Een koning stuurde zijn zoon op weg om te studeren. De zoon kwam uiteindelijk terug als iemand die volledig thuis was in kunst en wetenschappen. Op een dag vertelde de koning zijn zoon dat hij een bepaalde steen die zo groot was als een molensteen moest nemen. Deze steen wilde hij op de bovenste verdieping van het paleis geplaatst hebben. Maar de steen was zo zwaar dat de prins deze niet kon tillen. Hij was hier erg ontzet over dat hij zijn vaders wens niet kon vervullen, waarop de koning tegen zijn zoon zei: “dacht je nu echt dat ik het onmogelijke van je zou verwachten door jou te laten proberen die steen naar boven te brengen? Zelfs met al jouw wijsheid, hoe had je gedacht dit voor elkaar te krijgen? Dit was dus niet wat ik bedoelde. Ik wilde dat je een grote hamer pakte en de steen in kleine stukjes zou slaan. Zo breng je de steen naar boven.”
Op die manier verwacht Hasjem van ons dat wij onze harten met onze handen naar G'd in de hemelen tillen (Eecha/Klaagliederen 3:41). Ons hart is een hart van steen (Ez. 36:26), een hele zware steen. Het is onmogelijk deze in een keer naar G'd te tillen. Daarom moeten wij een hamer te pakken en onze hart van steen te breken en kapot te slaan. Die hamer is de spraak!
Laat nooit een slecht woord jouw mond verlaten. Zeg ook nooit dat je in staat bent die bepaalde zonde te doen of dat je slecht bent. Zelfs zulke grappen moet je achter wegen laten. Deze woorden an sich zijn erg schadelijk. Zij zijn in staat jou te dwingen de gemaakte – en vaak onbedoelde, ondoordachte woorden – woorden tot uitvoering te brengen! In de TeNaCH zien wij hier een duidelijk voorbeeld wat hiermee bedoeld wordt. Koning Jehoe viel nadat hij ooit zei: 'Achav diende Ba'al een beetje, maar Jehoe heel veel' (II Melachiem/Kon. 10:18). Toen koning Jehoe deze woorden zei, had hij helemaal niet de intentie om avodah zara te plegen. Hij legde uit dat hij dit alleen maar gezegd heeft om de volgelingen van de afgod Ba'al in de luren te leggen, zoals de volgende vers dit ook uitlegt. Toch waren deze woorden zijn ondergang, want uiteindelijk maakte hij zichzelf schuldig aan afgoderij. Daarom leert de Talmoed ons dat 'een overeenkomst met de lippen wordt gemaakt' Sanhedrin 102a. Je moet dus zo voorzichtig zijn met wat je zegt.
Denigrerende opmerkingen over anderen versterkt daarnaast de fantasie en illusie die over ons heen ligt. Wanneer mensen slechte taal gebruiken en denigrerende opmerkingen over anderen maken, dan neemt hun spiritueel besef en begrip af! Het zorgt er voor dat onze liefde voor Hasjem afneemt en we zullen vallen in dierlijke passies en verlangens. Dit is de bron van de passies en verlangens van de inbeeldingsvermogen van de mens dat deel maakt van zijn dierlijke natuur. Fantasie voedt zich met leugens en laster en is de directe tegengestelde van de faculteit van het geheugen waarmee we de ware situatie in dit leven voor ogen houden en onze eeuwige bestemming is de voorhoede van onze geest.
Iemand die het spreken misbruikt, valt daarom in het vergeetachtigheid. Dit betekent de dood van het hart! Hun harten sterven in hen en zij herinneren niet meer wat het ware doel van het leven in deze wereld is geweest: Olam Haba, de Toekomstige Wereld! Deze mensen zijn tijdens hun leven (al) dood, omdat zij geen perceptie (meer) hebben van hun ware doel en reden van het bestaan.
Maar wat is spraak precies?
Spraak is de adem van de lippen van de Kadoesj Baroech Hoe, de Heilige Geprezen is Hij. Om de woorden te misbruiken, verander je deze adem in een 'razende storm' (Tehilliem/Ps. 148:8). Deze razende storm is de grote aanklager, de bron van alle beproevingen en uitdagingen. Deze wilde geest tast onze vlees aan. Het is de wortel van alle laster, leugens en het kwaad dat mensen over elkaar spreken. Dit heet ook het 'einde van alle vlees' (Bereesjiet/Gen. 6:13), omdat het de mens doet afvallen, zijn vlees en leven vernietigt. Dit alles is het gevolg van misbruik van spraak!
Als de woorden inderdaad zo krachtig zijn, is het logisch dat bij tefilla, gebed, de woorden letterlijk moeten worden uitgesproken. Ook al is het waar dat Hasjem weet wat wij denken, is niet voldoende om te bidden in jezelf. De woorden moeten toch worden uitgesproken omdat spreken het vat is waarin wij de zegeningen in mogen ontvangen. Naar onze woorden die wij uitspreken, zullen wij onze zegeningen mogen ontvangen. Wanneer jij jouw spraak zou perfectioneren dan kan hij overvloedige zegeningen door de vaten, die hij met zijn woorden vormt, ontvangen. Dat is de reden waarom wij onze tefillot letterlijk moeten articuleren met onze monden.
Naast het feit dat spraak de adem van de lippen van Kadosj Baroech Hoe is, is spraak ook de moeder van kinderen (Tehilliem/Ps. 113:9). Zoals een moeder bij haar kind blijft en nooit zal vergeten, ook al gaat het kind naar de meest vreselijke plekken die je kunt bedenken. Zo verlaat de macht van spraak ook de persoon nooit. Wanneer je dan tot de diepte niveau gezonken bent, moet je jezelf altijd herinneren aan de aanwezigheid van Hasjem wanneer je de woorden van heiligheid uitspreekt: Tora en Tefilla. Ongeacht de situatie, je moet proberen over de woorden van Tora en Tefilla te mediteren en deze tegen G'd – zoals eerder geleerd – letterlijk uit te spreken. Hierdoor blijf je altijd bewust van het feit dat Hasjem altijd in jouw nabijheid is, hoever je ook gezonken bent. Jouw faculteit van spraak zal je nooit verlaten en je zal nooit in staat zijn G'd te vergeten.
Besef dan hoe krachtig de kracht van spraak is. Het kan je dus ook van de ondergang besparen!
Spraak is zo krachtig. Als je weet hoe krachtig, dan kun je zelfs tegen een pistool fluisteren zodat hij niet kan schieten...
The Essential van Rabbie Nachman
©Jodendom-online 2008 |