21 Chesjwan 5785 | 22 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
De consequenties dat Hasjem de Enige Realiteit is
Publicatiedatum: donderdag 23 februari 2017 Auteur: de redactie | 2.314 keer gelezen
Redactie, Geloof en vertrouwen in Hasjem, Moessar [ethiek], Hasjkove volgens de RaMCHaL , Leer van Maran Harav Aharon Jehuda Leib Shteinman, Leer van Rav Avigdor Miller »

2. Consequentie twee dat Hasjem de Enige Realiteit is: hasjgachah pratiet; G’ds voorzienigheid
In Tehilliem 16:3 staat: “Lasjem Hasjem attah tovatie bal ‘alecha… Hasjem Mijn Meester, Jouw goedheid naar mij is niet Jouw plicht...”.  

Ons hele leven lang moeten wij bewust zijn dat Hasjem over ons waakt. Niets is toeval. Wanneer we lopen, slapen en eten moeten we niet denken dat dit zomaar gebeurt. Alles is dankzij Hasjem's voorzienigheid. Wanneer Hasjem - chas wesjalom - Zijn voorzienigheid zou wegnemen, kan niets naar behoren functioneren waardoor een ongeluk ieder moment kan plaats vinden. Dingen gaan alleen maar gemakkelijk omdat Hasjem de hele tijd over ons waakt.  

Wij moeten van de Chazal leren dat een ieder die een bepaalde inspanning doet, zichzelf continue moet herinneren aan het feit van Hasjem's voorzienigheid. Wanneer de tijd verstrijkt zonder dit in het achterhoofd houdend, bestaat het gevaar dat zijn gevoel van Hasjem's hasjgachah afzwakt, chalilah. Dit is schadelijk voor je gevoel van emoenah en bitachon.  

Over het algemeen zwakt iemands hasjgachah af wanneer iemand verder gaat in zijn dagelijkse routine. Hij loopt over straat en doet allerlei dagelijkse dingen, hij eet, hij drinkt en denkt niet iedere seconde "ik sta onder de hasjgachah van Hasjem". Hij denkt eerder "ik heb deze dingen gedaan" en "ik liep", enzovoort. Hij denkt dat alles van hemzelf afhangt. Ondertussen beseft hij niet dat in werkelijkheid Hasjem hem "liep" [of "liet lopen"]. Alles, werkelijk alles wordt geleid middels de voorzienigheid van Hasjem. Deze bewustwording kost enorm veel kracht en heel veel inzet.  

Iedere dag, ook al vinden er meestal geen openlijke wonderen plaats, moeten wij continue het gevoel dat Hasjem over ons waakt en ons ieder moment beschermt vernieuwen.  

Wanneer we dit voelen, zal ons gedrag anders zijn. Wij zouden niet in staat zijn iets te doen zonder te beseffen dat Hasjem ons niet in de gaten houdt, chalilah [chas wesjalom]. We spreken niet over opstandig gedrag, maar enkel al een houding alsof we Hasjem's toezicht gewoonweg niet erkennen. Wanneer we wel voortdurend bewust zouden zijn dat alles onder Hasjem's toezicht [hasjgachah] gebeurt, dan zouden we - ieder stap die we doen, ieder woord die we uitspreken - in feite niet in staat zijn om tegen Zijn Wil in gaan. We zouden continue groeien in onze roechnijoet [spiritualiteit]. Onze Torastudie, tefillah en onze mitswot zouden aanzienlijk verbeteren door de nauwkeurigheid waarmee we deze zouden uitvoeren. Onze mind set zou dan het volgt zijn. Alles wat we zouden doen, zouden we doen met de wetenschap van 'al Malchoet Sjamajiem [hemelse juk] doen, maar ook met de acceptatie van Hasjem's mitswot en het gevoel dat Hij voortdurend op ons let.  

Helaas is de realiteit dat al deze concepten ver van ons afstaan. Dat komt omdat we leven in hester Hasjem [verhulling van Hasjem's Aanwezigheid]. Kiezen we voor onze eigen wil, wat het ook moge zijn, zal Hij Zich meer verbergen voor ons. Doen we steeds vaker Zijn wil, dan zal Hij Zich steeds meer laten zien. Dan zal het voor ons ook gemakkelijker worden om Zijn hasjgachah pratiet te herkennen en te erkennen. We hoeven alleen maar die eerste stap te maken, daar ons in te verbeteren en de rest doet Hasjem voor ons.   Door deze ideeën van hasjgachah ons eigen te maken, en ons uiterste best doen er naar te leven [of op zijn minst heel regelmatig daar aan te denken], zullen we gesterkt worden en enorm in Tora, tefillah en mitswot groeien. Maar ook op andere gebieden zouden we sprongen van vooruitgang maken. Hiermee ontwikkel je ware jirat hasjamajiem, vrees voor Hasjem.  

3. Consequentie drie dat Hasjem de Enige Realiteit is: Hasjem is heel dichtbij ons
Weet Wat er boven jou is – een 'oog' dat [alles] ziet [wat jij doet], en een 'oor' dat hoort [alles wat je zegt]...” [Avot 2:1].  

Als we inderdaad erkennen het idee dat alles van Hasjem is en Hij alles heeft bedacht en gemaakt, maar ook dat Hij toezicht houdt op zowel de mensheid als alle individuen, moet je je echt gaan beseffen hoe dichtbij Hij is en Hij alles moet kunnen horen en alles moet kunnen zien en alles moet kunnen opmerken wat er gedacht wordt. Hij is zo dichtbij, net zo dichtbij en wellicht nog dichterbij dan iemand die naast jou zit en iets in jouw oor fluistert.   Met deze wetenschap, hoe komt het toch dat wij de choetspah – brutaliteit – hebben om tegen de Verheven G’d Die Zich zo om ons bekommert en alles aan ons ter beschikking stelt om ons leven te veraangenamen of ons te helpen door tools te geven om mistwot te doen, te dawenen – bidden – alsof we spreken tegen een vage kennis waar je weinig interesse in hebt?

