22 Chesjwan 5785 | 23 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     Israël     Media     Publicisten     
Invriezen en herleving
Publicatiedatum: zondag 27 mei 2018 Auteur: Opperrabbijn R. Evers | 2.160 keer gelezen
Halacha, Opperrabbijn R. Evers, Wetenschap, Leven, dood en Opstanding der doden , Ziel, gilgoel [reïncarnatie] en geweten »

Ik geloof in de Schepping als een gesloten systeem. G’d heeft de mens geschapen met bepaalde wensen en verlangens, waarop materiële en psychische gegevens uit de Schepping aansluiten. Wij hebben honger en dorst en er bestaat voedsel en drank. Wij koesteren liefde, die door onze medemens beantwoord kan worden. De meeste mensen verlangen slechts dingen die bereikbaar zijn en geen absurditeiten. Velen kennen het verlangen naar onsterfelijkheid. Bewijst dit psychische gegeven, dat er ergens in de Scheppingsorde ook de mogelijkheid besloten ligt om aan deze wens te voldoen?

De Talmoedgeleerden zochten naar ‘empirische’ bewijzen voor de Her­leving der Doden. Het ontwaken uit de slaap werd als voorbeeld gesteld. Slaap is een-zestigste van de dood, wakker worden lijkt een beetje op herleven. Veel mensen hebben echter moeite met het ontbindingsproces in het graf. Onze Wijzen spraken echter over de begrafenis in termen van zaaien van zaad, dat na een ontbindingsproces weer opbloeit tot graan. De Talmoed keert zich tegen crematie, omdat verbranding de componenten van het lichaam wezenlijk verandert. De dampen en gassen verdwijnen in de atmosfeer zonder hier op aarde veel sporen achter te laten. As kent niet het vermogen de oorspronkelijke menselijke structuur weer tot hernieuwd leven te wekken. Een ontbindingsproces produceert mest, dat groeipotentieel herbergt. Het ontbindingsproces in de aarde staat borg voor verdere groei en ontplooiing. De aarde is de vergaarplaats waar alle overledenen wachten op hun nieuwe status met de komst van de Masjie’ach en de Herleving van de Doden.

Kryotechniek
Bestaat er een tweede leven na de dood? In Scottscale, een voorstad van Phoenix, Arizona, nemen kryotechnici (het Griekse woord ‘kryos’ betekent in het Nederlands koude) alvast een voorschot op onsterfelijk­heid. Bij de firma Alcor Life Extension Foundation laten mensen zich voor 120.000 dollar invriezen in afwachting van bio-medische ontwik­kelingen, die hen in de toekomst weer tot leven zullen wekken en de ziekte waaraan zij overleden, zullen kunnen genezen. De arts Robert Ettinger geldt als de vader van de kryotechniek. Zijn eerste patiënt was de Californische psycholoog James Bedford. 12 januari 1967 stierf Bed­ford aan kanker. De familie zorgde zelf voor het invriezen. Sinds 1989 rust Bedford bij Alcor in een stalen cilinder.

Luguber
De opslagplaats achter de operatiekamer lijkt op het laboratorium van dr. Frankenstein. Zeventien mensen hebben alleen hun hoofd laten invriezen voor 50.000 dollar. Ze zijn ingevroren in vloeibaar stikstof in grote ketels, die op enorme spaghettipannen lijken. Tegen de tijd dat ze weer naar het leven terugkeren, kan de rest van hun lichaam erbij ge­kloond worden. Elf volledige lijken drijven in ‘Bigfoot Dewars’, bijna drie meter hoge thermosflessen op wielen [zie afbeelding]. Ook een aantal katten en honden liggen ingevroren te wachten op hun wederopstanding.

