...een oud Joods principe geactualiseerd...
In Deuteronomium staat de begraafplicht beschreven: ”Maar begraven zult u hem op dezelfde dag” (21:23). Dit snelle begraven geschiedt uit eerbied voor de overledene. Wij proberen onze overledenen ongeschonden te begraven. Toch wensen sommigen hun lichaam ter beschikking te stellen van de wetenschap. Soms eist de overheid, dat het stoffelijk overschot onderzocht wordt. Hierdoor wordt een snelle begrafenis onmogelijk. Enkele weken geleden werd een Jesjiwabocher van de befaamde Mirrer-Jesjiwa in Jeruzalem op straat doodgestoken. De politie eiste een post-mortem onderzoek. De familie weigerde op halachische gronden. Hun kind zou onnodig geschonden worden en de begrafenis zou te lang worden uitgesteld. Hoe staat het Jodendom tegenover autopsie?
Bij post-mortem onderzoeken en lijkschouwingen worden vaak autopsies verricht. Het doel van de ontleding van het lichaam is om de doodsoorzaak en pathologische processen vast te stellen. De patholoog-anatoom is op zoek naar informatie omtrent de doodsoorzaak, de oorzaak van de ziekte of het effect van vroegere medische behandelingen die op de patiënt werden toegepast. Toestemming van de naaste familie is meestal vereist voor autopsie. Een dergelijke goedkeuring kan gegeven worden door de nabestaanden van de overledene; meestal is dit de echtgenoot of de echtgenote. Als er meer naaste familie is (en de interpretatie van naaste familie is ‘elastisch’) en er controverses ontstaan, kan het ziekenhuis afzien van de autopsie of afgaan op de wil van degene die als meest nabij beschouwd wordt. |