Meten met twee maten |
Publicatiedatum: zondag 25 augustus 2013 |
Auteur: Redactie | 1.547 keer gelezen |
|
|
Halacha, Redactie, Talmoed Tora, Arbeidsethos, Commercie en Rijkdom , Moessar [ethiek] » |
|
De Tora zegt ons dat we tijdens de dagen en jaren van ons leven, we voorzichtig moeten zijn om geen gewicht en gewicht of een maat en een maat te hebben. Dit klinkt heel cryptisch, maar dat is het niet.
Wanneer iemand soms met passie er alles aan wilt doen om nog dichter tot Hasjem te komen door heel veel positieve energie te steken in bijvoorbeeld tefillot en het doen van mitswes [Avodah Hasjem], zijn er ook momenten dat iemand tefillot en mitswes niet met positieve energie doet, maar zelfs lusteloos de mitswes en tefillot doet. Want laten we eerlijk zijn, de ene keer doen we onze tefillot en mitswes met meer inspanning dan de andere keer. Met nadere woorden, we werken in Avodah Hasjem met verschillende maten op verschillende momenten. Ene keer zeer gemotiveerd en de andere keer weer wat minder. Maar ze mogen niet in contradictie staan! Indien de maat dat inherent staat voor het nemen in tegenspraak is met de maat voor het geven, dan is er een probleem. Wat bedoelt de Tora hiermee?
Wanneer je eerlijk en gemotiveerd Avodah Hasjem doet [kracht] en je hebt best veel aan Hem te vragen voor je dagelijks leven, dan zijn de maten gelijk! Wanneer je lusteloos je tefillot doet, omdat het moet en je vraagt ook veel wat niet meer verhoud met jouw lusteloze manier van Avodah Hasjem, dan heb je een probleem. Een groot probleem. Het is inderdaad heel menselijk om soms ietwat lusteloos je tefillot en mitswes te doen, zolang als je verlanglijstje ook ietwat 'lusteloos' is. Conjecturen in Avodah Hasjem is namelijk heel menselijk en daar hoeven we ons ook niet zorgen over te maken. De Tora waarschuwt ons wel dat de kracht om te vragen en de zwakte om te geven niet op hetzelfde moment mogen vallen.
De kracht [de grotere maat] wordt ingezet wanneer iemand ontvangt of met passie dawnend [bidt] Hasjem te vragen zijn behoeften en verlangen te laten vervullen. De lusteloosheid, de kleinere maat, wordt bij het geven ingezet, zoals Hasjem prijzen voor alle chesed Hij jou tot nu toe heeft geschonken of een mitswe doen zonder in het achterhoofd dat je iets voor de mitswe en lofprijzing terug wilt hebben.
Wanneer de scheiding tussen de gebieden van kracht en zwakte niet gebaseerd is op verschillende momenten en gelegenheden, maar gebaseerd op de pogingen te geven aan Hasjem en te ontvangen van Hasjem, kunnen we begrijpen dat, net als de oneerlijke zakenman, deze persoon alleen handelt voor zichzelf en niet aan anderen denkt, waaronder Hasjem.
Dus: heb je veel energie en kracht en zin om Hasjem te dienen, dan mag je jouw behoeften ook ontvangen die je aan Hasjem hebt vraagt. En als je de volgende dag lusteloos bent in jouw Avodah Hasjem, prijs Hasjem voor alles wat Hij tot nu toe voor je gedaan hebt en je doet je mitswe zonder daarvoor iets terug te verlangen, dan geef je omdat je je lusteloos voelt in je Avodah. De een heft dus het andere op. Want als het ene de andere niet opheft, dan ben je als die oneerlijke zakenman die alleen iets doet wat goed is voor hemzelf en niet voor de ander, dus ook niet voor Hasjem.
De Tora waarschuwt ons met deze pasoek [Dwariem/Deut. 25:13-15] dat onze gewichten en maten niet met elkaar in strijd mogen zijn, zowel niet in zakendoen [gedrag naar je naaste], als in ons gedrag in Avodah Hasjem [gedrag naar Hasjem].
Bron: Limud Yomi, de Kleinman editie deel I
©Jodendom-online 2013 |
« 1 | 2 |
|
|