De invriesbehandeling heeft nogal wat haken en ogen. Enkele dagen voor het overlijden neemt het Alcor-team contact op met de behandelende arts om bureaucratische en ideologische weerstanden te breken. Na hartstilstand is snelheid geboden. Als de hersenen tien minuten niet doorbloed worden, treden chemische reacties op die de hersencellen zouden kunnen beschadigen. Zodra de patiënt dood is verklaard, wordt hij uit het sterfbed overgeheveld naar een Mobile Advanced Life Support System (MALSS), een mobiele high-tech operatietafel. Een pomp zorgt ervoor, dat ijskoud water rond het stoffelijk overschot blijft circuleren. De ‘patiënt’ wordt aangesloten aan een hart-longmachine. Zuurstof wordt de longen ingeperst, bloed door de aderen gepompt. Intraveneus wordt heparine ingespoten om de bloedcirculatie op gang te houden en stolling tegen te gaan. Daarna wordt vier uur lang met een bloedpomp vanuit het bovenbeen bloed afgetapt en vervangen door viaspan, een oplossing die gebruikt wordt om transplantatie-organen te conserveren. De lichaamstemperatuur is dan twee graden Celsius. Het lijk gaat een metalen kist met ijs in en wordt vervoerd naar het hoofdkwartier van Alcor. Tijdens het vervoer wordt zuurstof in het hoofd geperst om de conditie van de hersencellen optimaal te houden tot de ‘operatie’. Aangekomen in Alcor wordt viaspan vervangen door glycerine, die de hersenen tegen de kou beschermt. Een uur later boort de chirurg een kijkgat in de schedel om mogelijke oedeem in de hersenen op te sporen. Vervolgens gaat de overledene in een soort plastic slaapzak en wordt hij centimeter voor centimeter in een stikstofbad verzonken. De tem­peratuur wordt langzaam afgebouwd en na twee weken is de doel­temperatuur - 196 graden onder nul - bereikt. Alle biologische processen staan nu stil. De reis naar de eeuwigheid is hiermee begonnen.

Scepsis en hoop
Supporters van de invriesbeweging zijn optimistisch en geloven in het eeuwige leven. Er bestaan zelfs al plannen voor grote bejaardenhuizen in de buurt van invriesondernemingen, met opslagplaatsen voor degenen die na de wederopstandig weer over hun bezittingen willen beschikken. Arthur Rowe, vroeger directeur van de kryobiologische Rode Kruis laboratoria in New York, is uiterst sceptisch: “Te geloven dat een inge­vroren overledene ooit weer kan gaan leven, is bijna gelijk aan de wens om uit een hamburger weer een koe te maken.” Maar de inmiddels vierhonderd leden van Alcor koesteren de gedachte, dat de medische wetenschap uiteindelijk de dood zal overwinnen. Genenonderzoek zal leiden tot een volledige controle over celgroeiprocessen. Veroudering kan tegengehouden worden. Ongeneeslijke ziekten zullen tot het verleden behoren. Nanotechnici gaan biorobots ontwikkelen die beschadigde cellen inwendig kunnen repareren. Deze biorobots, zo groot als cellen, nemen DNA-monsters, waaruit de intacte erfelijke materie gereconstru­eerd wordt. Helende enzymen zetten de herprogrammering van het DNA in het hoofd in gang. Celanalyse verschaft de gegevens voor het klonen van een bijpassend lichaam, wanneer dit niet mee ingevroren was.

Utopie
Deze onsterfelijkheidstechnieken zijn nu nog een utopie. Voorlopig is de grootste zorg stroomstoring en de angst dat de stikstof weglekt. Geruststellend is de wetenschap, dat bij faillissement tussen de invriesin­stituten is afgesproken, dat men elkanders lichamen zal overnemen. “Het leven is een gok, invriezen een kansspel; wie niet waagt, die niet wint,” zegt Don Mayor, die zijn spaarcenten alvast voor honderd jaar heeft vastgezet tegen een zeer hoge rente en met de notaris en de bank heeft afgesproken, dat zijn erfgenamen niet aan deze bankrekening zullen kunnen komen.

De invriesmogelijkheid spreekt velen kennelijk aan. Steeds vaker wordt deze ultieme wens ook in Nederland gehoord. De laatste tijd worden Rabbijnen naar hun mening gevraagd. Is invriezen na de dood verenig­baar met de Joodse traditie? In Jeruzalem heb ik deze vraag besproken met de wereldberoemde autoriteit Rabbi Zalman Nechemja Goldberg, die mij vertelde, dat hem ook al gevraagd was of een terminale kanker­patiënt nog tijdens zijn leven mocht worden ingevroren. Dit is zeker verboden omdat het (zelf)moord is.

