(on)Mogelijkheid liefdevol te geven |
Publicatiedatum: dinsdag 09 maart 2021 |
Auteur: Opperrabbijn Evers | 1.078 keer gelezen |
|
|
Opperrabbijn R. Evers, Tsedaka [geven aan een goed doel], Leer van Reb Chaim van Volozhin » |
|
Deze week staan de gaven aan het Misjkan (Heiligdom) centraal. Liefdevol geven is een vorm van levensheiliging, zeker als het doel verheven is. De wereld is niet perfect. G’d heeft de wereld opzettelijk onvolmaakt geschapen om de mens de ruimte te laten deze wereld te vervolmaken.
Onze Chagamiem schroomden zich niet te verklaren dat wij door liefdadigheid G’ds partner worden in het Scheppingsplan. Als de wereld van begin af aan perfect zou zijn geweest, had de mens geen serieuze rol kunnen spelen. Nu wij actief betrokken worden bij de vervolmaking van de wereld – tikoen olam – hebben we bestaansrecht. Onze uiteindelijke beloning zal de bekroning zijn van de ge’oela sjelema: de verlossing in de tijd van de Masjie’ach, wanneer G’d vanachter het vernisje van de natuur voor iedereen duidelijk overal aanwezig zal zijn, zoals Hij vroeger in Tabernakel en Tempel voelbaar was.
Nu is dit echter nog toekomstmuziek. Op dit moment leven we in een krakkemikkige wereld met veel gebreken. G’d leidt de wereld echter nog steeds achter de schermen. Gebreken in relaties zijn vaak terug te voeren op de onmogelijkheid liefdevol te geven. In de praktijk zien we maar al te vaak dat mensen alleen bereid zijn te geven wanneer zij daar iets voor terug krijgen. We vergeten maar al te vaak dat er een G’d in de Hemel is, die juist belangeloos geven het hoogst waardeert.
Rabbi Chaim uit Wolozhyn (19e eeuw) stond aan het hoofd van de Brisker Jesjiewa waar ieder jaar veel geld nodig was. Zoals ook tegenwoordig nog gebruikelijk is, gingen `mesjoelachiem’ (gezanten, sjnorrers) op pad om het geld bijeen te zamelen. De `sjnorrer’ van Reb Chaim wilde een eigen paard, wagen en bediende omdat zijn tijd te kostbaar voor de slechte verbindingen met enorme vertragingen. Bovendien wilde hij duurdere en nettere kleding op kosten van de Jesjiewa omdat hij daardoor meer aanzien zou krijgen bij de mensen, die dan weer grotere schenkingen zouden doen aan de Jesjiewa.
Reb Chaim was accoord en de mesjoelach bezocht een van de grootste donateurs, die opeens echter niets meer wilde storten. Reb Chaim besloot zelf met de sjnorrer mee te gaan. Hij werd als een koning ontvangen bij de weigerachtige donateur en na verschillende plichtplegingen kwam de vraag van Reb Chaim:`Waarom geef je niks meer aan onze Jesjiewa?’.
De man antwoordde dat hij dacht dat hij zijn dure geld doneerde aan Tora-leren en mensen onderhield die nauwelijks te eten hadden omdat zij hun leven wijdden aan het `lernen’. Maar nu hij zag, dat zelfs de `sjnorrer’ van Reb Chaim er tip-top uitzag, wilde hij niets meer geven. Zijn geld hoefde niet besteed te worden aan allerlei luxe en uiterlijk vertoon.
Reb Chaim vroeg hem:`Stel dat een groot Tora-geleerde ook verstand zou hebben van kleermakerij en men hem de `grote geleerde kleermaker’ zou noemen, zou dit geen belediging voor hem zijn?
Kijk eens naar Betsaleel, de architect van het Misjkan, die alle Kabbalistische geheimen van de Schepping kende. G’d „vervulde hem met wijsheid om te maken allerlei arbeid van de werkman, de kunstwever en de borduurder“ (Ex./Shmot 35:35). Meer wordt er niet over hem verteld.
Toen de Joden hun gaven brachten wilde iedereen dat zijn geld voor de heiligste delen zou worden gebruikt, de Aron haKodesj en de Menora. De chogma (wijsheid) van Betsaleel bestond hieruit, dat hij de intentie van de donateur kon waarnemen. De gaven van de mensen, die met de puurste intenties doneerden, dirigeerde hij naar de heiligste delen van het Misjkan en de donaties van de mensen met minder zuivere bedoelingen werden verwerkt tot minder heilige objecten.
De mooie kleding van de `sjnorrer’ en zijn eigen paard en wagen zijn ook nodig voor de Jesjiewa. Het geld van diegene, die met de beste bedoelingen geeft, komt automatisch bij het heiligste van de Jesjiewa terecht – het voedsel van de Tamidee Chagamiem – Torageleerden – die dit tot grote hoogten van kedoesja (heiligheid) verheffen. Zij die met mindere intenties geven, zullen uiteindelijk de minder belangrijke delen van de Jesjiewa ondersteunen.
U hoeft zich nergens zorgen over te maken. Afhankelijk van uw manier van geven komt uw geld daar terecht waar het het meest aansluit bij uw bedoelingen. We zien dat bij het Misjkan en zo geldt dit nog steeds tot op de dag van vandaag.“
De Hemelse computer inspireerde Betsaleel maar is ook nu nog steeds actief.
|
|
|