Rasji citeert in zijn commentaar op de vers uit Dwariem/Deut. 11 "spreken in hen" de Sifrei dat wanneer een kind voor het eerst begint te praten, dat zijn ouders Hebreeuws tegen hem moeten spreken en hem Tora moeten onderwijzen. Dit zal het kind een lange levensduur garanderen. Ditzelfde idee wordt gevonden in de Tosefta in Chagigah waarin staat dat wanneer een kind weet hoe het moet praten, de ouders hem Hebreeuws moeten leren.
De meest duidelijke bron dat het een mitswe is om Hebreeuws te leren, is te vinden in het commentaar van de RaMBaM op Misjna Avot hoofdstuk 2. Deze Misjna stelt dat men voorzichtig moet omgaan met een kleine mitswe en het moeten behandelen als of het een grote mitswe is. Als voorbeeld van zo'n kleine mitswe, wijst de RaMBaM het leren en spreken van Hebreeuws aan. De RaMBaM is hier klaarblijkelijk van mening dat leren en spreken van Hebreeuws dus een mitswe is, ook al denken mensen dat het maar om een onbelangrijke mitswe gaat.
Hoewel de RaMBaM in zijn Misjna-commentaar duidelijk zijn mening over het lernen en spreken van het Hebreeuws geeft is de moeilijkheid hierin dat hij deze mitswe niet heeft gecodificeerd in zijn Misjneh Torah, noch dat het om een mitswe gaat dat in de Sjoelchan Aroech wordt beschreven. De Tora Temimah in Parasja Ekev vraagt zich af waarom de Poskiem de verwijzing naar de eis om Hebreeuws te leren en te spreken weg heeft gelaten. Rabbi Moshe Feinstein stelt echter in Iggros Moshe Even Haezer hoofdstuk 35 dat er wel degelijk sprake is van een mitswe van het spreken van Hebreeuws, hoewel erg geen verbod bestaat om in een andere taal te spreken.
De RaMBaN leert in Parasja Ki Sissa dat Hebreeuws 'Lasjon Hakodesj' [heilige taal] wordt genoemd, omdat dit de taal is dat door de Tora wordt gebruikt. De Talmoed Jeroesjalmi Sjabbos stelt dat voor degene die Lasjon Hakodesj spreekt, een plaats in Olam Haba gegarandeerd is. De Korban Haeidah legt uit deze Talmoed passage aangeeft dat het spreken in Hebreeuws leidt tot geestelijke zuiverheid.
Het is ook interessant om op te merken dat de Sjoelchan Aroech in OC hoofdstuk 37 vaststelt dat bepaalde lectuur niet geschikt is om op Sjabbes te lezen, maar wanneer deze in het Hebreeuws is geschreven, dan mogen deze wel gelezen worden op Sjabbes. De Magen Avrohom legt uit dat dit komt omdat de Hebreeuwse taal van zichzelf kedoesja is en men kan leren hoe je Tora kunt leren simpelweg door boeken en zelfs geschreven brieven in het Hebreeuws te lezen.
Misdraj Wajjiqra Rabba stelt dat, hoewel Joden in 49 niveaus van onzuiverheid bevonden in Mitsrajiem, waardig waren verlost te worden omdat zij Hebreeuws bleven spreken. De Midrasj brengt nog andere redenen waarom wij de verlossing verdienen, maar wij zien dat het spreken van Hebreeuws jouw identiteitsbewijs is als lid van het Joodse volk.
©Rabbi prof. Sprecher 2012 |