De onenigheid tussen Joseef en zijn broers, de stamvaders van Israel [sjvatiem] gaat – chas wesjalom – niet om de realiteit onder de broers. Als dat zo simpel lag, waarom zouden zij dan in de borstplaat van de Kohen Hagadol gegraveerd zijn? Met behulp van de Resjoniem Rav Yerucham Levovitz en Rav Elyah Lopian proberen we een licht op deze ingewikkelde kwestie te werpen.
Joseef was een profeet en volgens Baalei Tosfos is een profeet verplicht een droom dat een profetie bevat, te herhalen. Een profeet die een profetie verbergt is strafbaar middels de doodstraf. In zijn bescheidenheid vertelde hij niet dat zijn dromen profetieën bevatten. Zijn broers die niet in de gaten hadden dat Joseef het waard was om een profetie te ontvangen, dachten dat Joseef gewoon een droom zonder inhoud vertelde en wellicht zich losmaakte van de traditie van Avraham en Jitschak.
Aangezien zowel Avraham als Jitschak, de Avot, beide een zoon hadden die zich hadden losgemaakt van de traditie, namen de sjvatiem gemakshalve aan dat Ja'aqov ook kinderen zal voortbrengen die weigerden de traditie van de Avot voort te zetten. Ook dachten zij dat Joseef dacht dat hij de enige erfgenaam zou worden die in staat zou zijn de traditie door te geven. Zij voelden zich dus opzij gezet. Sforno leert dat zo'n persoon zoals zij Joseef zagen, een rodeif [moorddadige eiser], ook op straffe van de dood gestopt moet worden.
Daarnaast werd Joseef verdacht van moreid b'malchoet! Dat is een hele zware aanklacht wat ook met de dood afgestraft mag worden, want dat is iemand die rebelleerde tegen de koning. De sjvatiem wisten dat Jehoedah voorbestemd is voor koningschap.
Zowel Joseef als profeet als de sjvatiem volgden met hun reactie de Halacha! Er is hier duidelijk sprake van een machloket l'sjem sjamajiem een dispuut omwille van de Hemel. Allemaal waren oprecht om de wil van Hasjem te volgen!
Toch hebben zowel Joseef en de sjvatiem fouten gemaakt in de machloket onder hen. Welke zijn dat? |