...Symbool van de hele Tora
Gilad Shalit
Gilad Shalit wordt door onze 'vredespartners' al vijf jaar gevangen gehouden.
Door de geschiedenis heen hebben Joden opmerkelijke moeite gedaan om hun broeders uit de handen van hun vijanden te bevrijden. Deze mitswe wordt in de rabbijnse literatuur 'pidjon sjivoejiem' [verlossing van gevangenen] genoemd. Het is de enige voorschrift dat door de Talmoed als een 'Mitswe Rabba' [Grote Mitswe] wordt aangeduid. Haar speciale status in de Joodse Wet gaat naar de kern van het definiëren van de morele en materiële dimensies van de waarde van het menselijk leven.
Ondanks haar unieke positie in de Halacha, is er geen specifieke richtlijn voor deze mitswe vreemd genoeg niet in de Bijbel te vinden. RaMBaM en andere autoriteiten hebben een serie van mitswes samengesteld, die geschonden worden wanneer men nalatig is met het uitvoeren van Mitswe Rabba. Sterker, geen van de geciteerde verzen in het enorme Halachische werk "Yad Chazakah" van RaMBaM refereren direct naar de redding of bevrijding van gevangenen. Deze plicht, zo legt hij uit, valt onder de algemene regel van het bijstaan van hongerigen, naakten en mensen in gevaar.
Het ontbreken van een directe halachische opdracht om gevangenen te bevrijden wordt gecompenseerd in het verhaal waar Avraham, als de eerste bevrijder van gevangenen, zijn leven riskeerde om oorlog te voeren tegen grote legermachten uit de regio om zijn gegijzelde neef Lot te bevrijden [Gen. 14]. In Numeri 21 is het volk van Israël begonnen met een oorlog om - volgens de Joodse traditie - enkele gevangenen van niet-Joodse afkomst te bevrijden die door de Kena'anieten werden ontvoerd. En koning David reageerde op de zelfde wijze toen Joden door de Amelekieten werden gegijzeld [1 Sam. 30]. In al deze situaties was het antwoord op de ontvoeringen compromisloos. Zelf een expliciete G'ddelijk bevel ontbrak!
Hoe moeten wij de afwezigheid van een explicatie opdracht met betrekking tot de Mitswe Rabba interpreteren? Wellicht heeft Rabbi Bachya ben Asher het antwoord. Hij verwijst ons naar de Tien Geboden. Het eerste Gebod, die door vele halachische autoriteiten wordt opgevat als het gebod om in G'd te geloven, presenteert de Almachtige Zichzelf als de Grote Verlosser "Ik ben Hasjem, jouw G'd Die jou uit Egypte heeft gehaald." Rabbi Bachya is net als andere commentatoren verbijsterd om het feit dat de vers naar de uittocht verwijst. Als er een grote prestatie belicht zou moeten worden, dan zou zeker de schepping van het universum het meest voor de hand liggen. Waarom wordt er genoegen genomen met een eenvoudiger wonder? Rabbi Bachya concludeert dat de vers waar G'd als de Verlosser van de gevangenen wordt omschreven, een aansporing is om hetzelfde te doen wat Hij gedaan heeft. Wanneer de redding van een gevangen zo'n kardinaal principe is, waarom verdient dit geen impliciete vermelding? De Talmoed [Berachot 8a] stelt dat er meer sprake is van een gewone gevangenschap en beschrijft G'd Zelf als de 'gevangene' dat 'verlost' moet worden door onze naleving van de mitswes en Torastudie.
De Kabbalah leert dat de verlossing van gevangen het symbool is van alle 613 mitswes. Terwijl G'd Zelf oneindig is, wordt Zijn verborgen aanwezigheid in de wereld - de Sjachina - gezien als zijnde een ballingschap dat verlost moet worden door onze goede daden. Zo is de vervulling van alle mitswes een handeling van het terugkopen van gevangenen die het geestelijke potentiële aanwezigheid in de materiële werkelijkheid wordt vrijgegeven.
Tot slot suggereert de term 'bevrijding van gevangenen' meer dan een bevrijding van fysieke gevangenen. In Rabbinale bronnen wordt de term pidjon sjivoejiem in het meervoud gegeven, wat suggereert dat er geen sprake is van een enkele gevangenen, maar dat het Joodse Volk als een organische spirituele eenheid wordt gezien dat als een voertuig voor de openbaring van G'd en Zijn Tora fungeert.
Zolang Gilad Shalit gevangen wordt gehouden, worden wij ook allemaal gegijzeld.
©Rabbijn prof. Efraim Sprecher 2011
|