In Sanhedrin 97a is voorspeld dat er een periode zal aanbreken dat wanneer de Mosjiach komt, dat er vele Talmidej Chachamiem zullen komen te overlijden. Er staat: “Dor sjeben Dawied ba'vo bejt hawaa'ad jijeh liznoet.... In de generatie wanneer de Zoon van Dawied zal komen [Mosjiach ben Dawied], dan zal de ontmoetingsplaats gebruikt worden voor lichtzinnigheid". Rasji zegt in zijn commentaar in Sotah 49b dat het aantal Torah Geleerden zullen afnemen in zo'n sterke mate, dat de studiezalen verlaten zullen zijn. Omdat de studiezalen [Beteej Hamidrasjiem] buiten de woonwijken staan, zullen de mensen de studiezalen misbruiken voor immorele doeleinden.
Dit gebeurt al met synagogen. Vaak komt dat omdat deze in handen komen van de niet Joden of niet vrome Joden.
Enige tijd nadat de Corona virus uitbrak, was het de eerste keer in de Joodse geschiedenis dat wereldwijd de synagogen werden gesloten. Een van de grootste zonde die een Jood kan doen, is een andere Jood aangeven bij de gojische, niet Joodse, autoriteiten wanneer hij een overtreding doet. De situatie is zo extreem, dat Maran Posek Gadol Hador Harav Hagaon Reb Chaim Kanievsky sjlita een psak heeft uit gevaardigd een ieder die een ander betrapt met het maken van een minjan [een groep van ten minste tien volwassen Joodse mannen boven de 13 jaar die nodig is om een synagogedienst te draaien] om samen te dawnen, bidden, mag [geen verplichting!] de ander aangeven bij de niet Joodse autoriteiten [bron]. Dit is een unieke situatie, die erg ernstig is. Hoe ver zijn wij wel niet gezonken, dat wij een mede Jood mogen aangeven aan de seculiere autoriteiten wanneer men geen afstand houdt? Wil Hasjem onze tefillot niet meer horen? Hoe kunnen wij nu als volk een eenheid vormen als we niet meer samen kunnen dawnen? Waarom is de eenheid nu opgebroken in allemaal Joodse individuen zoals bij de niet Joden?
Nu het voor het eerst in de geschiedenis sjoels gesloten zijn, dacht Rav Richter diep na hoe dit nu mogelijk is nu we juist sjoeldiensten harder nodig hebben in de gehele periode sinds de Sjoa tot nu toe. Opeens kwam hij een stuk Gemorre tegen en wel Baba Kama 60b en daarin staat wanneer er een epidemie in de stad is, dan legt de malach mawet - engel des doods - zijn gereedschap in synagogen. De Ari Z”L vraagt zich af waarom hij zijn gereedschap in de sjoels legt. Zijn antwoord is beangstigend en dat moet over de hele Joodse wereld worden verspreid. Het woord epidemie in het Hebreeuws is dever. De Ari Z”L schrijft dat dever hetzelfde woord is als praten in het Hebreeuws [diboer]. Een epidemie, volgens de Ari Z”L, wordt door ons spreken in synagogen in de wereld gebracht. Hij schrijft dat als je naar een plaats van aanbidding van de Christenen gaat, heerst daar stilte. Dit brengt op zijn beurt toorn over het Joodse volk. Laten we allemaal stoppen met praten in de synagoge, want spreken in de synagoge is een zeer groot vergrijp binnen de wetten van lasjon hara [bron].
Kaf Hayashar hoofdstuk 3 gaat uitgebreid in op het probleem en de zwaarte van de zonde met het betrekking tot het spreken in de sjoel, synagoge. En DAT kan wel eens de reden zijn waarom Hasjem wereldwijd de sjoels heeft gesloten.
Het doel van een Jood is het tikkoenproces. Het tikkoenproces is het proces om Hasjem weer terug naar deze wereld te halen. Dit kunnen wij doen middels drie manieren: het doen van mitswot, doen we die niet of overtreden wij doen, dan kunnen we tesjoeva doen, tot inkeer komen en beterschap beloven. Doen we dat niet, brengt Hasjem ons jissoeriem. Dat is het lijden, het laatste redmiddel om ons onze taak toch te laten doen.
Doordat wij de mitswa “niet spreken in de synagoge” hebben overtreden en en masse daar geen tesjoeva over hebben gedaan, heeft Hasjem als jissoeriem wereldwijd de sjoels gesloten. Daar heeft Hij Corona voor gebruikt. En ja, voor de meerderheid van Joden is dit een enorme jissoeriem, lijden, tegenspoed. Alleen al dat dit nog nooit gebeurd is en Hasjem schijnbaar geen Kaddisj [het centrale thema van de Kaddisj is het hoog maken en het heiligen van Hasjem] meer wil aanhoren, noch onze tefillot, is er - als het goed is - al een jissoeriem van doodsangst. Hij moet wel erg boos zijn op ons.
