Toen Rabbi Simcha Boeniem van Psjischa, een chassidische leider in Polen (1765-1827), nog jong was, dacht hij dat hij de wereld kon veranderen. Toen hij ouder werd, zag hij dat hij de wereld niet kon veranderen maar misschien wél zijn woonplaats. Daarna begreep hij, dat dát ook te veel was. ‘Ik zal mijn eigen wijk veranderen’, dacht hij bij zichzelf. Toen hij zag dat ook dát niet lukte, zei hij ‘Ik zal mijn familieleden proberen te bewerken’ en toen ook dat niet ging, zei hij ‘Ik ga nu alleen nog maar mijzelf proberen te verbeteren’. Dit laatste is bijzonder belangrijk want wanneer wij onszelf verheffen zien we, dat onze omgeving plotseling ook meeverandert.
Gemeenschappelijke inspanning De sidra Kedosjim moest besproken worden met de hele gemeente, alle Joden bij elkaar. Kedosjim betekent: “Jullie moeten heilig zijn”. Dit is het uiteindelijke doel van de Tora. Iemand kan alle Bijbelse ge- en verboden vervullen en toch nog steeds een “boef zijn binnen de grenzen van de Torawet”, een “nawal birsjoet haTora”. Je kunt vroom zijn maar toch totaal buiten de Torabedoelingen leven. Zelfs glattkosjer voedsel kun je als een ‘chazzer’ eten. Dit is de belangrijkste opdracht van de Tora: heilig worden! Daarom moest het in de gemeente worden besproken, omdat we nooit heilig op ons eentje kunnen worden.
In de Omertijd Daarbij moeten we elke dag opnieuw beginnen. Daarom lezen we sidra Kedosjim ook in de omertijd, waarin Rabbi Akiwa centraal staat. Toen Rabbi Akiwa’s levenswerk van het opleiden van zijn 24000 leerlingen plotseling tot een einde kwam – ze stierven allemaal omdat ze elkaar niet konden waarderen en accepteren – begon Rabbi Akiwa gewoon weer opnieuw. Hij zag altijd het goede en het heilige in de wereld. Maar we hebben om heilig te worden een goede omgeving nodig. En die begint thuis. De joodse traditie staat en valt met eerbied en ontzag voor de overdragers van het Jodendom.
Vrezen en eren “Iedereen moet zijn moeder en zijn vader vrezen” (Leviticus 19:3). In de Tien Geboden staat: ‘Eer uw vader en uw moeder’. Wat is het verschil tussen vrezen en eren? Vrezen betekent dat men de ouders niet mag tegenspreken en zelfs hun woorden niet mag bevestigen door te zeggen: “Wat mijn ouders zonet hebben gezegd, is juist”. Men mag niet op de speciale plaats of zetel van de ouders staan of gaan zitten. Zelfs wanneer ouders het kind in het openbaar beledigen, blijft het verboden hen terug te beschamen.
Verschillende ouders voorop Eren betekent dat het kind de ouders verzorgt, van eten, drinken en kleding voorziet en erop let dat ze alles krijgen wat ze nodig hebben. Onze verklaarders vragen zich af waarom bij het vrezen de moeder eerst wordt genoemd en bij het eren de vader eerst. Het antwoord luidt dat zowel vader als moeder evenveel geëerd als gevreesd moeten worden. De Tora gaat alleen in tegen een natuurlijke tendens bij de kinderen. Kinderen zijn over het algemeen minder bang voor hun moeder dan voor hun vader en daarom wil de Tora, dat de moeder voorop staat wanneer we het hebben over vrezen en ontzag. De Tora wil de juiste verhoudingen naar de ouders toe in balans brengen. Aan de andere kant houden kinderen doorgaans meer van hun moeder dan van hun vader en daarom wordt de vader voorop gezet bij het eren, dat een uiting is van liefde. Toch bestaat er een hiërarchie. Wanneer er strijd is tussen de wensen van vader en moeder, gaan die van vader voor en wanneer er strijd is tussen de ouderlijke wensen en die van G’d, gaat G’d voor. Daarom staat er ook ‘En ieder zal zijn moeder en vader vrezen en jullie zullen Mijn Sjabbatdagen in acht nemen’ (19:3). Ook de ouders zijn G’d gehoorzaamheid verschuldigd. Daarom gaan de wensen van G’d boven die van de ouders.
Ware eerbied In de Talmoed (B.T. Kedoesjiem 31a) wordt verteld over Dama ben Netina – een heiden overigens - die zijn vader op buitengewone wijze eerde. Op een dag gebeurde het dat op het borstschild van de Hogepriester de jaspissteen ontbrak van de twaalf edelstenen. De Geleerden hadden vernomen dat er in Asjkelon een jaspis te koop was, die de verloren steen zou kunnen vervangen. Ze hadden er een fabelachtig bedrag voor over om dit bij Dama te kopen. Maar de kluis was op slot en de sleutel lag onder het kussen van zijn vader. Zijn vader sliep en Dama was niet bereid zijn vader wakker te maken uit eerbied. Kijk, dat is echte eerbied!
De beloning kwam toch Uiteindelijk begrepen de Chagamiem, dat ze onverrichter zake naar huis terug moesten keren. Een uur later werd de vader van Dama wakker. Hij rende achter de Geleerden aan en bood hen de jaspis voor het oorspronkelijke bedrag, dat de Chagamiem geboden hadden. Hoewel de Geleerden tot duizend goudstukken hadden opgeboden, wilde hij er niet meer dan honderd voor hebben, omdat hij de eer van zijn vader niet wilde verkopen voor negenhonderd goudstukken. Zijn beloning niet lang op zich wachten. Een jaar later wordt in zijn kudde een rode koe geboren die zeer zeldzaam is. Één rode koe was voor een paar honderd jaar voldoende in de Tempeldienst (Bemidbar, hoofdstuk 19). Dama ging op bezoek bij onze Chagamiem. Zij betaalde hen precies duizend goudstukken, voor de rode koe, het bedrag dat hij het jaar ervoor was misgelopen. Zo werd hij voor de kibboed aw beloont! (B.T. Kiddoesjien 31a).
©Dayan mr. drs. R. Evers 2013
|