2 Chesjwan 5785 | 03 november 2024
Artikelen
Jodendom in praktijk     Hasjkafa     Feest- en Gedenkdagen     Samenleving     Geschiedenis     Antisemitisme     IsraĆ«l     Media     Publicisten     
Tehilliem/Psalmen 5
Publicatiedatum: dinsdag 16 december 2014 Auteur: Redactie | 1.939 keer gelezen
Redactie, Lijden, Media_Halacha en Ethiek, Media_levensbeschouwing, Tesjoeva [Inkeer], Goed en Kwaad, Moessar [ethiek], Tehilliem/Psalmen »
In de vorige Tehilliem leerden we dat Dawied Hamelech de aanhangers van Avsjalom en Architofel waarschuwde voor assimilatie. In deze Tehilliem [5] beschrijft hij iets nog veel gevaarlijkers: Architofel assimileerde zich niet, hij volgde de leer juist de Heilige Tora. En het gevaarlijke hierin is dat het niet was om Hasjem's Naam in de wereld te brengen, maar voor zichzelf. Hij verlangde naar roem en macht. Hij wilde het volk imponeren met zijn kennis en intellect. Echter hij accepteerde geen autoriteit van de rabbaniem. Hij werd een self-made man in de Tora.

Doeg, waarover wij in de vorige Tehilliem ook melding maakten met betrekking tot zijn vijandigheid jegens Dawied Hamelech en zijn troon, was een Edomiet, maar ook een wonderkind en een uitstekende geleerde. Ook al was hij slecht en haatte hij het succes van Dawied Hamelech door toedoen van de broches – zegeningen – van Hasjem, wilde hij bloed laten vloeien om dit succes tegen te gaan.

Voor Doeg en Architofel was de Tora geen 'nechilot... een eeuwige erfenis' [Midrasj Shocher Tov]: die Mij liefhebben, erven een stof van waarde”[Spreuken]. De Tora van Doeg en Architofel was niet echt.

Deze Tehilliem gaat over de veroordeling van de onoprechte.

Hoewel nachalot dus een eeuwige erfenis betekent, begint deze Tehilliem met “'el-hanchielot...op de hanchilot...”Nachal betekent 'stroom', waardoor dit snaarinstrument een verwijzing kan zijn naar een 'stroom' – nechielot – vijanden die Israël willen aanvallen en met een zoemend geluid, nechiel... zwermen rond Israël als boze beien [Rabbi Hai Ga'on op vers 1].

Oprechte gebeden is een proclamatie en een erkenning van G'ds betrokkenheid in deze wereld en Zijn volledige controle over alles wat hier gebeurt. “Alleen Jij kan het schelen om toezicht te houden over mijn leven en alleen Jij hebt de G'ddelijke kracht om de gebeurtenissen in mijn leven te doen veranderen. Uiteraard verdien ik deze goedheid niet” [Chozeh David op vers 3].

Afwezigheid van Hasjem is synoniem met ongeluk
Hasjem boqer tisjma' qolie... Hasjem hoor mijn stem bij dageraad... [vers 4]. Dawied Hamelech leert ons dat we zo vroeg mogelijk moeten dawnen, voordat je betrokken raakt in de dagelijkse beslommeringen [Radak].

Gewoonlijk oordeelt Hasjem tijdens de dageraad de slechteriken, zoals er staat geschreven: “Iedere morgen zal Ik alle slechteriken in het land vernietigen” [zie ook 101:8 en Rasji http://jodendom-online.nl/articles.php?view=article&id=338].Maar de ochtend is ook een moment voor rachamiem... genade voor wie het verdienen: “om te vertellen van Jouw daden en vriendelijkheid in de ochtend” [92:3 en Rabbenoe Bachya]. Want Hasjem is een G'd die niets moet hebben van slechtheid. 'Lo' jegoercha ra'.... geen kwaad verblijft met jou [vers 5]. Dat laatste is een belangrijk thema van het Tora-geloof. Geen kwaad kan voor Hasjem staan, want Hasjem is de Bron van Pure Goedheid. Kwaad begint wanneer de mens probeert G'ds invloedssfeer te beperken. Zodra iemand Hasjem uit zijn leven bant, haalt hij automatisch ongeluk in zijn leven. Want de afwezigheid van Hasjem is synoniem met ongeluk. Voorbeeld: alleen engelen van vrede staan voor Hasjems Troon. Engelen van woede worden verbannen naar een verdere verblijf [Midrasj Tanchuma Tazria 9]. En een ander voorbeeld is: vier groepen zullen nooit voor de G'ddelijke Aanwezigheid kunnen staan en dat zijn spotters, leugenaars, vleiers en die kwade verhalen bij zich dragen [en natuurlijk door vertellen wie het maar willen horen] [Sotah 42a; Sanhedrin 103a].

