G´dsverduistering Toen G’d zijn scheppingswerk aanving, was de eerste beweging ´tsimtsoem´ - G’ddelijke zelfbeperking. G´ds aanwezigheid in het heelal moest worden verduisterd en teruggedrongen om zelfstandig en van Hem onafhankelijk leven mogelijk te maken. Zonder tsimtsoem zou het leven onmogelijk zijn geweest. Ieder hoger of lager wezen zou onmiddellijk verteerd worden en opgaan in de allesomvattende G’dheid. G´ds licht moest worden afgeschermd om ruimte te scheppen voor onafhankelijk leven. Zelfs in de hoogste Engelenwerelden vond tsimtsoem plaats omdat geen wezen het G’ddelijk licht in volle omvang verdragen kan. Door de G´dsverduisterende tsimtsoem ontstonden steeds meer concrete wereldsferen. De kwaliteit van iedere wereld wordt bepaald door de mate waarin G´d Zichzelf beperkt. Onze fysieke wereld vormt het eindpunt van de afdalende en steeds grover wordende G´ddelijke Zelfbeperking. De aardse materie vormt het hoogste doel van de reeks G´ddelijke afdalingen.
Dat onze materiële wereld het doel vormt van de Schepping kan verduidelijkt worden met de volgende vergelijking. Ik zit in de trein vanaf Amsterdam CS. Tegenover mij zit een medepassagier: bij Schiphol, Leiden, Den Haag HS, Rotterdam CS, Dordrecht en Roosendaal blijft hij zitten. In Antwerpen stapt hij uit. Pas bij deze laatste halte begrijp ik het reisdoel van mijn medepassagier. Mutatis mutandis geldt hetzelfde bij de Scheppingstsimtsoem: G’d passeerde alle andere werelden totdat Hij uiteindelijk bij onze wereld halt hield. Vandaar, dat wij mogen aannemen dat de fysieke wereld het eigenlijke Scheppingsdoel vormt. Zo bestaat het doel van de fysieke wereld weer in de mens, die als laatste creatuur op aarde verscheen.
Grootste Scheppingskracht Het bestaan van de materie die zo op het oog uitsluitend onderworpen lijkt aan de natuurwetten, is een paradox die het wonder van de Schepping vormt. In onze fysieke wereld wordt de G’ddelijke aanwezigheid verhuld en verduisterd. Dit heeft een bepaalde betekenis en bedoeling. De materie - als ultieme verhulling van het Oneindige - moet op ieder moment door een immense Scheppingskracht in stand worden gehouden. Daarom is de materiële wereld het grootste spanningsveld tussen aan de ene kant verduistering en aan de andere kant openbaring van het G’ddelijke. Alle werelden die geschapen werden, vertonen een bepaalde samenhang. Onze wereld wordt gezien als basis en drager van alle hogere en lagere werelden. Evenals het wel en wee van de fundamenten van een gebouw invloed hebben op hogere verdiepingen, zo ook bepaalt het handelen in de fysieke sfeer de G’ddelijke Uitstraling in de hogere werelden. Op deze gedachte doel ik met de frase, dat de fysieke wereld het brandpunt vormt van de Schepping. Het lichaam van de mens is onmisbaar bij het uitvoeren van zijn religieuze en sociale taak hier op aarde. Daarom krijgt de arts als hoeder van het lichamelijk aspect van ons bestaan zoveel aandacht en respect.
De Joodse voorschriften Hoe wij omgaan met levensgevaar wordt tot in de details geregeld, een typisch kenmerk van onze ´wettische´ religie. De voorschriften van Sjabbat, zowel als alle overige mitsvot van de Tora, worden terzijde geschoven in geval van levensgevaar; dit geldt ook voor een pasgeboren kind van een dag oud (zie Sj.A. J.D. 158 en Ch.M. 424). Wanneer de zieke zich tegen behandeling verzet, overreedt men hem om de behandeling te aanvaarden. Het is een ernstige zonde om zich te gedragen als een vrome dwaas, om zich niet te laten genezen wegens een of ander verbod. Over zo iemand wordt gezegd (Bereesjiet 9:5): „Maar jullie bloed, jullie leven zal ik opeisen”. Iemand die zich haast om Sjabbat te ontheiligen voor een zieke in levensgevaar, komt slechts lof toe. Iedereen, die Sjabbat ontheiligd heeft voor een zieke in levensgevaar, ook al blijkt (achteraf) dat het niet nodig was, wordt beloond. Als een dokter bijvoorbeeld zegt: „Deze patiënt heeft een vijg nodig”, tien mensen horen dat, rennen weg, plukken een vijg en brengen die aan de zieke, dan zullen zij allen door G´d beloond worden, zelfs al geneest de patiënt al na de eerste vijg.
