"Ja'aqov had een droom: een ladder dat stond op de grond en zijn top reikte naar de hemel en de engelen van G'd klommen op en neer" [Bereesjiet 28:1].
Wat is de betekenis van deze hemelse ladder? De ladder dat op de grond stond liet Ja'aqov zien dat we de fysieke wereld als een ladder moeten gebruiken om onszelf te verheffen door het dienen van G'd. Door onze dienst van G'd helpen we al het bestaan om haar uiteindelijke bestemming te vervullen. De engelen die op en neer gaan, geven het idee dat de hele schepping afhankelijk is van ons, tot op het punt dat zelfs het omhoog gaan en het afdalen van de heilige engelen gerelateerd zijn aan onze acties. Als we de fysieke wereld gebruiken voor heilige doeleinden, dan is de gehele schepping met inbegrip van de engelen verheven. Anderzijds, als we verstrikt raken in het moeras van het lichamelijke en materialisme, dan daalt de hele schepping, zelfs ook de engelen, af.
Deze realiteit toont de ontzagwekkende en angstaanjagende kracht van de mens. De Misjna in traktaat Avot staat: "weet Wie boven je staat." Rabbi Chaim van Volozhin vertaalt deze Misjna alsvolgt. "Als je wilt weten wat er boven [in de hemel] is, ligt aan jou." Wat wij hier doen op aarde heeft kosmische repercussies.
Volgens de Kabbalah wordt deze wereld vergeleken met een ladder die omhoog reikt naar de hemel. Van G'ds engelen - verwijzend naar mensen - die in deze wereld zijn gekomen om G'ds wil te doen, gaan sommigen van hen omhoog, terwijl anderen omlaag gaan. Niemand blijft altijd op een en dezelfde niveau, omdat er een tijdens de geestelijke strijd een geestelijke vooruitgang wordt vereist. Dat is de reden waarom men soms dalen, zodat wanneer men omhoog gaan, vreugde en spirituele groei ervaart - "Yeridah L'tzorech Aliyah...afdaling ten behoeve van omhooggaan".
Dit is de Kabbalistische betekenis van de vers: “Het is niet goed voor de mens om alleen te zijn" [Bereesjiet 2:18]. 'Alleen' betekent zonder Jetser hara, de kwade impuls, want dan zou hij voor eeuwig onveranderd blijven. "Ik zal een levensgezelling voor hem maken die zich tegen hem verzet" [idem]. Door zijn kwade impuls zal de mens soms naar een lage niveau dalen om vervolgens weer te stijgen.
Zoals de Misjna in de Avot stelt: "pijn is winst". Het is de constante strijd met de kwade impuls die onze geestelijke krachten en karakter ontwikkelt.
Dwariem/Deut. 6:5 zegt: "Hou van jouw G'd met heel jouw hart." De Tora gebruikt hiervoor het woordje 'levavcha', gespeld met een dubbele Beit, om hiermee aan te drukken: "houdt van G'd met beide harten."
De Talmoed leert dat die ongewone spelling van levavcha leert dat we G'd moeten liefhebben met zowel onze impulsen Jetser hatov en de Jetser hara. De Tora benadrukt dat alles van G'd komt, zelfs de Jetser hara, de impuls om te zondigen. Door onze kwade impuls te onderwerpen, kunnen deze transformeren en kanaliseren als een instrument voor de dienst van G'd. |