We hebben een belofte van Hasjem en deze is:
"כל ישראל יש להם חלק לעלם הבא"
“Heel Israël heeft een deel in de Toekomstige Wereld [Olam Haba]”
In het toekomstige artikel “Corona volgens de hasjkove van de RaMCHaL”, zullen we leren dat Hasjem om alle Joden te redden voor Olam Haba, jissoeriem geeft. Hoogtepunten in de geschiedenis aan jissoeriem wat Joden hebben te verduren, hoeven we niet te noemen. Corona is daar nu de meest recente van. Dit uit zich in de Joodse wereld middels de gigantisch aantal doden onder Joden ten opzichte van de niet Joden [dd. 10 mei 2020 ruim 1000 Joden op 15.000.000 Joden ten aanzien van 282.948 niet Joden op 7 miljard niet Joden (-/-15.000.000)] en met name de talmideej chachamiem. Tweede hoe deze jissoeriem zich uit, is de wereldwijde sluiting van de sjoels. Een derde zouden we ook kunnen toevoegen is de psak van Rav Chaim sjlita. De psak heft het verbod op om een Jood bij de niet Joodse autoriteiten aan te geven, wanneer de bevelen van sociale afstand niet nagevolgd worden. Waarom? Hij stelt dat dit een vorm van een poging tot moord is. En hierdoor is iemand verantwoordelijk voor het veroorzaken van de dood van de ander. Dit halachisch standpunt geeft ruimte een Jood bij de seculiere autoriteiten te melden.
WAAROM heeft Hasjem ons Joden onze spirituele leven in Olam Haba gered door de sjoels te sluiten? Kaf Hayashar van rabbi Tzvi Hirsch Kaidanover [1648-1712] geeft direct antwoord.
“We worden gewaarschuwd dat überhaupt met lasjon hara vernietigende geesten, sjeds, demonen, worden geactiveerd. Deze sjeds heten kesiliem. Ze kunnen in de avond verschijnen als een mens wanneer iemand alleen in het donker over straat loopt of zij vormen samen een groepje mensen en trekken het slachtoffer erbij om mee te doen met hun lasjon hara zoals Dawied Hamelech zulke groep mensen heeft beschreven in Tehilliem 1. Door niet lichtzinnig te spreken in sjoel, kan iemand de schade die de kesiliem hebben aangebracht verminderen.” Maar er is meer.
“De Zohar Terumah 131b”, zo leert Kaf Hayashar verder, “waarschuwt met de duidelijke woorden: “O wee degene die in de synagoge converseert! Hij heeft geen deel in de G’d van Israël, omdat hij afbreuk doet aan de geloof in de Koning. Wij zijn Zijn volk en ieder van ons dient een eigen beschermde hek om zichzelf te zetten en zichzelf te beschermen tegen iedere vorm van mondaine woorden in de sjoel. Want juist om dit ogenschijnlijk klein vergrijp zal iemand zijn deel in de G’d van Israël verliezen, chas wesjalom, zoals dit in de Zohar staat geschreven.”
“Iemand moet erg voorzichtig zijn om geen spot of praatjes over anderen in de synagoge te spreken, want de synagogen en Beteej Midrasjiem [leerhuizen] zijn samen de woonplaats van de Sjechinah. Wanneer mensen niet voorzichtig zijn en zich onthouden van grappen maken, lichthoofdigheid, praatjes makerij over anderen en lasjon hara, dan zorgt dit ervoor dat de Sjechinah Zich van Israël afscheid. In dit verband zegt de Zohar Tikkun 6, 22b dat de Sjechinah Degene is zoals een duif die geen rustplaats kan vinden [Bereesjiet/Gen. 8:9].”
Kaf Hayashar gaat verder.
“Als resultaat van deze zonde, zijn talloze synagogen verwoest, tot onze verdriet, omdat men toeliet dat de Sitra Achra vermengd werd in de kamp van de Sjechinah, wat volledig heilig moet zijn. Het is verkeerd om irvoev zariem, vreemde zaken, in heilige plaatsen te brengen. Daarom moet een ieder die met heilige handelingen bezig is, ervoor zorgen dat er geen irvoev chitsoniem, kwaadaardige geesten, in betrokken wordt [gemengd], chas wesjalom.”
