De bewoners in de omgeving van Toer Malqa hadden de gewoonte om tijdens een choeppa een haan en een hen bij zich te nemen en te zeggen: "Wees vruchtbaar en vermenigvuldig je als kippen". Met andere woorden: moge het zo zijn dat je veel kinderen pijnloos op de wereld mag zetten.
Op een dag passeerde een Romeinse brigade en pakten de haan en de hen af. De mensen van Toer Malqa werden boos en vielen de brigade aan. De soldaten sloegen op de vlucht en vertelde Caesar: "De Joden rebelleren tegen jou". Caesar stuurde legers op hen af.
Onder de Joden was er een zekere Bar Deroma, die een Romeinse kamp in zijn eentje aanviel en alle Romeinen doodde. Caesar zette zijn kroon bij dit bericht af en zei: "Koning van het heelal, als het Jouw wil is, lever mij of mijn koninkrijk niet aan slechts een man uit".
Echter het waren de woorden van Bar Deroma zelfde die voor zijn ondergang zorgde. Hij citeerde Tehilliem 60:12: "Jij hebt ons verlaten, G'd. En Jij begeleidt Jij onze legers niet." Dawied hamelech zei ongeveer dezelfde woorden, maar Dawied hamelech stelde dit als vraag, terwijl Bar Deroma geen vraag stelde maar Hasjem uitdaagde: "Wij zullen zelf wel onoverwinnelijk zijn en wij hebben Jouw aanwezigheid in de strijd niet nodig". Bar Deroma ging kort daarna ergens naar binnen. Daar kwam hij een slang tegen. Hij werd door de slang dood gebeten. Een ander verhaal vertelt dat letterlijk doodsbang was voor de slang waardoor hij het leven liet.  

Caesar Trajan (53-117) viel Toer Malqa aan. Rabbi Asi vertelt: "300.000 bewapende mannen drongen Toer Malqa binnen en in drie dagen en in drie nachten slachtten zij de Joden af. Zoals Eicha 2:2 zegt: 'Hasjem vernietigde en heeft niet alle schoonheid van Ja'aqov gespaard.'" De vrouw van Trajan beviel op de nacht van Tisja Be'Av toen de Joden rouwden. Het babietje stierf maanden daarna tijdens Chanoeka. De Joden zeiden tegen zichzelf: "Wat moeten wij doen? Zullen wij wel of niet de Chanoekalichten aansteken?" Zij besloten de Chanoekalichten aan te steken en zouden de gevolgen hiervan accepteren.

De Joden werden door de vijand bij de vrouw van Trajan gelasterd. "De Joden rouwden bij de geboorte van het kind en staken lichtjes aan toen het kind stierf". 
Zij schreef haar man: "In plaats van de barbaren te bestrijden, bestrijdt de Joden die tegen jou rebelleren. Dewariem/Deut. 28:49: "G'd zal een volk van ver op jou afsturen... als een adelaar die vliegt..." Trajan zei: "Ik ben de adelaar, omdat ik er tien dagen voor heb uitgetrokken om aan te komen. De wind bracht mij binnen vijf dagen..." Het wapen van de Romeinen is een adelaar. De Romeinen omsingelde de Joden en doodde hen. Trajan vroeg hun weduwen: "Wees gehoorzaam aan mijn legers en zo niet, dan zullen jullie hetzelfde lot toebedeeld krijgen, zoals die van jullie mannen". Zij antwoordden: "Doe bij de vrouwen hetzelfde als bij de mannen". De legers omsingelden hen en doodden hen. Hun bloed werd vermengd met die van hun mannen en dat welde op in een beek die tot Cyprus reikte. De Roeach Haqodesj, de Heilige Geest, huilde en verklaarde: "voor hen huil ik..." (Eicha 1:16).