Dayan Evers, Opperrabbijn Tel Aviv; Voormalig Opperrabbijn van Israël Yisrael Meir Lau Sjlita, Jechieel en Cylia
“Alle minhagiem bij de huwelijkssluiting leiden wij af van Matan Tora – de openbaring op de berg Sinai, waar G’d Zich toonde als een bruidegom tegenover het Joodse volk die als Zijn bruid fungeerde”, aldus rabbi Sjimon ben Tsemach Duran. In de Talmoed Jeroesjalmi (Bikoeriem 3:3) wordt vermeld dat op de trouwdag een algemene amnestie van overtredingen en zonden plaatsvindt. De chatan (bruidegom) krijgt vergiffenis voor zijn zonden omdat de bron van alle treurigheid op de wereld zonden en tekortkomingen zijn. G’d vervult de mitsva om de chatan en kala (bruid) te verheugen door hun averot (overtredingen) te vergeven. In het werk Degel Machanee Efraïm (Parsjat Bo) staat dat ook de zonden van allen die chatan en kala begeleiden op deze dag worden vergeven. De Gerer Rebbe, de Imré Emmet, brengt als bron voor zijn stelling de woorden van Tosafot (B.T. Pesachiem 114a) waar staat dat iedereen die bij een besnijdenismaaltijd of huwelijksmaaltijd aanwezig is, gered wordt van de berechting in Gehinnom. Rabbi Naftali uit Ropsjits zei dat het hem verwonderde dat de huwelijksdag, die zo groots en verheffend is, aan zulke jonge mensen wordt overgelaten.
Onderdompeling van de chatan in een mikve Het is de minhag dat de chatan zich in het mikve (rituele bad) onderdompelt op de dag dat hij gaat trouwen. Voor deze minhag bestaat een aanduiding in de Tora (Devariem 23: 12): “Tegen de avond zal hij zich wassen in water”. De uitdrukking ‘tegen de avond’ komt verschillende keren voor in Tenach. In Genesis 24: 63 staat: „En toen ging Jitschak naar buiten om tegen de avond te davvenen (bidden) op het veld”. In het werk Michtam leDavid staat dat hier enige steun te vinden is voor deze gewoonte. Toen Jitschak naar buiten ging om te bidden op het veld was dat vlak voor zijn huwelijk. Op dit moment staat er ‘tegen de avond zal hij zich wassen met water’. Uit deze woordgelijkenis kan men opmaken, dat aartsvader Jitschak zich voor zijn choepa onderdompelde in een mikve, hetgeen navolgingswaardig gedrag is.
Receptie voor de choepa Het is gebruikelijk om een kleine receptie te houden voordat de chatan en kala onder de choepa gaan. Reden voor deze receptie is dat alle overtredingen van het bruidspaar worden kwijt gescholden. Volgens de Belzer Rebbe komt iedereen kijken hoe iemand wiens zonden volledig vergeven zijn eruit ziet.
Het middaggebed Normaliter davvent men het middaggebed voordat de chatan het gezicht van de kala met een sluier bedekt. Dit wordt afgeleid uit de episode van het huwelijk van Jitschak, onze tweede aartsvader. Het vers waaruit onze Wijzen afleiden dat Jitschak het middaggebed had ingesteld (Genesis 24: 63) “en toen ging Jitschak naar buiten om te davvenen op het veld” is eveneens het vers dat aangeeft dat Jitschak Rivka tegemoet ging toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten. Daarbij staat tevens dat Rivka haar sluier nam en haar gezicht bedekte.
Het bedekken van het gezicht van de kala In Genesis hoofdstuk 24 vertelt de Tora dat toen Eliëzer Rivka naar Jitschak bracht om met haar te trouwen, Jitschak haar tegemoet kwam “vanuit de bron lachai Ro’i. En toen ging Jitschak uit om te davvenen op het veld”. Toen ze elkaar ontmoetten, bedekte Rivka haar gezicht: “Toen hief Rivka haar ogen op en zag Jitschak. Zij nam haar sluier en bedekte zich.” Sommige Risjoniem leiden hieruit af dat het bedekken van het gezicht van de kala één van de wijzen van huwelijkssluiting is. Het heeft tevens een diepe symbolische betekenis; het is alsof de chatan en de kala tegen elkaar zeggen: “onze band gaat dieper dan wat het blote oog kan waarnemen”.