Met slechte eigenschappen tesjoeva doen als tikkoen [correctie]
Hoewel Doeg en Architofel ieder detail van de Tora hebben bestudeerd [Midrasj Shocher Tov], waren het 'holliem...luidruchtigen... ook wel 'me'oerbavien...de verwarde en de gedesoriënteerde [Rasji], hun harten waren holeloet...luidruchtig en woest [119:118]. Maar je kan deze eigenschap ook inzetten in bepaalde vorm van tesjoeva.Want hallel betekent ook prijst, dus holliem kan in deze vers ook opschepperig mannen die zichzelf loven [vers 6] betekenen. Maar als jij ook luidruchtig en 'woest' bent, kan jij met die eigenschap Hasjem te prijzen – hallelen daardoor tesjoeve doen. Met andere woorden. Met het instrument waarmee jeChilloel Hasjem[Hasjem's Naam onteren] deed[holliem], kun je Kiddoesj Hasjem [Hasjem's Naam heiligen] doen [hallel].

Hasjem vraagt in Tehilliem 52:3 ook aan Doeg waarom hij zichzelf met kwaad prijst.

Misleiding leidt tot de ondergang van de misleider
'T'abed... noodlot. Sanhedrin 90a leert dat er naast 3 koningen ook 4 burgers waren die hun deel in Olam Haba hebben verspeeld. Dat waren Bilaam, Gechazi, Archotofel en Doeg [vers 7]. Want zij spraken misleidende woorden... dovre chazav... want Doeg en Architofel lernde weliswaar Tora, maar voor misleidende redenen [vers 7]. Doeg en Architofel deden geen mitswes en bleven even leeg als voordat zij Talmoed Tora lernden. Zij waren ook bloeddorstig en misleidend. Architofel misleidde Avsjalom om zijn vader te vermoorden [bloeddorstig] en Doeg was ten tijde van Sja'oel Hamelech de brein achter de massamoord van de priestergemeenschap van Nov [bloeddorstig]. Doeg adviseerde Sja'oel Hamelech om zijn dochter Michal, die vrouw was van Dawied Hamelech, af te nemen en uit te huwelijken aan Palti [misleiding].

Toch kenden Doeg en Architofel elkaar niet. Doeg leefde ten tijde van Sjao'el Hamelech en Architofel ten tijde van Dawied Hamelech. De reden dat zij elkaar nog nooit zijn tegen gekomen is om het feit dat zij nog niet de helft van hun leven hebben uitgeleefd. Doeg werd slechts 34 jaar en Architofel werd niet ouder dan 33 jaar. Een vol leven is namelijk minimaal 70 jaar [90:10]. Want bloeddorstige mensen en misleiders zullen nooit de helft van hun leven uitleven [55:24] en zij zullen ook niet opstaan voor Hem voor het Eindoordeel [vers 7].

In bejir'atecha... in ontzag voor Jou...Dit is het grote contrast tussen Davied Hamelech en Doeg en Architofel. Dawied Hamelech betreedt Zijn Heiligdom uit ontzag en liefde voor Hasjem, verlangend naar Zijn Goedheid [vers 8], zodat hij nog dichter tot Hasjem komt zonder bang te zijn voor straf of wat voor kwaad. Heb ontzag voor Hasjems Grootheid.

Hasjem's wegen zijn brengen ons naar onze bestemming, misleiders worden zwaar gestraft
Ondanks het lijden in ons leven, zijn Hasjems wegen de snelste, meest korte en de beste manier naar onze bestemming [vers 9], zolang Hasjem maar onze wegen voor ons gladstrijkt [Tefillos Yisroel]. Want wij moeten voorzichtig zijn 'kie ejn beviehoe nechonah...omdat uit mond geen eerlijkheid komt...Ze doen zich vriendelijk voor, maar ze zijn in hun hart vijandig gezind [Radak, Rasji & Metzudos]. Hun gedachten zijn verraderlijk, want hun innerlijke gedachten zijn verwoestend. Hun keel is als een open graf. Zij slokken de vruchten van anderen op [misbruik maken van anderen] zoals graven lichamen opslokken [Rasji op vers 10].

Voor deze daden moeten mensen gestraft worden [vers 11]. Maar ook voor het lernen van de Tora om verkeerde bedoelingen zoals Doeg. Toen zijn talmidiem zijn misleiding begonnen door te hebben, hebben zij een touw aan zijn voeten gebonden en naar buiten gesleept. Vervolgens kwamen 3 verwoestende engelen. De 1e engel zorgde ervoor dat hij alles wat hij aan Tora had geleerd, vergat. De 2e engel verbrandde zijn ziel en de 3e engel strooide de as van zijn ziel over de synagogen en leerhuizen [Sanhedrin 106b]. Dit symboliseert de arrogante en oneerlijke geleerden die de overblijfselen van Doeg in hun harten dragen. Want zij rebelleerden tegen Hasjem [vers 11].

