Geloof in de Opstanding der doden is een van de fundamentele peilers binnen het Jodendom. De Tora spreekt over de dodenrijk; sje'ol. Daarnaast zitten wij met het feit dat bepaalde passages in de Tora in de toekomende tijd wordt geschreven, i.p.v. verleden tijd, wat aanduidt dat er wel leven na de dood moet zijn en zelfs een wederopstanding van doden. Een voorbeeld is Sjemot (Ex.) 15:1. Omdat de Engelse Joodse vertaling (JPS) beter is dan die van ons, geven wij de volgende citaat: Then sang Moses and the children of Israel this song unto the LORD, and spoke, saying: I will sing unto Hasjem, for He is highly exalted; the horse and his rider hath He thrown into the sea (Ik zal Hasjem bezingen; want Hij is hogelijk verheven! ).
Verwijzingen naar de Toekomstige wereld is wat duidelijker door het feit dat de Tora belooft de rechtvaardigen te belonen en de onrechtvaardigen te straffen. Ondanks dat het volk Israël "meeging" in de afgoderij van de naaste volkeren, werd het volk van G'd ook onderdrukt, waardoor men ging afvragen: ´wij zijn rechtvaardig en worden in dit leven "gestraft". Onze onderdrukkers zijn onrechtvaardig en worden in dit leven "beloont".´ Dit riep vragen op of de beloning- en strafmethode van de Tora pas na de dood zal worden de toegepast.
Omdat de Talmoed merendeels uit een opeenstapeling van interpretaties, discussies en commentaren bestaat, zal in dit verslag meerdere visies van geleerden het revue passeren. In het verslag Leven, dood en het hiernamaals in het Jodendom bespraken wij het Jodendom geen dogma´s kent. Hierdoor houdt het Jodendom een grote ruimte open voor persoonlijke meningen en opvattingen, in dit geval m.b.t. het hiernamaals. Zo is er een opvatting van rabbi Akiva dat er geen eeuwige hel en verdoemenis voor de onrechtvaardigen bestaat. Dit hebben wij vrij algemeen in de voor genoemde verslag uiteen gezet.
Wanneer een onrechtvaardigen zijn straf heeft "uitgezeten" en serieus berouw heeft, is er voor hem plaats in het Olam Haba. Is er geen sprake van berouw en inkeer, dan zal zij de Hemelse straf ontvangen. Dat is kareet. De mens wordt afgesneden van deze wereld en van de Olam Haba. Echter Rabbi Menachem Recanti (1223-1290) gelooft dat onrechtvaardigen uiteindelijk ook een eigen gemeenschappelijke deel in de Olam Haba krijgen. Dit op grond van diensten van de rechtvaardigen.
Andere passages uit de Talmoed geven aan dat de wind het as van de verteerde lichamen en verbrandde zielen onder de zolen van de rechtvaardigen blaast.
|