Stel je voor, iemand loopt op staat en hij komt een vriend tegen die hem aanspreekt. Maar ondertussen kijkt de ene de andere kant uit, probeert hij het gesprek zo snel mogelijk af te raffelen en af te kappen, want hij heeft in zijn ogen wel ‘meer’ te doen dan dat gesjmoesj.
 

Moge het zo zijn dat Hasjem het licht van Zijn Gezicht op jou schijnen...” [Bamidbar/Num. 6:25] en in Sjmot/Ex. 33:23 Staat: “jij zal Mij van achteren zien, maar Mijn Gezicht zal niet worden gezien...”. Deze vorm van terminologie reflecteert een natuurlijk fenomeen tussen de twee vrienden die we net beschreven. Twee vrienden die echt om elkaar geven, laten hun affectie zien. Dit doen zij door hun gezichten naar elkaar toe te draaien en elkaar aan te kijken. Dit laat hun vertrouwelijkheid zien. Echter wanneer twee mensen afstand van elkaar nemen, dan keren zij hun gezicht van elkaar af. Het draaien van je gezicht in de richting de ander geeft altijd aan dat de een aandacht voor de ander heeft, terwijl het wegdraaien van het gezicht vervreemding uitdrukt. Dit zagen we net bij die vrienden die elkaar op straat tegenkwamen.  

Helaas dawnent het gros van de mensheid naar Hasjem. Behalve de tsaddikiem, maar verder dawnen we zonder kavanah – goede inzet –, zonder voldoende interesse en eigenlijk vinden we het allemaal te veel tijdrovend [maar ondertussen moeten we van alles van Hem]. Dan maar snel afraffelen en als die ene blieb van What’sApp door de kamer klinkt, even snel kijken wie het is en wat hij moet.   Ondertussen realiseren wij ons het volgende niet. Ook al is Hasjem onzichtbaar voor ons, we gaan wel letterlijk een gesprek met Hem aan en verzoeken Hem en smeken wij Hem om van alles en nog wat. Ondertussen luistert Hij werkelijk naar ons en geeft Hij álle aandacht aan onze woorden, zoals als de een tegen de ander spreekt en de ander alle aandacht voor de ene heeft. Wanneer we met kavanah dawnen, dan zijn wij met Hasjem als twee dierbare vrienden die hun gezichten naar elkaar hebben gericht. Doen we dat niet, dan zijn wíj het die onze gezicht van de Allerhoogste wegdraaien! Dan is er vanuit onze kant geen vertrouwdheid in onze relatie met Hasjem, noch zijn we in staat om onze hoofden naar Hem op te richten.  

Het gaat zelfs nog een stap verder. In het artikel ““Kennis van G’ds Plan” leren wij dat alleen Joden door middel van het doen van mitswot, tesjoeva en jissoeriem invloed hebben op het universele tikkoenproces. Niet-Joden hebben alleen invloed hun eigen individueel leven en hun directe omgeving. Dit concept wordt in het artikel uitgebreid uitgelegd, maar ook kort in het artikel “Opstanding der doden en de Toekomstige Wereld” hoofdstuk “Deze wereld [Olam Hazeh] omzetten in de Toekomstige [beter gezegd ‘oorspronkelijke’] Wereld [Olam Haba]”. Dit heeft met alle mitswot te maken, dus ook zeker met dawnen, tefillah – gebed. Zonder ons gebed zouden alle aardbewoners zonder licht, voedsel, water en dergelijke zitten. Door onze mitswot, door onze tefillah, voorzien wij de wereld van een bestaan, immers onze daden [van Joden] hebben invloed en heeft effect op de gehele wereld. Hoe meer we onze gezichten naar Hasjem draaien door meer met kavanah te dwanen, des te meer wij de goedheid van Hasjem ‘naar beneden trekken’. Wanneer we nu net meer met aandacht tegen Hasjem spreken, zoals een dierbare vriend tegen de ander, dan verheffen wij de hele wereld. Ieder beetje kavanah die we aan onze tefillot toevoegen, heeft direct een positief effect.  

Terug naar het stukje Tehilliem waarmee wij consequentie twee begonnen [“Lasjem Hasjem attah tovatie bal ‘alecha… Hasjem Mijn Meester, Jouw goedheid naar mij is niet Jouw plicht...”]. Het is als de Enige Realiteit – ‘Ejn ‘od milvado – en als Enige Schepper waarvan alles wat we maar kunnen verzinnen van Hem is en Hij alle concepten [die wij denken zelf te hebben bedacht] heeft ontworpen, niet Zijn plicht ís om over ons te waken en ons te leiden naar het ultieme goed.  

Moge het zo zijn dat Hasjem ons helpt om op dit niveau te komen, zodat wij Hem kunnen dienen zoals Hij dit van ons verlangt!  

Bronnen:
Da'at Tevunot van de RaMCHaL ZT"L
Growth Through Tehillim van Rabbi Zelig Pliskin
Leading with love van Maran Harav Aharon Yehudah Leib Shteinman sjlit"a
Mesilat Jesjariem van de RaMCHaL ZT"L  

@Jodendom-online 2017

«      1   |   2   
Copyright © 2017 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.