“Zohar Pekudei 263b leert ons dat een memoene, een aangewezene, van de Sitra Achra die op de uitkijk staat en wacht totdat iemand zichzelf toelaat schandelijke uitingen zijn mond te laten verlaten. Of het nu bedrog is, of lasjon hara of praatjes makerij, spot of wat dan ook en dan vervolgens worden deze woorden opgevolgd met woorden van heiligheid. Deze memoene, die vergezeld wordt door kwaadaardige geesten die onder zijn bevel staan, gaan uit en nemen de heilige uitingen en vervuilen deze zodat de spreker geen zchoet ontvangt.”
Kaf Hayashar zegt verder “want de kwaadaardige geesten nemen die woorden van heiligheid en ontlenen - en vergroten hiermee hun eigen kracht. Owee de persoon in deze wereld en owee de persoon in de volgende wereld. Want de oorzaak van dit alles was buitensporige spraak, want tijdens het buitensporig spreken is het onmogelijk om een mengeling van goed in kwaad en kwaad in goed te vermijden. Hierdoor wint de Sitra Achra aan omvang en kracht, chas wesjalom.”
Door de synagogen te sluiten, heeft Hasjem ons gered middels deze vorm van jissoeriem, ZODAT wij ons deel in Olam Haba niet zouden verliezen. Nogmaals: een Jood komt in Olam Haba door mitswot of door tesjoeva of door jissoeriem.
Tot slot is het advies om een vast plekje in sjoel te hebben, zodra de synagogen weer opengaan, en op zoek te gaan naar een buurman die eerlijk en rechtschapen is. We moeten ons distantiëren van mensen die naast ons komen te zitten die doorgaan met deze mega grote awerah, want voordat je het weet die je met hem of met haar mee. Chas wesjalom. Zodra het onmogelijk is om afstand te houden van zo’n individu, dan mag je hem of haar hierop ferm aanspreken. Echter is het een persoon die een kwade inborst heeft en dus niet naar je waarschuwing wil luisteren, laat hem of haar achter en ga in vrede, leert Kaf Hayashar. De hele tekst als uitleg was nodig om deze te plaatsen, echter het gaat om een zinnetje waar het antwoord waarom Hasjem ons spirituele leven in Olam Haba heeft gered en dat is: “O wee degene die in de synagoge converseert! Hij heeft geen deel in de G’d van Israël, omdat hij afbreuk doet aan de geloof in de Koning”. Dit kan twee dingen betekenen: geen cheleq - deel - hebben in de G’d van Israël is kareet en je wordt als Jood afgesneden [en je wordt beschouwd als een niet Jood chalillah, waardoor je wel in Olam Haba zou kunnen komen maar is niet gegarandeerd] of je raakt iboed, je wordt letterlijk vernietigd chas wesjalom.
Hoe het ook zij. Alles wat Hasjem doet is chesed. Jissoeriem, wat voor vorm en hoe heftig het lijden ook is, is altijd [verborgen] chesed van Hasjem om ons te redden en ons een cheleq - deel - te geven in Olam Haba!
Wat is dan een lange[re] perioden van geen sjoeldiensten hebben waardoor de tefillot van veel minder kwaliteit zijn ten opzichte van de eeuwigheid?
UPDATE: Rabbi Chaim Kanievsky: 'Our sins caused us to be chased from our synagogues'
Rabbi Chaim Kanievsky, prominent haredi rabbi, explains why he thinks synagogues and study halls shut, calls for stricter standards.
Rabbi Chaim Kanievsky, a leading Lithuanian-haredi rabbi, published a special letter in which he called to "make a permanent rule" regarding the serious prohibition of entering a synagogue with a mobile phone, Kikar Hashabbat reported.
The letter comes as Israel's Health Ministry sets regulations for the reopening of synagogues after their closure due to the coronavirus outbreak.
In his letter, Rabbi Kanievsky wrote: "It was due to our sins that we were chased out of the synagogues and study halls, as a servant who came to pour his master a drink and spilled the jug on his face."
"It seems that this is a sign from Heaven for the sin of degrading the holiness of the synagogue by having phones on during prayers, and speaking on them. This is a great degradation of prayers and the holiness of the synagogues...and it is against Jewish law."
He called "to make a permanent and ancient rule, that it is strictly forbidden to enter a synagogue and pray with a mobile phone which is not turned off and is not disconnected during the entire duration of prayers."
The synagogue's sextons, he wrote, have a responsibility to take precautions and to warn the public that this rule must not be violated. When the synagogues reopen, rabbis should speak encouragingly to their communities, and emphasize the great prohibition against desecrating the holiness of synagogues and study halls.
"In the merit of us taking these things upon ourselves, may G-d soon return us....to synagogues and study halls with many people, and may our prayers be answered willingly and with love," he concluded.
The letter was also signed by Rabbi Gershon Edelstein, another prominent Lithuanian-haredi rabbi, who added: "In addition, one should be careful not to speak of idle things in the synagogue."
Bron
|