Ga niet gebukt onder de jissoeriem [tegenspoed] van het leven
Maar een ieder die heil zoekt in Hasjem zal voor altijd zingen. Het is de erkenning dat deze vreugden niet vanuit henzelf komt, maar vanuit Hasjem. Deze vreugde is spiritueel en volledig los van materialisme. Zij houden van Hasjems Naam en bejubelen Hem. Zulke mensen staan zichzelf niet toe dat zij zich bedrukt voelen en gaan onder geen beding gebukt onder de wisselvalligheden in hun leven.

Prijs Hasjem in iedere stemming, want iedere stemming is bij zulke mensen doordrongen door Zijn liefde [vers 12]. Want Hasjem zegent de rechtvaardigen als een schild [vers 13].

Overdenking Tehilliem 5
We'anie berov chasdecha 'avo' vejtecha 'esjtachaweh 'el hejchel qadsjecha bejir'atecha... En ik, door Jouw overvloedige goedheid, zal ik Jouw huis binnengaan, ik zal in ontzag voor Jou buigen naar Jouw heilige heiligdom...”.

Metzudat David legt uit dat we door middel van deze pasoek een verklaring afleggen, zeggende: “ik zal naar Jouw huis komen, Hasjem, om mijn dankbaarheid aan Jou te tonen”. Wanneer Hasjem er voor zorgt dat er iets goed gebeurt, voeg een dieper gevoel van dankbaarheid bij de eerstvolgende keer dat je een huis van Hasjem binnenstapt. Als je de deuren van een gebedshuis of leerhuis passeert, plaats deze gedachten en gevoelens van dankbaarheid in de voorhoede van je geest.

We moeten iedere keer wanneer wij de sjoel binnenlopen ons gevoel van respect voor Hasjem toe laten nemen. Dit respect moeten we zolang we in de sjoel zijn, vasthouden [in tegenstelling tot dit gedrag!]. Je moet bij jezelf voortdurend blijven afvragen of je je wel respectvol gedraagt in het Huis van Hasjem. Span je extra in een hoge mate van respect vast te houden!

Alle synagogen, die als plaatsvervangers van de Bejt Hamiqdasj – de Heilige Tempel – dienen, vormen namelijk een netwerk van 'Huizen van Hasjem'. Ook de synagogen waar je nog nooit bent geweest, zijn een onderdeel van dat netwerk. Wij zijn allemaal Hasjems kinderen die in Zijn Huis samenkomen, om ons aan Hem te binden!

Wejismechoe chol chosj vecha l'olam jedanenoe wetasech 'alejmoe wja'letsoe vecha 'ohavej sjmecha... en allen die in Jou toevlucht zoekt, zullen zich verheugen, zij zullen voor altijd blij zingen, Jij zal hen beschutten en zij die van Jouw Naam houden, zullen in Jou jubelen...”.

Er zijn momenten dat we ons erg alleen voelen en dat we in zeer uitdagende situaties zitten waarin we gestrest raken en emotioneel lijden, waardoor we wensen op een andere plaats te zijn. Op zulke momenten moeten we ons 1 ding goed realiseren: waar we ook zijn, in welke situatie dan ook, Hasjem is altijd met ons [ook Zijn Sjchina Zijn G'ddelijke aanwezigheid – is in galoet].

Wanneer we ons in benarde situaties begeven en bij Hem ons toevlucht zoeken [zij hardop met behulp van een siddoer, Tehilliem, choemasj of in gedachten], dan zijn wij ook werkelijk in staat Hem toe te zingen. Waar we ook zitten. Iedere keer wanneer wij Zijn Naam met liefde noemen, binden we onszelf met de eeuwigheid. Wij zitten niet meer in die fysieke plaats waar we ons ellendig voelen, maar we zitten tussen 2 eeuwigheden: de eeuwigheid voor dit moment en de eeuwigheid na dit moment.

Toen Rabbi Avraham Yaakov Friedman van Sadigura in 1856 werd naar aanleiding van laster werd opgepakt en in het gevang werd gezet, vroeg zijn schoonvader Rabbi Aharon Perlov van Karlin, die bij hem op bezoek kwam, het volgende: “Hoe voel je je in dit vreselijke oord?” Rav Friendman antwoordde:Ik ben instaat om de Almachtige ongestoord te dienen ... maakt de plaats waar men zich in bevind, een verschil? De heerlijkheid van de Almachtige vult de aarde. Hij is overal - zelfs hier.”

Bronnen: Sefer Tehillim met commentaren vanuit de Talmoed, Midrash en Rabbinale bronnen van Artscroll Tenach Series en Growth Through Tehillim van Rabbi Zelig Pliskin

De volgende sjioer geeft Rabbi Mizrachi uitleg over zowel Tehilliem 5 als Tehilliem 6. Vanaf 7:00 geeft hij uitleg over Tehilliem 5. Hij weet de Tehilliem altijd in onze huidige tijd te plaatsen.



©Jodendom-online 2014
Copyright © 2014 Jodendom Online
 
 
Contact Zoeken Noachieden Online Beheer
 
Copyright © 2024 Jodendom Online. Alle rechten voorbehouden.