkwisting vallen!?

Enige jaren geleden ontving ik een uitnodiging om te spreken bij de onthulling van een herdenkingsplaquette bij een pompstation in Brunssum, Zuid Limburg. Op vele plaatsen heb ik monumenten onthuld, maar een pompstation was wel erg uniek en afwijkend. Aangekomen op de plaats van bestemming, bleek het niet te gaan over een tankstation voor benzine, maar een waterzuiveringsinstallatie, dat in de wandelgangen 'het pompstation' werd genoemd. In de oorlog woonde hier een gezin met zeven kinderen. Vader was de beheerder van het complex dat het water voor Limburg drinkbaar moest maken. Omdat dit pompstation een potentieel en aantrekkelijk doel zou kunnen zijn voor het verzet, om op te blazen, was er bij voortduring een zware bewaking van de SS. 

In Amsterdam werden Joden die waren opgepakt bij de onderduik, verzameld in de Hollandsche Schouwburg om vandaaruit afgevoerd te worden via Westerbork naar de vernietigingskampen. De kleine kinderen en de baby’s verbleven aan de andere kant van de Plantage Middenlaan in een kinderverblijf. Het verzet heeft, met toestemming en medeweten van de ouders, tegen de duizend kinderen meegesmokkeld uit het kinderverblijf en laten onderduiken. De blonde kinderen kregen onderduikplaatsen in Overijssel en de donker getinte kinderen werden ondergedoken in Limburg. In Brunssum zaten meer dan tweehonderd Joodse kleine kinderen ondergedoken. 

Een goede politieman heeft op een zekere dag het verzet gewaarschuwd dat er een razzia op komst was. In allerijl zijn alle kinderen weggehaald bij hun duikouders en zijn alle kinderen tijdelijk elders ondergebracht. Toen het sein veilig kwam werden de kinderen weer teruggebracht naar hun duikouders. Maar voor drieëntwintig kinderen was er geen plaats meer. De duikouders, heel begrijpelijk, waren teveel geschrokken en durfden het niet meer aan. En dus zat het verzet in de gitzwarte duisternis van de oorlog met drieëntwintig kinderen opgescheept.

De beheerder van het Pompstation heeft de drieëntwintig kinderen in huis genomen tot het eind van de oorlog. De SS patrouilleerde bij voortduring en toch hebben zijn echtgenote en ook hun eigen zeven kinderen met groot gevaar voor eigen leven de moed gehad om hiervoor te kiezen. De huisarts werkte mee, een zuster uit het lokale klooster en uiteraard de verzetstrijders..... Heeft dit te maken met herdenken? Neen. Dit is educatie. Dit is opvoeding. Dit is: niet meedoen met de kudde die gewoonlijk de makkelijkste weg kiest, de weg van de minste weerstand, ook als die weg de gruwelijke ondergang van medemensen betekent, omdat het voor mij het makkelijkst is. 

Regelmatig vermeld ik dat in de jaren '40-'45 maar weinigen echt fout waren, maar ook weinigen echt goed. De grote meute zag en liet het gebeuren. Dat gevaar ligt nu ook weer op de loer, zoals zo vaak het geval was in de historie van de mensheid. Hoeveel mensen zijn bereid zich in te zetten gelijk de beheerder van het Pompstation? Is herdenken van het verleden louter om historische of folkloristische reden zinvol? Neen. Misschien wel leuk en interessant, maar niet zinvol. Is herdenken van belang voor de toekomst, voor morgen? Misschien. Maar zeker hebben wij herdenken nodig voor het heden. 

In de Thora, de Vijf Boeken Mozes, de Bijbel, staat nooit geschiedenis. Iedere historische gebeurtenis die uitsluitend historie is, komt in de Thora niet voor. En als er wel historie wordt gebracht, dan is dat omdat die historie van belang is voor vandaag en dus daarom ook voor morgen. De Thora is dusdanig ingedeeld dat in precies een heel jaar de Thora wordt uitgelezen om vervolgens meteen, op dezelfde dag nog, opnieuw te beginnen. Waarom is dat nodig? We kennen de inhoud toch al? 

In het Yiddisch is een woord herren en een ander woord dat er erg op lijkt en dat is: der-herren. Beide woorden kunnen we vertalen met horen. Maar er is een kwalitatief verschil tussen herren en der-herren. Het kan zijn dat iemand een belangrijke levensles heeft gehoord. Hij heeft het ge-hert. Hij heeft het helemaal begrepen en kan het ook navertellen, maar hij heeft het niet der-hert, het is niet tot hem doorgedrongen. Het horen was oppervlakkig en de levensles is niet een deel van zijn wezen geworden. En daarom moeten wij telkens weer herhalen en herhalen om oppervlakkigheid te bestrijden.
Want oppervlakkigheid, in de vorm van laksheid, onverschilligheid en koudheid, is onze grootste vijand! 

Voordat de Joden door G’d uit de Egyptische Slavernij verlost werden, meer dan 3300 jaar geleden, werd Egypte getroffen door de Tien Plagen. De plagen hadden tot doel om de Farao van Egypte ertoe te nopen om de Joden te laten gaan. Uiteindelijk na Tien Plagen vond dan de Uittocht uit Egypte plaats. 

1   |   2      »      
Copyright © 2016 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.