Lag baOmer – Lichtpunt van tolerantie op weg naar Sjavoe’ot |
Publicatiedatum: donderdag 04 mei 2023 |
Auteur: Opperrabbijn Evers | 1.266 keer gelezen |
|
|
Lag Be'omer, Sjavoe'ot, Opperrabbijn R. Evers » |
|
Afbeelding: Chabad
Vanaf de tweede Seider-avond worden 49 dagen `Omer’ geteld tot Sjavoe’ot (het Wekenfeest), waarop wij 3335 jaar geleden de Tora ontvingen. De Omer werd voor het eerst geteld door de slaven, die de Exodus uit Egypte meemaakten. Zij telden – ongeduldig als kleine kinderen – toe naar het moment, waarop zij de Tora zouden ontvangen. Op de vijftigste dag vieren wij Sjavoe’ot, dat in 1312 voor de burgerlijke jaartelling het hoogtepunt vormde van de uittocht. Pas toen kon er gesproken worden van een werkelijk Joods volk, het “volk van het Boek”. Belang van tijd Het Omertellen op weg naar Sjavoe’ot benadrukt het belang van het fenomeen tijd. Normaliter tellen wij om het exacte getal van een bepaalde variabele grootheid vast te stellen. Wij houden volkstellingen omdat het aantal inwoners kan toe- of afnemen. Maar het bijhouden van statistieken is zinloos als een bepaalde grootheid niet fluctueert of oncontroleerbaar varieert. De mens heeft geen invloed op het element tijd. De tijdstroom kan niet vertraagd of versneld worden. Wat is dan het doel van het dagen tellen in de Omer-periode?
Tijd kan in subjectieve zin echter wel fluctueren. Onze greep op de tijd is in zekere zin onbeperkt. De individuele zingeving van de ons toegemeten tijd kent vrijwel geen grenzen. Men kan het leven zinloos, als niet geleefd laten voorbijgaan en de tijd ‘doden’ met allerlei onzin. Men kan ook iets van het leven maken en de tijd zinnig besteden. De zeven Omer-weken worden wel eens vergeleken met de zeven decennia, die de Psalmist ziet als het leven van de gemiddelde mens. Bij een waardevolle invulling is er niets zo ‘elastisch’ als tijd. Het gaat niet zozeer om kwantiteit. Uiteindelijk telt alleen kwaliteit. Dezelfde hoeveelheid tijd kan voor de één eeuwig lijken, terwijl het voor de ander ineenschrompelt tot een luchtledig van niets. Het Omertellen benadrukt de waarde van tijd niet zozeer in de zin van “time is money” (kwantiteit) maar meer in kwalitatieve zin, “time is spirit”. Rouwperiode Het terugwerpen van het individu op zichzelf wordt vooral tegenwoordig als onaangenaam ervaren. De Omertijd confronteert ons met onze persoonlijke verantwoordelijkheden. Volgens de traditie is de reden van de rouwstemming gedurende de Omertijd het overlijden van de 24.000 leerlingen van Rabbi Akiwa die leefden in de tweede eeuw. De Talmoed verwoordt dit als volgt (B.T. Jewamot 62b): “Rabbi Akiwa had 12.000 paren leerlingen. Allen stierven juist gedurende de Omer-periode, omdat zij elkaar niet eervol bejegenden”. Daarom houden wij nog rouwgebruiken in acht. Zo huwt men niet, maakt men geen muziek en vele mannen scheren zich niet. Vreemd! Omdat er ongeveer 1800 jaar geleden 24.000 leerlingen van Rabbi Akiwa – door hun eigen schuld nota bene – overleden, moeten wij nu nog rouwen?! Maar helaas is er sindsdien niet veel veranderd. Ook nu nog gaan we gebukt onder verdeeldheid en onverdraagzaamheid. De Omertijd is een tijd van bezinning over de intermenselijke “zondeval” van het Joodse volk, juist in onze dagen. Lag baOmer Lag baOmer, de drieëndertigste Omerdag, wordt echter feestelijk gevierd, omdat op die dag de sterfteplaag onder de studenten van Rabbi Akiwa ophield. Op deze dag worden veel chuppot gepland en is het weer geoorloofd naar de kapper te gaan. Speciaal in Israël wordt Lag baOmer nog echt gevierd. Schoolkinderen ontsteken vreugdevuren en spelen met pijl en boog. In het stadje Meron bij het graf van Rabbi Sjimon bar Jochai is de vreugde uitbundig, omdat Rabbi Sjimon bar Jochai op Lag baOmer overleed. Men knipt een jongetje gedurende de eerste drie jaren niet maar op Lag baOmer knipt men hem en laat men voor het eerst de “peijes” staan om het kind op te voeden in het verbod om de “hoeken van het hoofd te knippen”. Hierbij wordt uitbundig gezongen en gedanst. Jaartijd vieren Eigenlijk is het niet goed te begrijpen, dat de jaartijddag van Rabbi Sjimon zo uitbundig wordt gevierd. De jaartijddag is eerder een dag van ernstige bezinning dan een gelegenheid van uitbundige vreugde. Rabbi Sjimon was een van de leerlingen van Rabbi Akiwa, die de sterfteplaag overleefden. 24.000 leerlingen van Rabbi Akiwa konden elkaar niet verdragen. Het was geen ordinaire haat. Het was alleen zo, dat iedere leerling zo overtuigd was van het feit, dat de wijze, waarop hij G’d diende en zijn Jodendom beleed, de enige juiste was, dat hij dit probeerde op te dringen aan zijn medeleerlingen. Daar dit over en weer gebeurde, leidde dit tot irritatie en teleurstelling in de medemens. Het is niet juist een ander te willen overtuigen van het eigen religieuze gelijk. Beide gebieden Vele leerlingen van Rabbi Akiwa konden het grote principe van hun leraar “heb uw naaste lief als uzelf – dit is de hoofdregel van de Tora” niet waarmaken. Rabbi Sjimon bar Jochai was hiertoe wel in staat. Rabbi Sjimon blonk uit in twee aspecten: hij leerde Tora met volledige overgave en beminde zijn medemens werkelijk als zichzelf. Beide aspecten van deze persoonlijkheid waren met elkaar verweven. Als men de Leer van G’d zonder bijbedoelingen (“kowed”) kan bestuderen omdat dit gegeven werd door G’d, is men ook in staat de medemens zonder discriminatie te benaderen, als schepsel van dezelfde G’d. Als men van de Vader houdt, heeft men zijn kinderen ook lief. Op zijn sterfdag was zijn levensideaal voltooid. Daarom vieren we Lag baOmer. Chag sameach! Een mooie Lag BaOmerviering en een heerlijke Sjavoe'ot!
©Opperrabbijn Evers 2023 |
|
|