Het menselijk leven staat centraal in het Jodendom. Zelfs bij twijfelachtig levensgevaar is het geboden om daarvoor Sjabbat te overtreden of alle andere verboden uit de Tora. Niets is belangrijker dan het afwenden van levensgevaar. De Tora is alleen gegeven om er mee te leven, zoals er geschreven staat (Vajjikra 18:5) „En jullie zult Mijn instellingen en rechtsvoorschriften in acht nemen, dat de mens ze zal uitvoeren en erdoor in leven blijft”. De Geleerden in B.T. Sanhedrin 74a verklaren: „Je zult erdoor leven maar er niet van doodgaan.” Dit geldt voor alle overtredingen, behalve afgodendienst, verboden intieme relaties en bloed vergieten.
Wat heet gevaarlijk Het Jodendom neemt al snel aan, dat een aandoening gevaarlijk kan zijn. Gevaarlijk is iedere interne aandoening, vanaf de lippen naar binnen - daar horen ook de tanden bij - zoals voor een ontsteking of verwonding of iets dergelijks. Ook al is er geen specialist aanwezig om een professionele diagnose te stellen en ook al zegt de patiënt niets of vraagt hij nergens om, dan toch doet men alles wat men op een gewone werkdag voor hem gedaan zou hebben. Maar als men de ziekte herkent en weet dat men kan wachten met de behandeling tot na Sjabbat, dan ontheiligt men Sjabbat niet. Een lichte ongesteldheid is geen ziekte. Wie erge kiespijn heeft, zodat het zijn hele lichaam treft, mag een niet-Joodse tandarts vragen de tand of kies te trekken.
Men mag Sjabbat overtreden voor een wond op de rug van de hand of op de wreef van de voet. En ook voor iedere wond die ontstaat door een ijzeren voorwerp, een ernstige zweer, voor wie een teek heeft ingeslikt of voor iemand die door een dolle hond is gebeten of door een ander dier, dat in het stof kruipt (zoals een slang), zelfs al bestaat er twijfel over of het giftig is of niet. En ook voor iemand die zeer zware koorts heeft, ontheiligt men de Sjabbat maar veel voorkomende koorts laat men behandelen door een niet-Jood. Als iemand pijn heeft in zijn beide ogen, of als uit één ervan pus komt, of wanneer zij allebei druipen of als er bloed uitkomt of als er een ander gevaar voor de ogen bestaat, ontheiligt men daarvoor Sjabbat.
Voor iemand die levensgevaarlijk ziek is, mag men slachten als hij vlees nodig heeft, ook al is er niet-kosjer vlees voor hem aanwezig. Men geeft hem niet het niet-koosjere vlees te eten, want wij vrezen, dat als hij te weten zou komen dat wij hem niet-koosjer vlees geven, hij het zal overgeven. Maar als er geen reden is te vrezen dat hij hiervan zal overgeven, bijvoorbeeld bij een kind of als iemand geestelijk gestoord is, dan geeft men hem treife vlees en slacht men niet voor hem op Sjabbat.
Wie is arts Wanneer iemand zegt dat hij de ziekte herkent, dat de zieke in levensgevaar verkeert en er geen arts of specialist aanwezig is, die dat ontkent, dan wordt hij geloofd en overtreedt men voor hem Sjabbat. En zelfs al is hij er niet zeker van, maar zegt hij dat het hem gevaarlijk lijkt, zodat men voor de zieke de Sjabbat moet overtreden, dan luistert men want bij twijfel over levensgevaar is men soepel en neemt men het zekere voor het onzekere. Wanneer een arts zegt dat de ziekte gevaarlijk is en een bepaalde behandeling nodig is, en een andere arts zegt dat het niet nodig is, of als de zieke zelf zegt dat het niet nodig is, dan luisteren we naar de arts die zegt dat het wel nodig is. Wanneer de zieke zegt dat hij een bepaalde medische behandeling nodig heeft en een arts zegt dat het niet nodig is, dan luisteren we naar de patiënt. Maar wanneer de arts zegt dat het de patiënt zal schaden, dan luisteren we naar de arts. Wanneer een ervaren arts of iemand anders die er verstand van heeft, zegt dat hoewel de patiënt nu niet in gevaar is, hij in gevaar kan komen wanneer hij een bepaalde medische behandeling niet krijgt, dan luistert men naar de arts en ontheiligt men de Sjabbat, ook al protesteert de patiënt daartegen. Wanneer de arts zegt dat de patiënt zeker zal sterven als hij de behandeling niet krijgt maar dat hij misschien in leven blijft als hij die wel krijgt, dan overtreedt men Sjabbat eveneens. Het Jodendom beschermt het leven onder alle omstandigheden.
©Dayan mr. drs. R. Evers 2011 |