Alle bijzondere dagen in het Joodse jaar zijn gebaseerd op Tenach, de Bijbel. Pesach, Sjawoe'ot en Soekot, Rosj Hasjana en Jom Kippoer vinden we in de Tora, de verschillende vastendagen in Newie'iem (profeten) en Poeriem in de Megilat Ester.
Alleen Chanoeka wordt nergens in Tenach genoemd. Wat zijn de bronnen van de Chanoeka geschiedenis die zich nu al zo'n 2176 jaar geleden heeft afgespeeld?
Allereerst zijn er de twee eerste boeken van de Makkabiem. Bovendien hebben we de geschiedenis overgeleverd gekregen in de Megilat Antiochus en de Megilat Ta’aniet. Dan spreekt ook het boek Jehoediet over deze tijd. Behalve deze werken beschrijft ook het in de eerste eeuw geschreven geschiedenisboek van Joseef ben Mattitjahoe (Flavius Josephus) de periode waarin de Chanoeka geschiedenis zich afspeelde. Dit laatste is het enige boek over dit onderwerp waarvan de schrijver met zekerheid bekend is, en daardoor ook de enige waarvan de datum gemakkelijk is vast te stellen.
Sefariem chietsoni'iem De Makkabeeënboeken en het boek Jehoediet vormen een deel van de zogenaamde apocriefen (sefariem chietsoni'iem). Hieronder verstaan we werken uit de tijd van Tenach en daarna, die niet in de Tenach opgenomen zijn. Deze boeken werden meer als gewone leesboeken gebruikt in tegenstelling tot de boeken van Tenach die door hun hogere kedoesja (heiligheid) echt bestudeerd worden.
De eerste twee van de vier Makkabeeënboeken vormen geen vervolg maar beschrijven beide de gehele Chanoeka geschiedenis. Het eerste boek is exacter dan het tweede boek, dat er meer verhalen omheen vertelt. In het eerste boek wordt de naam van G'd niet genoemd en ook spreekt het niet over Zijn invloed op de gebeurtenissen. Maar zijdelings wordt G'd wel vermeld, onder andere als de schrijver Jehoeda Hamakkabie laat zeggen: "Niet door een groot leger wordt de oorlog gewonnen, maar uit de Hemel komt de kracht".
In het tweede boek komt de naam van G'd wel voor. Het derde boek beschrijft Jodenvervolgingen in Alexandrië. Dit deel heeft dus alleen met de Makkabeeën gemeen, dat het onderwerp onderdrukking van Joden is. Het vierde boek is een soort filosofie, misschien een opgeschreven derasja (speech), die op Chanoeka gehouden is. Het enige dat het met de Makkabeeën te maken heeft is het feit dat de ideeën geïllustreerd worden met gebeurtenissen uit het tweede boek.
Jehoediet Ook het apocrief Jehoediet is een werk dat deze tijd beschrijft. De veldheer Holofernes belegerde de stad Betoelia waar de weduwe Jehoediet woonde. Jehoediet ziet kans om door te dringen tot Holofernes in het vijandelijke kamp. Bij een maaltijd samen met Jehoediet raakt Holofernes in een roes (volgens een apocriefe tekst door wijn, volgens een Midrasj mede door melkkost) en valt in slaap. Daarop onthoofdt Jehoediet hem met zijn eigen zwaard. Ze weet behouden terug te keren naar de stad. Als de volgende morgen de vijanden hun aanvoerder onthoofd vinden, trekken ze in verwarring terug.
Midrasj Dat deze geschiedenis zich volgens de Joodse traditie in de Chanoeka periode afgespeeld heeft, zien we uit een opmerking in de Sjoelchan Aroech (Orach Chaïm 670:2, Rema), waar gesteld wordt dat er een minhag (gewoonte) bestaat om op Chanoeka kaas te eten omdat het wonder met Jehoediet mede door melk tot stand kwam. Jehoediet gaf de veldheer Holofernes kaas te eten om hem dorstig te maken en hem zo meer wijn te laten drinken. In het boek Jehoediet zelf zijn er echter geen aanwijzingen te vinden, die er op duiden dat het de Chanoeka periode beschrijft. De oorspronkelijke Iwriettekst van apocrief Jehoediet is verloren gegaan. Er is echter nog een Midrasj, die de redding door Jehoediet wel midden in het Chanoeka verhaal vertelt.
Megilat Antiochus Buiten de Apocriefen beschrijft onder andere de Megilat Antiochus de Chanoeka geschiedenis. Waarschijnlijk is deze Megila één van de later op schrift gestelde werken over Chanoeka. Een aanwijzing hiervoor zijn de historische en geografische onnauwkeurigheden. Deze Megila werd in de 13e eeuw in Italië op Chanoeka in sjoel voorgelezen. In Jemen was dit ook later nog de gewoonte.
©Dayan Evers 2012
|