Waarom wordt Ja’akov plotseling kwaad na de achtervolging van zijn schoonvader Lavan? |
Publicatiedatum: dinsdag 16 november 2021 |
Auteur: Opperrabbijn Evers | 802 keer gelezen |
|
|
Opperrabbijn R. Evers, Boosheid, Stelen, Chilloel Hasjem, onteren van Hasjem's Naam » |
|
Lavan bedriegt Ja’akov bij het leven. De eerste zeven jaar van zijn carriere bij Lavan werkt Ja’akov om Racheel te mogen trouwen. Na zeven jaar gratis werken staat hij onder de choepa (huwelijksbaldakijn) met Lea. Natuurlijk vraagt hij Lea waarom zij aan dit bedrog heeft meegewerkt maar zij pareert zijn vraag met de opmerking, dat hij zich ook verkleed heeft als Esau om de beracha van vader Jitschak te krijgen. Ja’akov verliest echter geen moment zijn geduld en wordt niet kwaad. Daarna werkt hij nogmaals – wederom gratis – voor het recht om met Racheel te huwen. De laatste zes jaar van zijn carriere bij Lavan werkt hij voor een salaris in natura, te weten gevlekte en gespikkelde schapen en geiten. Maar steeds verandert Lavan zijn salaris en zijn arbeidsvoorwaarden.
Oplichter Lavan beschuldigt Ja’akov van bedrog Na 20 jaar trouwe arbeid roept G’d hem op naar zijn ouders terug te gaan. Het was een combinatie van het ongenoegen van Lavans familie en de opdracht het vaderland Israel weer op te zoeken: „Ja‘akov hoorde de woorden van Lavans zonen. Zij zeiden: Ja’akov heeft alles genomen wat van onze vader was; uit de bezittingen van onze vader heeft hij al deze rijkdom verworven. Ja’akov zag ook het gezicht van Lavan; Lavan was hem niet meer gunstig gezind“.Toen zei HaSjeem tegen Ja’akov: „Keer terug naar het voorouderlijk land en naar je familiekring. Ik zal met je zijn.“ Ja’akov liet toen Rachel en Lea naar het veld roepen…en zei tegen hen…“De G‘d van mijn vader is bij mij geweest. Jullie weten zelf dat ik met al mijn kracht voor jullie vader heb gewerkt. Jullie vader heeft mij echter bedrogen. Hij heeft mijn loon wel tien keer veranderd. HaSjeem heeft hem echter niet toegestaan mij kwaad te doen. Wanneer hij zei: „De gespikkelde dieren zullen je loon zijn, dan wierp al het kleinvee gespikkelde jongen; en wanneer hij dit zei: De gestreepte dieren zullen je loon zijn, dan wierp al het kleinvee gestreepte jongen. Zo heeft G‘d het vee van jullie vader weggenomen en het mij gegeven“. Einde citaat.
Afgoden gestolen Ja’akov vertrekt met zijn gezin. Lavan bemerkt, dat zijn terafim (afgoden) ontbreken en zet de achtervolging in. Hij haalt hem in en vraagt (Gen. 31:26 e.v.): „Wat heb je gedaan, dat je mij bedrogen hebt en mijn dochters als krijgsgevangenen hebt weggevoerd? Waarom ben je stiekum gevlucht, heb je mij bedrogen en mij niets verteld? Ik zou je uitgeleide gedaan hebben met blijdschap en liederen, met tamboerijn en harp. Bovendien heb je mij niet toegelaten mijn zonen en dochters te kussen. Welnu, je hebt dwaas gehandeld door zo te doen..Waarom heb je mijn goden gestolen?". Einde citaat.
Uiteindelijk woedend Twintig jaar heeft Ja’akov geen klacht geuit en geen kwaad woord tegen Lavan gezegd, ondanks al zijn gechicaneer en bedrog.
Uiteindelijk wordt Ja'akov toch boos en geeft hem ervan langs: "Toen ontstak Ja’akov in woede …Wat is mijn overtreding? Wat is mijn zonde, dat u mij zo intens achtervolgd heeft en dat u al mijn spullen heeft doorzocht? Wat heeft u van al uw eigen spullen gevonden? Leg het hier neer ten overstaan van mijn familieleden en uw verwanten en laten zij tussen ons beiden rechtspreken. Deze twintig jaar dat ik bij u geweest ben, hebben uw ooien en uw geiten geen misdracht gehad en de rammen van uw kleinvee heb ik niet gegeten. Verscheurde dieren heb ik niet naar u toe gebracht, ik moest ze zelf vergoeden. Ook hebt u uit mijn hand vergoeding geëist van wat overdag gestolen was en wat 's nachts gestolen was…overdag werd ik gekweld door de hitte, 's nachts door de kou, zodat de slaap van mijn ogen week. Twintig jaar ben ik nu bij u in huis geweest: veertien jaar heb ik u gediend voor uw beide dochters en zes jaar voor uw kleinvee, en u hebt mijn loon tien keer veranderd. Als de G‘d van mijn vader, de G‘d van Avraham en de Gevreesde van Jitschak (Izak) niet met mij geweest was, zou u mij nu met lege handen weggestuurd hebben. G‘d heeft mijn ellende en de inspanning van mijn handen gezien en heeft u gisternacht bestraft“. Einde citaat. Wat een goede arbeidsethos, ondanks alle tegenwerking. De meesten mensen zouden allang de knoepel in het hoenderhok hebben gelegd bij zoveel bedrog, tegenwerking en negativiteit.
Chiloel Hasjeem – Ontwijding van G’ds Naam Waarom werd Ja’akov zo kwaad? Was dit de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen? Is dit een klassiek voorbeeld van langdurig opgekropte frustratie, die hier een uitlaatklep vindt? Ik denk van niet. Schoonvader Lavan maakt Ja'akov hier ten overstaan van de beide families en alle dienaren en helpers uit voor een dief. Ja’akov kon dit gedurende twintig jaar verdragen omdat dit niet in het openbaar geschiedde. Maar nu doet Lavan dit in het openbaar. Dan wordt dit een Chiloel HaSjeem en kan Ja’akov dit absoluut niet over zijn kant laten gaan. Als Tsaddiek moet hij het toppunt van eerlijkheid zijn. Daarom reageert Ja’akov zo heftig. Het aanzien van het Jodendom mag niet geschaad worden.
|
|
|