Het bedekken van het gezicht van de kala (de bedeckenisch) is te vergelijken met het bedekken van het gezicht tijdens het uitspreken van ‘Sjema Jisraeel’ - Hoor Israël. Bij het lezen van Sjema bedekken wij de ogen en het gezicht om aan te geven dat wij volledig en oprecht geloven in G’ds eenheid. Wij hebben alleen met Hem een relatie. Zo nemen ook chatan en kala zich voor om enkel voor elkaar te leven. De chatan Sofeer zegt dat het bedekken van de kala een uitdrukking is van haar ingetogenheid.
Wie vergezellen de chatan bij het bedekken van de kala? Over het algemeen wordt de chatan door zijn bruidsjonkers, gasten en familieleden begeleid naar de kala wanneer hij haar gezicht bedekt. Op andere plaatsen is het gebruikelijk dat notabelen het gezicht van de kala in opdracht van de chatan bedekken. Sluieren heeft ook halachische betekenis. In de Talmoed (B.T. Kidoesjien 42a) staat dat het verboden is om een vrouw te trouwen voordat men haar gezien heeft. Bij de bedeckenisch heeft de chatan zijn bruid tenminste een maal gezien.
Een zegen voor de kala Het is gebruikelijk dat de notabelen uit de gemeente en andere leden van de kehilla de chatan zegenen. De kala wordt gewenst: “Onze zuster weest tot duizenden van tienduizenden”. Dit was de beracha waarmee de familieleden van Rivka haar zegenden toen ze vertrok om met Jitschak te trouwen (Genesis 24: 60).
Bij Ruth en Boaz staat geschreven dat de ouden en de overige leden van het volk de chatan zegenden: “En al het volk, dat in de poort was, en de oudsten zeiden: `Wij zijn getuigen. Moge G’d de vrouw die in uw huis komt, maken als Racheel en Lea, die beiden het Joodse volk hebben opgebouwd’”(Ruth 4: 11).
Onder de choepa brengen van chatan en kala De uitdrukking hachnasat kala die in de Talmoed wordt vermeld, slaat op het begeleiden van de kala naar de choepa. In de Sjoelchan Aroech (Joodse codex) wordt gesteld dat men “Tora leren mag onderbreken om de kala onder de choepa te begeleiden”. Bovendien is het een grote mitsva om de chatan en kala te verheugen en voor hen te dansen. Dit bewerkstelligt reiniging van de ziel bij allen die zich hieraan overgeven.
Unterführers - begeleiders onder de choepa Het begeleiden van chatan en kala door unterführers wordt in traktaat Berachot (61) afgeleid uit het vers (Genesis 2:22) “en toen bouwde G’d de rib die hij van Adam had genomen uit tot een vrouw en Hij bracht haar tot de mens”. Hierop verklaarde rabbi Jeremia ben Elazar dat het leert dat G’d Chawa – Eva - begeleidde tot Adam. In de midrasj wordt dit als volgt uitgelegd: “G’d maakte Eva op en droeg haar over aan de dienstdoende engelen om haar tot Adam te brengen, zoals de unterführers tegenwoordig de kala onder de choepa begeleiden.”
Begeleiding met muziekinstrumenten In de midrasj-verzameling Otiot van rabbi Akiwa wordt een en ander nader uitgewerkt. G’d bracht Eva, tezamen met tienduizenden engelen, naar de eerste mens onder gejubel en gezang. Heel de Hemelse familie daalde met hen af naar Gan Eden. De engelen speelden op luiten, cymbalen en harpen voor hen.
Het begeleiden van de chatan onder de choepa is een herbeleving van het gebeurde bij de berg Sinaï toen G’d de Joden als volk aanvaarde. Bij de Matan Tora daalde Hij met tweeëntwintigduizend engelen af op aarde.
|