Halacha
Mag invriezen na de dood? Ik zie geen enkele reden om dit toe te staan. De invriesbehandeling is een ontering van het stoffelijk overschot (biza­jon hameet), dat als een verbod uit de Tora wordt beschouwd. In som­mige Christelijke tradities wordt het lichaam als een ‘zak vlees en been­deren’ gezien, die de spirituele ontplooiing alleen maar verhindert. Het Jodendom kent daarentegen zelfs aan een dood lichaam een hoge graad van heiligheid toe (kedoesjat hameet); een dode mag niet oneerbiedig bejegend worden. Daarnaast bestaat er een begraafplicht: “Maar gij zult hem dezelfde dag nog begraven” (Deut. 21:23). De Zohar (mystiekleer) geeft aan waarom er zo veel haast gemaakt wordt met de begrafenis. De reden ligt in de reïncarnatiesfeer, een begrip, dat het Jodendom niet vreemd is, hoewel hierover zelden gesproken wordt. Wanneer iemand er niet in slaagt om gedurende zijn leven alle voorschriften van de Tora te vervullen of - meer in het algemeen - zijn aardse taak niet volbrengt, dan komt hij nogmaals tot leven. De nesjommes (zielen) van de huidige mensheid zijn soms al twintig keer op aarde geweest. Een aantal Tsad­dikiem (heiligen, rechtvaardigen) hebben de gave dit waar te nemen en weten daardoor wat iemand nog te doen heeft. Het kan zijn, dat iemand in dit leven arm is, omdat hij moet boeten voor fouten uit een vorig leven. Soms verloopt een bevalling moeilijk, omdat de ziel zich nog in een ander lichaam bevindt, dat eerst sterven moet en begraven moet worden alvorens zielsverhuizing kan plaatsvinden. Dit zou een achter­grond kunnen zijn voor het Tora-voorschrift om zo snel mogelijk te begraven. “Want stof zijt gij en tot stof zult gij terugkeren” (Genesis 3:19). Op grond van dit vers propageert het Jodendom begraven in de aarde. Het menselijk lichaam werd uit de aarde geschapen. De aarde neemt de componenten van het lichaam weer op. Na een ontbindingsproces wordt het ‘onreine’ stoffelijk overschot weer tot haar oorspronkelijke staat teruggebracht en gereduceerd. Dit is de loutering van het materiële bestanddeel van de mens. De Joodse wet stelt, dat de aarde nooit onrein kan worden. Zodra het ‘zondige’ vlees is vergaan en opgenomen wordt in de aarde, is het gelouterd. Het ontbindingsproces wordt als onaange­naam ervaren maar draagt de kiemen van de Herleving der Doden in zich, gelijk een zaadje dat na een rottingsproces in de aarde weer tot hernieuwd leven kan opgroeien. Ook op ‘psychisch’ niveau gebeurt iets dergelijks. Na loutering en reiniging keren de zielecomponenten terug naar hun oorsprongen in hogere werelden. Invriezen verhindert al deze processen en past dus niet in de Joodse traditie. Onze Wijzen geloofden in een Herleving der Doden maar dat betekent niet, dat wij de natuur een handje moeten helpen.

Metalen kist
Toen ik mijn mening aan de vraagstellers te kennen gaf, werd voorge­steld de vrieskist te laten begraven, zodat formeel aan de begrafenisplicht was voldaan. Toch is ook deze ‘oplossing’ niet acceptabel om zeer uit­eenlopende redenen. Zo zouden verschillen ontstaan in de behandeling van de overledenen, hetgeen als erg ongewenst en ongepast wordt erva­ren, zeker als er onderscheid zou ontstaan tussen rijk en arm. Maar de belangrijkste reden is, dat ontbinding wordt tegengegaan, hetgeen kip­poer - vergeving en verzoening - tegenhoudt.

De laatste van de dertien geloofspunten van Maimonides luidt: “Ik geloof met volledige overtuiging, dat de Herleving der Doden zal plaatsvinden op een tijdstip, dat G’d goeddunkt.” Misschien moeten wij hier tegen­woordig aan toevoegen: “en op een wijze die Hem goeddunkt”. G’d heeft onze hulp hierbij niet nodig. Margaret Mead vond in haar dwars­culturele onderzoeken, dat in vrijwel alle culturen de gedachte leeft van een overwinning op de dood. Kennelijk is dit een menselijke oerervaring, die zo moet blijven. Invriezen is hiervoor geen substituut.

©Opperrabbijn Evers

Copyright © 2018 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.