“Als jij Mijn mitswot [dat is helderheid, waarheid] opvolgt, dan kan de Satan [dat is verdraaiing, leugen] je niet treffen”. Midrash Tanchuma, Bechukosai 1
Als we denken dat onze ogen en oren alles waarnemen wat er onder ons gebeurd, komen wij bedrogen uit. In deze wereld leven nog ontelbare en ontelbare en ontelbare andere schepsels die niet met het blote oog te zien zijn. Denk aan micro leven zoals bacillen. Maar zo zijn er ook ontelbare, ontelbare geestelijke wezens. Wezens die niet met het blote oog waarneembaar zijn maar wel om ons heen zijn.
Spirituele schepsels kunnen we onderscheiden in twee hoofdklassen: engelachtige schepsels die alleen maar bestaan om Hasjem te dienen en demonische schepsels die weliswaar op de eerste plaats in deze materiële wereld in een schijnbare onafhankelijkheid gelijk als mensen leven [Chaggigah 16a]. Dit gebeurt dan dan op submenselijk en subdierlijk niveau van het bestaan [Avot D'rebbe Nosson 37:1]. Waarom scharen wij 'spoken' daar niet onder?
Spoken zijn zielen van overleden mensen die om wat voor reden dan ook op deze wereld blijven ronddwalen, zonder dat ze onderdeel uitmaken van ons bestaan. Dit kan gebeuren wanneer iemand voor zijn tijd – dat is de tijd wat de Hemel voor zijn geboorte heeft besloten wanneer iemands tijd op aarde voorbij is - dood gaat. We spreken over een vervroegde en vaak onverwachtse dood.
Volgens R'Gedaliah ben Yossef Ibn Yachya [1515-1587] is het resultaat van zo'n onverwachtse vroege dood een vorm van 'traagheid' die de ziel in een continue bestaan in deze wereld schiet. Levenden kunnen dan een 'aanwezigheid' voelen en dat is op twee manier te verklaren. 1. Jouw ziel voelt in zijn onderbewustzijn de nabijheid van een andere ziel. Je krijgt het gevoel dat iemand naar je 'kijkt'. 2. Maar het is ook mogelijk dat de dwalende ziel in deze wereld van materie ook iets van een materie bezit. Het bewijs van dat laatste is de dibboek - wat letterlijk 'vasthouden', 'vastklemmen' betekent. Dibboek is hierdoor visueel in het lichaam van het slachtoffer waarneembaar door een beweegbare knobbel.
Spookverschijningen worden in de Kabbalah op twee manieren uitgelegd. 1. Je neemt iets waar als in een visioen waar men engelachtige wezens ziet. 2. Je neemt iets waar als een werkelijke illusie dat geïndiceerd wordt door sjediem [demonen] of andere schadelijke krachten.
Het laatste geval wordt door Sjamajiem – de Hemel – vaak als test gebruikt of de essentie van de waarnemende echt in Hasjem en Zijn Torah gelooft. Ook kan de reden een spirituele genezing zijn, wat we later kort zullen uitleggen.
Bronnen: Dybbuk van Gershon Winkler Footnote: Dybbuk zijn verslagen van de betrokken kabbalisten en ooggetuigen: Eliyahu Hakohen [van onder andere werken Shevet Mussar]. Chofets Chaim, Rav Wasserman, Rav Joseph Shlomo Kahaneman [de Ponovizer Rav], Ari Za"l en Rabbi Chaim Vital. Rabbi Moshe Yehudah Pittai, voornaamste talmied en opvolger vd Ben Ish Chai. Michtav Meeliyahu hoofdstuk "The Attribute of Mercy"
INHOUD